Sven Kums en Joeri Dequevy doorliepen samen de jeugdopleiding in Neerpede. De twee boezemvrienden willen bij Kortrijk en Roeselare het grote ongelijk van Anderlecht bewijzen.

Het is jaarmarkt in Dilbeek, waar we afgesproken hebben met Sven Kums en Joeri Dequevy (allebei 21). Het is een bizar zicht: op een boogscheut van de Brusselse ring troepen marktkramers, koehandelaars en paardenmenners samen rond het statige kasteel in het centrum van de gemeente. In een poging om boven het feestgejoel en de Vlaamse schlagers uit te komen, vertelt Sven Kums over zijn roots: “Ik ben hier opgegroeid. Als piepkleine jongen van vier heb ik bij Dilbeek Sport gevoetbald, tot ik als zesjarige naar Anderlecht ging.” Terwijl hij kauwt op een van de zuurtjes die hij zonet kocht aan een snoepkraam, ziet hij zijn copain Dequevy arriveren. De begroeting is hartelijk. ” Putain,” schertst Dequevy, “wat is me dat hier allemaal? Tja, ik woon hier intussen wel al een tijdje, maar ben van niets op de hoogte. Mijn echte habitat, dat is Anderlecht. Ik heb er altijd gevoetbald en ging naar school in Saint-Guidon.”

Het duo doorliep samen alle nationale jeugdreeksen van paars-wit. De laatste etappe, de sprong van de beloften naar de A-kern, kwam er echter nooit. In de zomer van 2006 haalde Luc Devroe Dequevy naar Roeselare. Sven Kums wachtte wat langer en werd – succesvol – uitgeleend aan Lierse, maar ook hem lukte het nooit om de deur naar de eerste ploeg open te breken. In december 2007 tekende hij voor KV Kortrijk, toen nog in tweede klasse. De wegen van Kums en Dequevy scheidden, maar toch bleven de Dilbekenaars lotgenoten: met vallen en opstaan groeiden ze uit tot smaakmakers bij hun West-Vlaamse clubs.

Van het academische voetbal en de zorgeloze wedstrijdjes bij de jeugd van Anderlecht naar de keiharde strijd om het behoud. Dat is even wennen, waarschijnlijk?

Dequevy: “Een winnersmentaliteit is overal belangrijk, of je nu bij een topper of bij een degradatiekandidaat speelt. Maar je hebt gelijk, we staan allerlaatste met Roeselare, dus het is iedere wedstrijd van moeten. Dat is niet meteen de meest geruststellende gedachte om aan een match te beginnen.”

Kums: “Ook bij Kortrijk is het behoud in principe de allereerste doelstelling. Maar alles wat beter is, is uiteraard mooi meegenomen. Je weet nooit dat we nog in de top zes raken, al besef ik dat dat niet echt realistisch is. Om het met een cliché te zeggen: er zijn geen zwakke ploegen meer in deze competitie.”

Dequevy: “Bwah … ( steekt zijn hand op) Nee nee, je rigole hein.

Te weinig body

Bij Kortrijk en Roeselare stonden jullie al op verschillende posities, hoe speelden jullie samen in de jeugd?

Kums: “Meestal koos de trainer voor een ruit op het middenveld. Ik speelde rechts en Joeri stond centraal achter de spitsen. Maar ik trek overal mijn plan op het middenveld, in elk systeem, zolang ik maar niet op de flank terechtkom. Daar heb ik de snelheid en de actie niet voor.”

In de winterstop kwam De Beule naar Kortrijk en in de zomer haalde Leekens onder meer Pavlovic, Messoudi en Soetaers. En dan zwijgen we nog over Capon, die ook op het middenveld uitgespeeld kan worden. Nooit gevreesd dat het lastig zou worden met al die nieuwe middenvelders in de kern?

Kums: “Je weet natuurlijk dat de trainer niet iedereen zal kunnen opstellen. Ik maakte me niet echt zorgen, enkel Messoudi zie ik min of meer als hetzelfde type als ik. Maar telkens als er een nieuwe transfer aangekondigd werd, dacht ik soms wel eens ‘weer een middenvelder’ …”

En jij, Joeri? In de jeugd speelde je achter de spitsen, nu word je vooral als linksbuiten gebruikt.

Dequevy: “O, maar dat ligt mij juist wel, een rol op de flank. Ik speel eigenlijk het liefst in de opstelling die we op Genk en tegen Cercle hanteerden, met één diepe spits. Dat klinkt misschien vreemd uit de mond van een aanvallend ingestelde speler, maar als je met twee zuivere spitsen speelt, mag je als middenvelder niet te hoog komen. In een 5-4-1 daarentegen krijg ik veel meer kansen om me te tonen, om een actie te maken en te infiltreren in het strafschopgebied.”

Van Sven is het verhaal bekend dat hij bij de reserven van Anderlecht soms als verdediger gebruikt werd. De spelers uit de A-kern moesten immers sowieso op hun favoriete positie staan. Hebben ze jou ooit als verdediger gebruikt?

Dequevy: “Niet echt nee. Als er iemand anders voorrang kreeg op mijn positie, dan lieten ze me gewoon aan de kant. Ik was nogal … (aarzelt) lui, denk ik.”

Ben je intussen veranderd? Bij de jeugd van Anderlecht stond je niet bepaald bekend om je professionele mentaliteit. ’s Nachts betrapt worden door de trainer van de eerste ploeg spreekt natuurlijk niet in je voordeel als je wilt doorschuiven naar de A-kern…

Dequevy: ( grinnikt) “Tja, ik was toen met wat vrienden op stap in het centrum van Brussel en op de Avenue Louise liepen we in de vroege uurtjes plots Frank Vercauteren tegen het lijf. De volgende dag moest ik een wedstrijd spelen, nogal logisch dat hij kwaad werd.”

