Is RWDM dan zo mismeesterd dat het zijn licentie niet verdient ? Ja.

Maar er hangen vraagtekens rond het door hen gevoerde beleid.

Alleen al om eind vorig seizoen de licentie te kunnen krijgen, stak Eric De Prins zijn club toen ? 500.000 toe. En ja, ook Francis Schoonjans (firma Binje Ackermans) pompte geld in RWDM. De Prins en Schoonjans bezitten beiden goed boerende bedrijven in de sector van de bouwmaterialen, en onderhouden derhalve ook zakelijke belangen. Samen besloten ze de club die ze een warm hart toedragen, erbovenop te helpen. Ook al bleef Molenbeek drie lange seizoenen in tweede klasse hangen, ze hielden vol. Eigenlijk louter met z’n tweeën, want andere beheerders-geldschieters van een dergelijk kaliber daagden nimmer op de club op. Dus wie achteraf zo’n mensen aanvalt, toont wel een erg manifest gebrek aan goed fatsoen, heet het bij hun medestanders.

Maar er blijven dus die vraagtekens bij het gevoerde beleid.

Een voorbeeld typeert de manier waarop de club onder Eric De Prins als voorzitter functioneert. Spelers en technische staf kregen toen RWDM nog in tweede klasse zat, van de club een Toyota of een Volvo ter hunner beschikking. Molenbeek kon zich tevreden op de borst slaan dat het met de twee autoconstructeurs een voordelig huurplan overeen was gekomen. Nog groter was echter de voldoening toen een fantastische deal met Fiat kon worden afgesloten. Liefst vierentwintig fonkelende wagens kreeg Molenbeek en, behoudens wat reclame op panelen in het stadion, nog gratis ook. Maar het kwaad geschiedde : gulzig werd toegehapt bij Fiat zonder eerst een regeling te treffen met Toyota en Volvo. Waardoor iedereen tevreden gratis rondbolde, terwijl andere wagens tegen betaling stonden te verkommeren.

ndanks alle goede intenties is het die telkens terugkerende ondoordachtheid die RWDM te langen leste heeft genekt. Want als iets van een voorzitter mag worden erwacht, dan wel dat hij op weloverwogen en gestructureerde wijze beslissingen neemt. Niet Eric De Prins, die doorgaans zijn hart laat spreken, beweren insiders. Is het daarom dat in de trits nv’s, sa’s, scrl’s of asbl’s die zijn bedrijvenpatrimonium rijk is, moeder De Prins ondanks haar gezegende leeftijd nog steeds de financiële gang van zaken controleert ? En is het daarom dat hij, rijk getrouwd, op de vingers werd getikt toen nog maar eens een bedrag aan RWDM werd overgemaakt ?

Meer dan eens kwam het tussen Schoonjans en De Prins tot discussies als die laatste weer cavalier seul was geweest of impulsief had gereageerd. Maar Schoonjans is er de man niet naar harde actie te ondernemen of op de club zelf veel initiatieven te ontplooien. Een paradijsvogel op een hoogspanningskabel is De Prins daardoor altijd wel kunnen blijven.

Wat een kansen moet de club door gebrek aan communicatie niet misgelopen zijn. Zo bevond zich tijdens een wedstrijd op uitnodiging van een kandidaat-beheerder ooit een tiental mensen van De Post op de tribune met het oog op shirtsponsoring. Want Molenbeek speelde zonder publiciteit op de borst, en met het argument dat de club centraal ligt, dacht men De Post – na bij Germinal Beerschot en Moeskroen – ook bij RWDM over de streep te trekken.

Groot waren evenwel de ogen die men trok toen de spelers van RWDM het veld op liepen mét een shirtsponsor : een logo van een vrouw die een kind in de armen draagt en van ver gezien de vorm van een hart heeft. De Liga van het Hart. Eens te meer bleek voorzitter De Prins cavalier seul te hebben gespeeld. Of, zoals iemand het formuleert : hij had zich in al zijn goedheid weer laten inpakken door dure etentjes en mooie praatjes.

Via connecties van Charles Simar was het dat de Liga van het Hart naar Molenbeek kwam. Simar, handelaar in Antique & Bijoux, beloofde veel, haalde daar ook de publiciteit mee, maar diepte als puntje bij paaltje kwam wel niet zelf de portefeuille op. Terwijl sponsors die gul met geld over de brug kwamen, op recepties na wedstrijden aan hun lot werden overgelaten, veel over problemen van de club uit de pers moesten vernemen, en zich dus vaak tekortgedaan voelden.

o verbaasd als de buitenwereld reageerde over De Prins’ beslissing om Patrick De Cock naar Molenbeek te halen, zo begrijpend reageerde dan ook wie de voorzitter kent. P. De Cock, voor wie bedrog een eufemisme schijnt te zijn, als we de verhalen die onder andere bij Eendracht Aalst over hem de ronde doen mogen geloven. Hij ervoer evenwel dat vluchten niet alleen weglopen, maar ook ergens aankomen is : een paar Molenbeekse coryfeeën geloofden duidelijk niet in deze met zijn charme velen voor zich winnende voyou en sprongen ijlings overboord.

