RACING EMBLEM

Voor een kleine club uit de onderste provinciale regionen is het een droom om een speler te kunnen voortbrengen die het tot Rode Duivel schopt. Voor het bescheiden Racing Emblem, de eerste club van Carl Hoefkens, werd die droom waar. Niet helemaal onverwacht, maar toch. “Je zag dat hij het had, als preminiem al”, zegt zijn oude trainer Gust Van Looy. “Dan verwacht je of hoop je ergens wel dat hij het ver schopt, maar dat luidop zeggen durf je dan nog niet.”

Racing Emblem – Emmele, zeggen ze daar in de kleine gemeente bij Lier – parkeert al zowat zijn hele bestaan in de laagste provinciale afdeling. In het prille begin was dat zelfs nog vijfde provinciale, een reeks die later afgeschaft werd. Alleen in 2000, nota bene het jaar waarin het de titel ‘Koninklijke’ mocht voeren, kon Racing voor de enige keer in de geschiedenis een reeksje klimmen. Twee jaar later werden deze nieuwe terreinen met bijhorende accommodatie in gebruik genomen.

Die stond er nog lang niet toen Carl Hoefkens in 1985 als preminiem bij Emblem begon. Hij zou er vier jaar blijven, vooral onder de hoede van Gust Van Looy, die dus al snel doorhad wat voor vlees hij in de kuip had en nog altijd met veel bewondering over de Carl spreekt: “Sommige spelertjes moet je alles aanleren, maar bij de Carl was het aangeboren. Je zag het aan zijn balaanname, zijn voetenspel, inzicht, alles… Wanneer hij aangespeeld werd, zag je hem meteen al links of rechts kijken waar hij de bal kwijt kon. Hij was toen nog geen verdediger, eigenlijk zag ik meer een halfspeler in hem.”

In een reeks met ploegen als KV en Racing Mechelen, Lyra en Lierse, speelde het nietige Emblem kampioen. “We hadden een rappe speler in de ploeg”, vertelt Van Looy, “en de Carl kon die perfect vrijspelen, hij had een zuivere lange pass in de voet. Zijn broer speelde ook bij Emblem en die was zelfs verfijnder qua techniek, maar de Carl had meer karakter om het te maken. En ja, dan komen er natuurlijk snel kapers op de kust. Niet alleen Lierse, hoor. Hij is zelfs een trainingskamp gaan volgen bij KV Mechelen. Daar kregen die jongens een week les van eersteklassespelers. Ik ben eens op die stage gaan kijken en zelfs daar stak hij erbovenuit.”

Uiteindelijk ging Hoefkens bij de kadetten toch naar Lierse, waar hij als amper achttienjarige in mei 1997 landskampioen werd. Na vele omzwervingen (Lommel, Westerlo, Germinal Beerschot en de Engelse clubs Stoke City en West Bromwich Albion) kwam hij in 2009 bij Club Brugge terecht. Gust Van Looy is zijn dorpsgenoot al die jaren met interesse blijven volgen. “En wat ik zo knap vind, is dat de Carl altijd gewoon gebleven is. Ik ben er heel fier op dat ik hem ooit heb mogen trainen.”

Meer foto’s vind je op www.groundhopping.be

Volgende week: Jan Vertonghen (VK Tielrode)

door peter mangelschots – beelden: jurgen vantomme

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content