Aanvoerders Gert Verheyen (Club Brugge) en Glen De Boeck (Anderlecht) blikken vooruit op het nieuwe seizoen.

Roem en de status van bekend voetballer zijn relatieve begrippen. Als na afloop van het interview Glen De Boeck en Gert Verheyen iemand van een tafeltje verderop wil weten wie de man was die rechts in de hoek zat. Ah, ja, Glen De Boeck ! Of hij die andere meneer kende ? “Natuurlijk ! Wie kent nu de Jan niet ?”

Zeg het maar : wie wordt dit jaar kampioen ?

Glen De Boeck ( snel) : Brugge ! Op basis van het transferbeleid. Club kocht goed door niet veel te kopen. Het hield de kern samen. Daardoor vind ik Brugge sterker dan vorig jaar. Drie jaar geleden zijn we beginnen bouwen aan het Anderlecht van vorig jaar. Je zag tot welke resultaten dat leidde. Ons probleem is dat we op dit moment echt niet weten waar we staan. We overleefden de eerste ronde van de Champions League zonder goed voetbal met zes doelpunten op stilstaande fases.

Gert Verheyen : Straks ga ik Glen nog geloven ! We kunnen op dit moment wel beter de waarde van onze kern inschatten. Normaal moet dat genoeg zijn om kampioen te worden. Vorig jaar waren we dat ook en haalden daar voldoende punten voor. Anderzijds heeft een ploeg die Jestrovic en De Bilde voorin kan zetten een ongelooflijk goeie voorlijn. Ik vind die persoonlijk beter dan Koller en Radzinski, maar dat is subjectief.

Is Brugge sterker dan toen ?

Verheyen : Absoluut. In deze voorbereiding voetbalden we een stuk beter dan vorig jaar, hoewel de resultaten zwaar tegenvielen. Het moet van tegen Torhout geleden zijn dat we nog eens wonnen. Al onze tegenstanders waren stuk voor stuk beter dan de tegenstand in België, op Anderlecht en misschien Standard na. Als we dit spelniveau in de Belgische competitie aanhouden, gaan we vaak winnen. Ik vond het een goeie voorbereiding. Als voorspeler kan het goed zijn voor het vertrouwen als je weet dat je een paar doelpunten zal maken, maar in feite heb je er niet zoveel aan die wedstrijden tegen kleine ploegen. Die zijn vaak bedrog, dit was pure realiteit : je weet meteen waar je staat.

Dat is ?

Verheyen : Het spel tussen de zestien meters is absoluut goed. In onze eigen zestien en die van de tegenstander is het nog niet scherp genoeg. Lange krijgt volgens mij te veel kritiek. Ik vind hem wel een echte doelpuntenmaker. Toen hij aankwam, was hij helemaal niet in conditie. Beoordeel hem maar met Kerstmis.

Stel dat Lembi nog vertrekt, komen jullie dan in de problemen ?

Verheyen : Dat denk ik niet. Omdat dat net een positie is waar we voldoende spelers achter de hand hebben, met De Brul, Clement en Lesnjak.

Wanneer zullen jullie tevreden zijn over het seizoen ?

De Boeck : Als we opnieuw kampioen worden. Als je vijf basisspelers verkoopt en vijf nieuwe spelers laat inpast, loopt het stroef. Omdat onze voorbereiding niet ideaal was. Ik voelde me voor het eerst weer voetballer tegen Glasgow Rangers. Dat is de realiteit, niet die kleine wedstrijdjes waar je er acht binnentrapt. Die kleine wedstrijden gaan namelijk ook ten koste van je trainingsopbouw. Je moet Anderlecht zijnde telkens iets tonen, waardoor je automatisch minder scherp traint. Club moest elke wedstrijd scherp zijn. Telkens geconfronteerd worden met je beperkingen is op zo’n moment niet slecht, want een voorbereiding dient om bij te sturen. Ook al verlies je, als je voelt dat je goed voetbalt, weet je dat dat volstaat voor de Belgische competitie. In die zestien Europese wedstrijden waarin wij geconfronteerd werden met de echte top komen de minpunten snel aan de oppervlakte. Als je uit je fouten leert, word je daar beter van.

Verheyen : Ons seizoen zal geslaagd zijn als we bij de eerste twee zijn. Uit het vorige seizoen blijft geen frustratie hangen. Wij waren gewoon goed. Is er dan een ploeg die nog meer punten haalt, wil ik erkennen dat die op bepaalde punten beter was dan wij.

De Boeck : Of we nog eens kunnen opbrengen wat ons vorig jaar lukte, betwijfel ik. Voor het eerst in mijn carrière had ik echt geen zin om aan de voorbereiding te beginnen. Normaal hunker ik al na twee weken naar de bal, maar nu hoorde ik ook van andere spelers dat ze geen goesting hadden om er aan te beginnen, terwijl je zoiets niet verwacht van een Yves Vanderhaeghe. Het was mentaal en fysiek slopend, ik heb 56 wedstrijden met inzet gespeeld. In het buitenland koopt men dan een volwaardige kern van dertig spelers, wij deden dat met twintig man.

