Sporting Charleroi was de eerste club die in het nieuwe seizoen een officiële wedstrijd speelde. De Carolo’s werkten vorige donderdag de heenwedstrijd in de tweede voorronde van de Europa League af. Overtuigend, want ze wonnen met 5-1 van Beitar Jerusalem. Daarmee brachten de Carolo’s de bevestiging van al het goeie van vorig seizoen. Mogen ze straks aanspraak maken op een plaats in de subtop? Drie redenen geven aan van wel: het stadion, het publiek en de sterkte van de ploeg.
Een paar jaar geleden legde Charleroi – cijfers in de hand – nog uit dat een topper die in juli of augustus werd geprogrammeerd veel minder volk lokte dan eentje in oktober. De uitleg was simpel: de fans waren met vakantie. Wat merkte de schatbewaarder evenwel tegen Beitar Jerusalem? Dat hetzelfde publiek nu wél massaal aanwezig was. Met 11.000 waren ze. Dat is elders in België voor Europese kwalificatiewedstrijden in dit stadium al anders geweest. Dat betekent dat het enthousiasme dat er ook al was tijdens de play-offs gedurende de zomer niet is gaan liggen. Al 21 jaar geleden was het dat Charleroi nog eens Europees speelde, ook dat wilden de fans niet missen. Ongeveer anderhalf jaar geleden begon de directie met het ontwikkelen van initiatieven om meer volk in het stadion te krijgen, het is aan het lonen. Straks wordt het allicht een wapen.
De deelname aan play-off 1 vorig seizoen leverde een winst van ongeveer 1 miljoen euro op. Dat bedrag werd vooral geïnvesteerd in verfraaiingswerken aan het stadion. Dat moest ook, wilden de Carolo’s Europees kunnen spelen in eigen huis. Bijkomend voordeel: het gaf het stadion, gemoderniseerd voor het EK 2000, een nieuwe frisse look. De dynamiek is vandaag helemaal anders dan na het seizoen 2004/05, toen de ploeg onder Abbas Bayat als vijfde eindigde, maar waar er verder niks gebeurde. Nu liggen er verscheidene projecten ter studie: de bouw van een nieuwe cafetaria, het sluiten van bepaalde hoeken en de verhuizing van het secretariaat. Ook het jeugdgedeelte op het oefencomplex op Marcinelle wordt aangepakt en er liggen plannen op tafel om binnen de twee jaar een geheel nieuw trainingscomplex voor de profs te bouwen. Kortom: anders dan het vorige bewind heeft het huidige ook oog voor de uitbouw op infrastructureel vlak.
En ook de ploeg volgt. Sporting Charleroi heeft geen gekke sprongen gemaakt op de transfermarkt. Het leek op papier vooraf misschien zelfs iets te afwachtend, maar na de Europese match moet je concluderen dat de nieuwkomers toonden dat je op hen kan rekenen. Charleroi miste vorig seizoen een afwerker, in de figuur van David Pollet was die er tegen Beitar. Pollet scoorde, ondanks een manco aan ritme, meteen twee keer. Het publiek scandeerde prompt zijn naam, aanvaarding zal geen probleem zijn. ‘Je moet veel met hem praten en hem vertrouwen geven. Anders met hem werken dan met anderen, dat beseffen we inmiddels’, legde Felice Mazzu achteraf de prestatie van Pollet uit. De nieuwelingen tilden het niveau van zij die bleven nog wat op. Als Neeskens Kebano en Clément Tainmont niet vertrekken, mag Charleroi de toekomst rustig maar ambitieus tegemoet zien.
DOOR STÉPHANE VANDE VELDE
Anders dan het vorige bewind heeft het huidige ook oog voor de uitbouw op infrastructureel vlak.