Dat Eddy Merckx, die de aftrap zou komen geven, de club de rug toekeerde, of burgemeester Philippe Moureaux en hoofdsponsor Daoust Interim dreigden en gromden, dat kon de club nog wel hebben. Maar het vertrek van de Liga van het Hart, met haar commerciële partners die geld in RWDM staken in het zog, sneed een diepe wonde. Ondanks aandringen van de crisismanager bleef de Liga bij haar standpunt : de malafide associaties die De Cock in de media opriep, kon een caritatieve vereniging als deze cardiologische vereniging niet hebben.

Patrick De Cock profileerde zich half maart bij de supporters badinerend als de man die zich erover verbaast dat in de pers Andras Pandy twee lijntjes krijgt, Marc Dutroux vier en hij de rest van de pagina. Om vervolgens zijn toehoorders gerust te stellen met de gedachte dat RWDM in een nabije toekomst naar de topzeven zal mogen mikken. Maar eerst moest worden gesneden in de buitensporige kostennota’s, de belastende kern van liefst tweeënveertig contractspelers, en een aantal mensen die hun positie in de club misbruiken om elders zaakjes te doen… Waarmee De Cock, wat ook moge worden beweerd over de oplossingen die hij aanreikt, ongetwijfeld wel een perfecte diagnose heeft gesteld.

Moest Freddy Smets, hoewel RWDM over een prima achterban bij de jeugdploegen beschikt, echt zo nodig de steven wenden naar Afrika, waar hij contacten heeft in Senegal en Kameroen, als er nauwelijks een de eerste ploeg haalt ? Of naar Frankrijk, Italië, Griekenland ?

Na de ervaringen met Feyenoord had hen nochtans duidelijk kunnen zijn hoe buitenlandse ploegen over Molenbeek dachten. Nog steeds ergert wie eraan terugdenkt, zich aan de manier waarop die kans werd verkeken. RWDM had garen kunnen spinnen in een sportieve samenwerking met Feyenoord, waarbij het voor weinig of geen geld aankomend talent kon lenen. Want liever dan hen het verplichte minimumsalaris van 800.000 frank per maand te betalen, stalde Feyenoord zijn niet-Europeanen in opleiding bij RWDM.

Maar toen RWDM in de praktijk geen gevolg kon geven aan het scoutings- en opleidingsplan dat door de Rotterdammers werd voorgelegd, en de top er bij Feyenoord op aandrong of er eerst geen geld aan zijn club kon worden gegeven, werd de Rotterdamse club duidelijk wat voor vlees ze in de kuip had. Zeker nadat Ibahim Kargbo en Paul Kpaka, die naar Molenbeek kwamen, er bij hen over klaagden dat hun huisvesting maar niet in orde kwam. Exit Feyenoord.

oen de Molenbeekse leiding op een gegeven moment het idee opvatte een nieuw scoutingsapparaat op poten te zetten, bleek dat trouwens achteraf te bestaan uit een man of tien, gaande van een postbode tot iemand die op wedstrijden in staat van dronkenschap werd opgemerkt. Na een paar maanden schoot er nog amper iemand van over, omdat zelfs de kilometervergoedingen niet werden uitbetaald. Bij de jeugdwerking werd uit arren moede zelfs het inmiddels achtenzeventigjarige monument Georges Renders teruggehaald. Niet bepaald een staaltje van een moderne professionele omkadering.

Geslaagd bleek in die optiek ook het aantrekken van Jean-Marie Pfaff niet. Omdat RWDM amper spelers met allure bezat en de club na de promotie wel wat nationale uitstraling kon gebruiken, kwam Francis Schoonjans bij Pfaff terecht, de in de plooien van de mantel der macht meereizende clown. Bevoegdheden kreeg Pfaff op RWDM minder dan destijds in Turnhout, waardoor zijn actieradius beperkt bleef. Want al gauw kreeg men in de gaten dat de commerciële kwaliteiten van de flamboyante oud-doelman waren overschat.

De eerste contacten en de besprekingen met Daoust Interim werden gerealiseerd door de commerciële medewerkers van Molenbeek, die een brief stuurden. Pas toen het driejarig contract van respectievelijk 10, 12 en 15 miljoen frank (alleen geldig in eerste klasse) moest worden ondertekend, was Jean-Marie van de partij om er de nodige ruchtbaarheid aan te geven.

Pfaff schoof wel ideeën naar voren. Hij wou bijvoorbeeld spelers en club meer uitstraling geven door hen in uniforme badjassen te steken of de tribune van een nieuw laagje verf te voorzien. Goedbedoelde intitiatieven waar zelfs iets voor te zeggen valt, maar helaas voor de toestand waarin RWDM zich bevond totaal naast de kwestie.

