Roeselare en Maaseik schaarden zich bij de beste twaalf Europese volleybalteams. Met brio dan nog. In de Champions League spelen ze vanavond hun heenwedstrijd in de play-offs. VRT-journalist Marc Willems laat zijn licht schijnen over de Belgische trots.
Ze zullen niet met velen geweest zijn, zij die geld gewonnen hebben omdat ze vooraf hadden gewed dat Maaseik op een van de eerste drie plaatsen in groep B van de Champions League zou eindigen en zo een plaatsje in de play-offs zou bemachtigen. Met de Russische klepper Dinamo Moskou, de Italiaanse grootheid Treviso, de nooit te onderschatten Grieken van Thessaloniki en de sterke Fransen van Parijs leek een strijd met Rotterdam voor de vijfde plek in de loodzware poule van de Limburgers een realistischer scenario. Niets daarvan. Al op de voorlaatste speeldag van de groepsfase droomden trainer Vital Heynen en co zoet van wat zal komen in de volgende ronde.
De spelers van landskampioen Roeselare moesten met hun prestatie in poule C niet onderdoen. Met Macerata, Belchatow, Sofia, Piraeus en Wenen als tegenstanders werd een plaatsje bij de eerste drie op voorhand haalbaar geacht. Maar dat de manschappen van trainer Dominique Baeyens liefst negen van hun tien wedstrijden in de groepsfase zouden winnen en zich zo vlotjes tot groepswinnaar zouden kronen, nee, ook dat script zou vooraf naar het rijk der fabelen geschopt zijn.
Journalist Marc Willems, die zich bij de openbare omroep al een slordige tien jaar bezighoudt met volleybal en sinds enkele jaren de voornaamste volleybaljournalist is bij de VRT, volgde het merendeel van de thuiswedstrijden van beide ploegen op de eerste rij. Als hij zich de matchen weer voor de geest haalt, trekt hij zijn wenkbrauwen op en vat hij alles samen in één woord : ” Chapeau !”
Receptioneel heel sterk
Willems begint bij Maaseik : “Receptioneel toonden de Limburgers zich heel sterk. Een wereld van verschil in vergelijking met vorig jaar, toen de ploeg op dat vlak niet stabiel genoeg bleek. Hun toenmalige libero was niet wat de Japanner HiroyoshiHanano nu is. Maar ik praat niet enkel over Hanano, want naar hem serveren ze niet. Naast hem heb je Allan van de Loo en José Rivera. Met drie zulke jongens moet je al een tegenstander hebben die geweldig veel servicedruk kan ontwikkelen, om hen in moeilijkheden te brengen. Ik zag nog niet veel ploegen die daarin slaagden.
“Bij die receptie begint natuurlijk alles, want krijg je de bal goed bij je spelverdeler, dan kan die beginnen te variëren. En lukt dat, dan kent elk team problemen tegen dit Maaseik. Ik zei het onlangs nog tegen Heynen : ‘Als jullie receptie draait en jullie kunnen jullie spelletje spelen, dan zijn jullie toch een ambetante tegenstander, niet ?’ Hij antwoordde : ‘Dat is exact wat wij willen zijn.’
“Maaseik moet het hebben van snel spel, zodanig dat de middenblokker van de tegenstander in het midden moet meegaan, waardoor de eigen hoekspelers tegen een makkelijker blok – een eenmansblok of een slecht gesloten tweemansblok – komen. Zo kunnen de Limburgers hun zwakke punt een beetje wegsteken. Hoekspelers Rivera en Van de Loo zijn geen reuzen of grote powermannen en ondervinden problemen in moeilijke situaties. Als de Limburgers in een lastig parket verzeilen en daardoor veel op de hoeken dienen te spelen, denk ik dat Rivera en Van de Loo op het Europese topniveau niet sterk genoeg zijn. Bij sommige andere ploegen zie je hoe op die posities mannen staan die ook met echt moeilijke ballen weg kunnen. En als Jimmy Prenen ingebracht moet worden … Die is toch ook nog niet sterk genoeg.
