De Blauwe Revolutie in Arnhem neemt serieuze vormen aan. Terwijl bijna alle Nederlandse clubs de grootste moeite hebben het hoofd boven water te houden, bouwen ze bij Vitesse verder aan een modern voetbalbastion. Creditcards zeggen blijkbaar veel meer dan clubliefde. Bijna honderd miljoen euro werd er al in de renovatie van de Oude Damegestoken. Vitesse oogde drie jaar geleden nog asgrauw. Maar door gigantische financiële injecties vanuit het buitenland doet de ploeg van coach Peter Bosz mee voor de titel in de Eredivisie.

Rond de club hangt alleszins een ijzeren gordijn. Twee bevriende Russen spelen een hoofdrol in het opmerkelijke verhaal: Roman Abramovitsj, de grote baas van Chelsea, en Vitesse-eigenaar Alexander Chigirinsky. De eerste levert spelers, de andere knapt de winkel op en betaalt de lonen voor de rest van de talenten. De hamvraag is of het hier een strategische alliantie betreft of een vriendendienst. In het eerste geval bezit de Londense club een satellietclub en omzeilt het handig de UEFA-regels. Officieel is het namelijk verboden om belangen in meerdere clubs te hebben. Feit blijft echter dat Chelsea in drie jaar tijd een compleet elftal bij Vitesse stalde. Niemand die nog gelooft dat dit toeval is. De blauwdruk van het nieuwe Vitesse ligt hoe dan ook in Londen.

Vrijwel elke competitie telt ondertussen clubs die zijn opgekocht door buitenlandse miljardairs. Achter de schuivende panelen van het Europese topvoetbal draaien steenrijke clubeigenaars allang aan de knoppen. Vitesse lijkt een schakeltje geworden in een lucratief netwerk. De centra van de macht liggen in Moskou en Londen. Vitesse heeft als bootje in de Russische vloot een kleine functie. Moederschip Chelsea scout en koopt overal over de wereld geweldige voetballers. Om de strenge regelgeving in Engeland rond niet-EU-spelers te omzeilen, was het al handig en soms noodzakelijk spelers in een ander land te plaatsen, waar de regels soepeler zijn. Met de komende regulering rond de Financial Fair Play, waarbij selecties niet oneindig groot mogen zijn, wordt het bijna een noodzaak spelers elders te stallen. Dus lijkt het nauwelijks toeval dat Vitesse in 2010 werd opgekocht voor een appel en een ei, om vervolgens blauw te kleuren.

Vitesse onderging een metamorfose die zijn weerga niet kent. Symbool voor die transformatie is het goudkleurige trainingscomplex van de oudste profclub in de Eredivisie. Dik tien miljoen euro kostte het optrekje. Vitesse beweegt is het nieuwe motto. Dat kan wel kloppen. De enige dissonant is de nog lege prijzenkast. Maar trainer Bosz weet ondertussen wel raad met de groeibriljantjes Lucas Piazón (19) en Christian Atsu (21). Dat zijn Champions Leaguewaardige spelers. Gezien de kwaliteit van die nieuwkomers is het niet zo vreemd dat de club uit Arnhem nu zo hoog staat. De gezamenlijke aankoopwaarde van de Chelsea-aanwinsten ligt al ver boven de 50 miljoen euro. Kortom, iedereen tevreden, zeker de eigenaars van Chelsea en Vitesse.

In de rest van Nederland denken ze heel anders over de zogenaamd goede samenwerking tussen beide clubs. FC Twentevoorzitter Joop Munsterman stelde zelfs al dat Vitesse onvermijdelijk doorstoomt richting de titel. “Tegen geld kun je niet vechten”, weet hij. “Ze noemen ons Chelsea, maar dat maakt niks uit”, beweert dan weer verdediger Frank van der Struijk.

DOOR IWAN VAN DUREN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content