Ook bij Roeselare heb je nog wel eens problemen met discipline. Op tijd komen is niet je sterkste kant en met Dirk Gee-raerd botste het zo erg dat hij je naar de B-kern verwees.

Dequevy: “Dat was een overdreven sanctie. Ik werd helemaal van de groep geïsoleerd en mocht zelfs niet meer binnen in de kleedkamer van de eerste ploeg. Ik vind Dirk Geeraerd echt een clown. Ik heb misschien fouten gemaakt, maar in plaats van dat met je uit te praten, roddelde hij achter je rug. Van tijd tot tijd bega ik nog wel eens een misstap en dan krijg ik – terecht – op mijn donder van Dennis van Wijk. Maar dan wel recht in mijn gezicht. Van Wijk is een harde, maar ik vind hem tenminste eerlijk. Het scheelde niet veel of ik was weggegaan bij Roeselare, ik wou absoluut vertrekken. Maar toen Geeraerd ontslagen werd, gaf Van Wijk me de kans om met een propere lei te beginnen. Ik kwam terug bij de A-kern, heb hard getraind en een paar weken later stond ik in de basis.

“Dit seizoen zoek ik nog naar mijn beste vorm. Ik wil dringend een goal maken, dat zou me wel vleugels geven. Ik denk dat ik ga scoren tegen Kortrijk!” ( lacht)

Kums: “Zeveraar!”

Dequevy: “Nee, ik meen het.”

Kums: “Geen probleem, dan maak ik er zaterdag wel drie.” (grijnst)

Dequevy: “Ik zal de trainer en de rest van de ploeg wel waarschuwen dat ze moeten oppassen voor die Sven Kums … Vooral met het hoofd is hij gevaarlijk!” ( gelach)

Sven, jij was als jeugdspeler steeds de kapitein van de ploeg, de aanjager op het veld. Wat voor type was Joeri?

( Dequevy kan zijn lach niet onderdrukken)

Kums: “Tja, technisch stak hij er in elk geval boven uit, maar hij bleef natuurlijk wel een speciaal geval. Zijn haar heeft zowat alle kleuren en vormen gehad, hij was meer dan eens te laat, kreeg een paar keer rood toen hij nog maar een paar minuten op het veld stond, …”

Dequevy: “Ik had ‘ fils de pute’ gezegd tegen de scheidsrechter …”

Een van jullie ploegmaats was Utrechtspeler Dries Mertens. Ook hij werd letterlijk en figuurlijk ’te licht’ bevonden voor Anderlecht.

Kums: “In het Belgische voetbal, en zeker bij Anderlecht, krijg je pas kansen als jonge gast wanneer je een costaud bent, een stevige jongen. Kompany en Vanden Borre straalden als jeugdspeler veel klasse uit, maar zonder hun stevig postuur hadden ze hun kans waarschijnlijk nooit gekregen. Het is mooi wat Lukaku nu allemaal presteert, maar hij heeft langs geen kanten een betere techniek dan Joeri of ik hadden op zijn leeftijd. Integendeel!

“Op zich is het zelfs tegenstrijdig: Anderlecht gaf ons geen kans omdat we te weinig body hadden, maar we zijn in de jeugdopleiding veel te laat begonnen met fysieke training. Er was één keer in de week fitness, dat dient tot weinig of niets als je spiermassa wil bijkweken.”

Geen Zetterbergs

Jullie namen uiteindelijk allebei het besluit om te vertrekken bij Anderlecht, hoe is die keuze tot stand gekomen?

Dequevy: “Ik ben eigenlijk met ruzie weggegaan. We vertrokken naar een toernooi in Italië en er werd me gezegd dat ik niet zou spelen. Op dat moment had ik er echt genoeg van. Ik heb toen een lange reis gemaakt naar Australië, veel verder verwijderd van Anderlecht kon ik niet raken. ( lacht) Luc Devroe wilde me naar Roeselare halen, maar Anthony Van Loo heeft me wel moeten overtuigen dat het een goede club was.”

Kums: “Ik kreeg na mijn uitleenbeurt aan Lierse te horen dat ze me niet meer nodig hadden. Jammer, maar er zijn andere ploegen dan Anderlecht. Op zo’n moment ben je enerzijds ontgoocheld, maar kijk je ook al vooruit. Je hoopt elders wél aan spelen toe te komen.”

Zouden jullie ooit bij Anderlecht willen terugkeren?

Kums: “Niet dat ik op termijn geen stapje hoger wil, maar het zal alleszins niet bij Anderlecht zijn. Als ze iemand uit de jeugd laten vertrekken en hem later terughalen, dan zouden ze moeten toegeven dat ze verkeerd waren. En dat doen ze niet. Baseggio, Zetterberg, De Bilde, die hebben ze wel teruggehaald. Maar die jongens kwamen terug uit het buitenland, dat is iets anders.”

Dequevy: “Wij zijn ook niet bepaald ‘Zetterbergs’, natuurlijk.”

Kums: “Je weet wat er in het verleden gebeurd is: je hebt toen geen kans gekregen. En zoiets wil je geen twee keer meemaken.”

door bregt vermeulenbeelden: michel gouverneur

Op de Avenue Louise liepen we in de vroege uurtjes plots Frank Vercauteren tegen het lijf.Joeri Dequevy

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content