Zouden jullie een rotatiesysteem in België aanvaarden ?

Verheyen : Jullie beweren dat spelers het daar moeilijk mee hebben. Ik keer het om : de pers aanvaardt het ook niet. Als je eens niet meespeelt, stapt de pers na de wedstrijd meteen op je af om te zeggen en te vragen hoe erg dat toch niet is. Alsof het een schande is om eens op de bank te zitten. Er wordt zo’n toon aangeslagen alsof je ineens niet meer kan voetballen. Moesten jullie meer begrip voor zo’n situatie opbrengen, dan zouden spelers het ook minder als een vernedering zien.

Optimisten die een goed oog hebben in het komende seizoen voor Anderlecht benadrukken dat de basis, verdediging en middenveld, zo goed als intact gebleven zijn.

De Boeck : Klopt. Toen we de laatste tien wedstrijden erg moeilijk scoorden was dat ons sterke punt. De laatste zeven wedstrijden kregen we maar één doelpunt binnen. Door weinig kansen weg te geven, haalden we uiteindelijk de titel. Op dit moment voetballen we absoluut niet goed, maar we geven nog altijd heel weinig weg. De creativiteit van vorig jaar, de assists van Goor, de doelgerichtheid van Radzinski en de balvastheid van Koller zijn weg. Koller gaat het zeker maken in Duitsland. Ik heb die nooit op een massagetafel weten liggen of een training missen, terwijl toch heel veel van hem gevraagd werd. Jan reed soms na een wedstrijd zaterdagnacht 800 km naar Tsjechië, kwam na de interland met de auto terug en moest op zaterdag weer spelen. Het kwam nooit in hem op te vragen om een training over te slaan. Hij deed gewoon altijd mee.

Club werd vaak verweten dat het stereotiep speelde en creativiteit miste.

Verheyen : Bij elk verlies kregen we dat te horen. In de Champions League kan je niet zeggen dat Real creativiteit miste, maar als die van Bayern met acht voor hun doel kamperen, mag je zoveel creatieve spelers hebben als je wil. Diezelfde verhoudingen krijg je in België ook. In de eerste ronde profiteerden we vaak omdat de tegenstanders heel open kwamen voetballen. Omdat ze nog niet in degradatiegevaar zijn, er zijn nog vijfentwintig wedstrijden. Zijn dat er maar vijftien meer, dan grijpen ze terug naar overlevingsvoetbal. Dat gebeurde in de tweede ronde en daar hadden we het knap lastig mee. Voordien hoefden we in veel thuiswedstrijden niet eens het spel te maken en konden we rustig wachten tot de tegenstander een fout maakte. Dat gebeurde vaak weloverwogen. Sollied vraagt dat we onszelf soms wat ruimte geven door wat terug te zakken en dan snel uit te breken. Als ze willen voetballen, maken ze altijd die fouten.

De Boeck : Wij merkten dat ook. In het begin maakten we gemiddeld vier doelpunten per wedstrijd, iedereen speelde het spel lekker mee. Later scoorden we minder, wachtte de tegenstander ons op met negen man in het eigen strafschopgebied. Dan moet je alles openbreken. Op dat moment konden we over een Stoica beschikken die met één of twee flitsen zo’n wedstrijd kon beslissen. Ik snap die ploegen wel die op het einde onderaan staan. Zij willen gewoon in eerste blijven om die tv-gelden te behouden.

Is Club uitgekeken op Sollied of omgekeerd ?

Verheyen : Ik denk dat zijn ambitie verder reikt dan Club, maar wat mij betreft kunnen we samen nog wel een jaar verder op deze manier. Mij verveelt het niet. Zijn systeem bewees zijn waarde. Door een goeie organisatie moet je minder kwaliteit hebben om overeind te blijven. Nu hanteerden we af en toe ook een 3-5-2 en dat ging heel goed. We weten dat we kunnen omschakelen, terwijl dat vorig jaar moeilijker lag.

Jullie werden lang in verband gebracht met een transfer naar het buitenland. Hoe dicht stonden jullie bij zo’n stap ?

Verheyen : Het zag er even meer naar uit dat ik zou gaan dan dat ik bij Club zou blijven. Het had Ipswich, Hertha, Standard of Schalke kunnen worden. Als Club op zulke momenten niet reageert, ga je denken dat het alleen maar om het juiste bedrag ging, dat de clubleiding er geen probleem mee had dat ik weg zou gaan. Tot men het voorstel deed waar ik in feite op wachtte, op een moment dat ik het niet meer verwachtte. Het buitenland was een serieuze optie, maar ik had wel een bedrag in mijn hoofd waarvoor ik in België wilde blijven. Het kan altijd meer in het buitenland, maar je moet ook weten wanneer het genoeg is. Ik was even écht kwaad toen Club me verbood naar Ipswich te gaan en daar zelf niets extra tegenover stelden.