“De spelverdeler bij Maaseik, Nuno Pinheiro, is nog een jonge gast. Ik zag die soms al wat rare opties nemen – nog een beetje het jeugdige dat erin zit -, maar het is ideaal dat Heynen daarbij zit als trainer. Die maakte het zelf ook allemaal mee als spelverdeler. De Braziliaan Andre Luiz Ferraz Eloi is de tweede spelverdeler. Die verschilt qua niveau niet danig in vergelijking met de eerste.
“En het vraagteken, dat is hun opposite, Kay van Dijk. In vergelijking met vorig jaar is die enorm verbeterd. Toen presteerde hij héél wisselvallig. Maar toch vrees ik dat hij op het absolute topniveau – waar we nu zitten – nog iets te veel met ups en downs speelt. En als je opposite in moeilijkheden wordt gebracht, heb je als ploeg problemen. Als Van Dijk zijn dag heeft en aan een normaal percentage scoort, oké. Maar in het andere geval weet ik het niet goed. Maar dan kan Maaseik Jan Devoldre inbrengen. Dat is ook niet de bomber, zoals je die in sommige andere teams hebt, maar wel iemand die zijn punten scoort.
“Maaseik heeft ook een goede derde middenman, Ales Holubec. De laatste tijd speelden ze altijd met Joppe Paulides, die geweldig bezig is, en Georg Wiebel, eigenlijk ook goed.”
Basiszes versus bank
Marc Willems : “Als trainer Baeyens van Roeselare met zijn basiszes kan aantreden, zijn heel weinig zwakke plekken in dat team te ontwaren. Er is Iván Contreras als opposite. Fantastisch. Die mag in lastige situaties aangespeeld worden en kan dan vaak alsnog een punt maken. Veel stabieler dan Van Dijk bij Maaseik.
“Er lopen bij Roeselare, net als bij Maaseik, twee goede middenmannen. Ten eerste is er Iván Marquez, die vooral aanvallend spectaculair is. Geweldig om naar te kijken. Blokkerend is die wel iets minder, rest er nog wat werk. En er is de Est Raimo Pajusalu, die bijvoorbeeld in de laatste groepswedstrijd weer goed presteerde, zowel blokkerend als aanvallend. Als derde middenman zit Wouter Verhelst op de bank. Die draait ook heel goed, vooral blokkerend.
“De spelverdeler van Roeselare, Nico Freriks, is goed. Dat ze met een nieuwe jongen op die positie ( na het vertrek van uitblinker Frank Depestele naar het Griekse Thessaloniki, nvdr) toch weer dit niveau halen, is een prestatie.
“Er loopt bij Roeselare een prima libero, Julien Lemay, die nog bij Torhout heeft gespeeld. Dat is een echte revelatie. Hij behaalde procentueel tot nu toe een van de beste scores in de statistieken van de Champions League. Is ook iemand die enthousiasme in de ploeg brengt.
“En er zijn ook nog de twee hoekaanvallers Benjamin Hardy en Frantisek Ogurcak. Die behoren niet tot de absolute top, maar lijken er in moeilijke situaties toch iets beter door te komen dan Rivera en Van de Loo bij Maaseik.
“Tot slot is er ook nog de eigen servicedruk, die aanzienlijk verbeterd is tegenover vorig jaar. Dáármee begint het eigenlijk. Roeselare presteert op dat vlak een tikje beter dan Maaseik, heeft enkele jongens die – als ze hun dagje hebben – fors kunnen uithalen met hun opslag. De West-Vlamingen zijn – en dat is toch relatief nieuw – in staat met servicedruk nog iets recht te zetten. Dat heb je nodig om Europees ver te raken. Je moet geen drie spelers hebben die serverend goed presteren, maar zes. Dankzij die servicedruk kan Roeselare moeilijke momenten overwinnen, iets wat Maaseik trouwens ook weer kan, terwijl het vorig jaar een dip meestal niet meer te boven kwam.