Hoofdsponsor Daoust Interim maakt er geen geheim van, dat De Prins en Schoonjans er goed aan zouden doen een paar interne moeilijkheden op te lossen en een algemeen directeur aan te stellen om het geld dagelijks en permanent op professionele basis te beheren.

In het verleden bleek immers dat in wie men financiële middelen vermoedde, vaak meteen een functie kon krijgen, om vervolgens te licht bevonden en opzijgeschoven te worden. Want in de alles verslindende dorst naar geld werd de nood aan een goed gestructureerde werking van de club gewoonweg over het hoofd gezien.

Waar is de tijd, mijmeren sommigen, dat ’s ochtends in het bureau van de in het Machtensstadion sinds jaar en dag gerespecteerde Pierre Van Dam koffie werd gedronken, overleg werd gepleegd en de problemen van de dag voordien werden doorgenomen ? Op fouten vielen ook zij toen te betrappen, maar, zo wordt beweerd, er was op z’n minst sprake van organisatie, communicatie en evaluatie. Edoch, de zogenoemde clique à merde moest eruit. Een deel hield, opgevreten door frustraties, de eer aan zichzelf ( zie kader).

eld, geld, geld. Planet Sport is een van de vele leveranciers die er ook nog op wacht. Op de betaling van de reclamepanelen die het in opdracht van RWDM voor Fiat fabriceerde. Maar ook op de betaling van de uitrustingen van de jeugd die het leverde. Een paar duizend frank betaalden de ouders van Molenbeeks jonge voetballertjes voor de trainingspakken, broekjes en truitjes die ze kregen. Maar doorgestort aan Planet Sport werd dat geld nog niet. Voor een club die zich enige allure wil aanmeten een schril contrast met een derdeprovincialer uit de regio als White Star Woluwe, dat zelfs op voorhand betaalde.

In de marge van de club, ver van de media-aandacht, spelen zich daarom soms drama’s af. Zo ontstak een leverancier tijdens een crisisvergadering in toorn omdat de ruim 1 miljoen frank die de club nog bij hem in het krijt staat, hem in de problemen bracht. Op een kleine familiezaak als hotel Evergreen, waar RWDM een zevental Braziliaanse en Moldavische testers onderbracht, weegt een dergelijk bedrag nu eenmaal door. Maar van een betaling zag de radeloze man nadien ondanks gedane beloftes niets.

En dat Patrick Thairet door de sportieve malaise bovenop de privé-problemen die hij intens beleefde in moeilijkheden kwam na een overdosis medicatie, is een door insiders discreet bewaard geheim. Thairet, ex-trainer van Molenbeek, gemeenteraadslid, jeugdcoördinator, zwembaddirecteur, wacht zoals veel anderen op de uitbetaling van zijn contract, dat door de wanorde overigens pas lang na zijn indiensttreding werd opgesteld en getekend.

Als je als beheerder geen neen kan zeggen, en je in je vakantie bij wijze van spreken zelf facturen moet komen intikken, en zelf moet zorgen dat er voldoende wc-papier is, dan ontstaan er problemen. Net zoals Thairet te veel hooi op zijn vork nam, groeide door de vrees om te delegeren en zo controle te verliezen, het werk de sterke mannen van RWDM boven het hoofd. Afspraken raakten vergeten, budgettaire planningen werden nauwelijks gemaakt.

ls Freddy Smets straks spelersmakelaar zou worden bij Didier Frenay of Freddy Luyckx, zoals men hoorde dromen, zal dat voor wie zag hoe hij bij de club werkte geen verrassing zijn. Smets sleept, sinds hij na eerdere passages als trainer nu technisch directeur bij Molenbeek is, een bestendige reputatie mee.

Dat Eric De Prins zou overwegen een deel van zijn bedrijven aan een Nederlandse holding te verkopen, zal hem er allicht toe nopen ook geen jaren geld meer te blijven pompen in de club. Waarna de liever op de achtergrond opererende Francis Schoonjans zich ongetwijfeld niet geroepen zou voelen zelf het roer in handen te nemen.

Nu bovendien ook het financieel trapezewerk ( nv Stadium Brussels) van P. De Cock in eerste instantie de licentiecommissie niet kon overtuigen, menig schuldeiser tegen de club begint te procederen en oud-aandeelhouders hun gelden bevriezen, doemen daarom steeds donkerder wolken op aan het Molenbeekse zwerk. En blijft RWDM uitgeput achter.

door Raoul De Groote,

Als Freddy Smets spelersmakelaar wordt, zal dat voor wie zag hoe hij werkte geen verrassing zijn.

In alle bedrijven van Eric De Prins is het zijn moeder die, ondanks haar gezegende leeftijd, de financiën controleert.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content