Wilden die clubs je wel ten allen prijze ?

Verheyen : Het hoogste bod van Ipswich was 120 miljoen. Ik vond dat veel geld, Club niet. Wat me wel verbaasde, is het belang dat geïnteresseerde clubs aan de leeftijd hechten. Als ze horen dat je in september 31 wordt, is het niet makkelijk, hoor. Dan pakken ze nog liever een risico met iemand van 23, want daar kan je nog altijd iets van recupereren. Wel schrok ik van het bod van Standard. Ik snapte niet dat het als Belgische club wel het voorstel kon doen waar ik namens Club op wachtte. Ik las vorige week nog dat Preud’homme me graag had gewild. Dat charmeert me, daar sprak respect uit. Het is allemaal mooi dat ze je onmisbaar noemen, maar als je de kans krijgt om in het buitenland veel te verdienen wil je ook dat ze dat respect omzetten in cijfers.

De Boeck : Als je lang bij eenzelfde club zit, zie je hoe ze spelers halen voor hogere contracten, terwijl men het maar normaal vindt dat jij met hetzelfde tevreden bent. Mijn eerste afspraak was met Manchester City, de dag na de Europese wedstrijd tegen Porto. Staelens besliste daar anders over, hij vond het niet zo’n goed idee me te laten vertrekken en sloeg mijn neus aan flarden. City had toen dringend een verdediger nodig. Vier dagen later kocht het een verdediger van Newcastle.

Verheyen : Dat is ook zo, die clubs wachten niet. Ze hebben iemand nodig en kan de eerste op de lijst niet, grijpen ze meteen naar de tweede.

De Boeck : In november heb ik gepraat met de manager van West Ham, dat 130 miljoen wilde betalen. Maar omdat Lorenzo toen dat voorstel uit Japan had, wilde Anderlecht mij niet laten gaan. Daar stelde ik een bedrag tegenover waar we drie maanden over gepraat hebben. Daarom tekende ik voor vijf jaar. Ik ben blij dat ik die beslissing genomen heb.

Ga je na je loopbaan niet het gevoel missen van het toch eens in het buitenland geprobeerd te hebben ?

De Boeck : In die 16 Champions League wedstrijden viel ik nooit door de mand, dat gaf me de overtuiging dat ik het ginder aankan. Bij Anderlecht voel ik me gerespecteerd. Dat bewijzen ook de cijfers in het contract. Ik vind waardering belangrijk.

Verheyen : Ik ben blij dat al die drukte achter de rug is. Schalke was ook een zaak met 700 managers die er tussen kwamen, tot het een transfervrije speler van 24 van Stuttgart nam.

Terwijl het doodsimpel lijkt : de club wil jou, jij wil die club.

Verheyen : Dat dacht ik vroeger ook. Al die telefoontjes van mensen die niet eens manager zijn en allemaal geld willen verdienen op jouw rug, dat stoort enorm. Ze wisten dat ik eerst met SEM was en later met Frenay, maar toch… Dat verwijt ik ook Schalke een beetje : het wist met wie ik werkte, maar toch wilde het eens via een andere praten. Om die iets te laten verdienen, misschien ? De Duitse en de Engelse competitie hadden me waarschijnlijk wel gelegen. Hoewel, toen ik de trainer van Berlijn hoorde praten over immer dampf machenPfft.

Naar welke spelers van Club en Anderlecht zijn jullie benieuwd ?

De Boeck : De Bilde. Ik ben altijd een fan van Gilles geweest. Gilles gaf ook aan dat hij echt naar het WK wil. Bij Club ben ik een fan van Timmy Simons. Omdat hij vaak de beste en de simpelste oplossing combineert op het veld.

Verheyen : Timmy is voor mij al geen revelatie meer. Maar ik twijfel er geen seconde aan dat hij dit jaar bevestigt. Omdat hij kwaliteit combineert met een heel goeie instelling. Die wil er komen. Timmy is nog iemand van de oude stempel. Dat is uitzonderlijk, tegenwoordig. Naast De Bilde verwacht ik dat Zoran Ban, die ik een goeie spits blijf vinden, het goed doet bij Moeskroen.

De Boeck : Ik verwacht veel van Lierse. Ik hoor veel positieve geluiden over Frigard. Archie Thompson heeft bij ons getest. Ik vond dat een hele goeie spits. Ik begrijp niet waarom Anderlecht hem aftestte. Meerdere spelers bij ons vonden hem goed, ook al had hij toen die dertien doelpunten tegen Samoa nog niet gemaakt. Hij is beweeglijk, balvast. Kan hij doortrekken wat hij bij ons toonde, doet Lierse daar een goeie zaak aan. Ook over de trainer hoor ik alleen maar positieve verhalen. Ik verwacht Lierse niet voor Europees voetbal, maar voor mij worden het wel de revelatie.

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content