“Dé zwakte van Roeselare is : de bank. Met uitzondering dan van middenman Verhelst. Maar als bijvoorbeeld de spelverdeler uitvalt, zoals eerder dit seizoen, zit je met Joost Borremans. Ik maak geen verwijt aan het adres van die jongen, maar dat is een jonge gast die te weinig ingespeeld is op de aanvallers. Direct een heel stuk minder dan Freriks. Op de hoekpositie speelde Ward Coucke mee in de laatste groepswedstrijd. Qua service was dat goed, receptioneel ging dat, maar aanvallend zakt hij er in moeilijke omstandigheden volgens mij toch door.”
Coaches
Marc Willems : “De algemene conclusie is dat geen van de twee ploegen een positie heeft waarbij je denkt : ‘Ai, hier zitten ze echt slecht.’ En wat me opvalt – en dat is niets nieuws – is dat Heynen en Baeyens verdomme héél goede trainers zijn, die de tegenstanders telkens prima geanalyseerd hebben. Ik denk aan één welbepaalde match : Maaseik-Parijs. De spelers wisten pérféct wat er zou gebeuren, welke tegenspeler wat zou doen in elke situatie. Ook een heel belangrijke factor, hoor.
“En als ik hoor wat Baeyens en Heynen tijdens time-outs vertellen … ( trekt zijn wenkbrauwen nog eens op), dat zijn gerichte opmerkingen, tactische ingrepen waarna je zegt : ‘Veel zulke trainers tellen we in dit landje niet.’ Soms leg ik mijn oor ook te luisteren bij buitenlandse trainers tijdens time-outs. Mja … Dan vang ik zaken op waarbij ik denk : ‘Dan kan je evengoed niks zeggen.’ Oké, als het de bedoeling is het tempo van de match te breken, hoef je niet veel te vertellen. Maar toch.
“Ik wil maar zeggen dat het een factor is waar ik toch ook nog een beetje op reken : de voorbereiding. De twee Belgische ploegen zijn daar heel goed in. En dat zorgt mee voor een aantal punten, is een factor die ook telt.”
Details
In de play-offs speelt Roeselare vanavond in en tegen het Russische Belgorod. De spelers van Maaseik trekken voor hun heenwedstrijd naar het Duitse Friedrichshafen. Belgorod eindigde met zestien punten derde in groep A, na Mallorca en Tours. De Russen kregen twee forfaitnederlagen aangesmeerd omdat ze tegen Innsbruck en Tours, matchen die ze respectievelijk met 2-3 en 0-3 hadden gewonnen, een speler hadden opgesteld die niet speelgerechtigd was. Ze hadden dus in normale omstandigheden hoger kunnen eindigen. Duits landskampioen Friedrichshafen werd groepswinnaar in poule D, met achttien punten, vóór Cuneo en Treviso.
Willems legt voorzichtigheid aan de dag als hij de kansen van de West-Vlamingen en de Limburgers afweegt, omdat hij noch Belgorod noch Friedrichshafen dit seizoen al aan het werk zag. “Belgorod, dat is zwaar. Maar die ploeg is toch wat wisselvallig bezig. Roeselare is niet op voorhand verloren. En als de West-Vlamingen deze ronde doorspartelen, wacht de winnaar van Athene-Macerata.
“Friedrichshafen is een haalbare kaart. Al wil het natuurlijk wel iets zeggen dat je groepswinnaar wordt. Als Maaseik voorbij de Duitsers raakt, speelt het tegen de winnaar van Cuneo-Treviso. Dat wordt andere koek, natuurlijk.
“Ik acht een plaatsje bij de Final Four niet onmogelijk, vooral voor Roeselare. Het behoort tot de mogelijkheden, maar dan moet het allemaal meezitten. Het zal in alle geval allemaal dicht bij elkaar liggen, van details afhangen. Maar als Maaseik derde wordt in een dergelijke groep en Roeselare in poule C uitgesproken wint, moet er iets mogelijk zijn.
“In ieder geval is het knap wat beide ploegen tot nog toe presteerden, zeker als je in het achterhoofd houdt dat de budgetten van Roeselare en Maaseik niet te vergelijken vallen met die van Griekse, Russische of Italiaanse ploegen. Alles wat er nu nog bijkomt, is meegenomen. En ik zie het wel positief tegemoet.”
KRISTOF DE RYCK
