Bruno Govers

Het lievelingstruitje van de spits van Germinal Beerschot is dat van de Franse middenvelder van Nieuw-Caledonische afkomst.

J urgen Cavens : “In tegenstelling tot sommige collega’s heb ik nooit een soort verzamelwoede gehad. En als ik toch eens een truitje uitwisselde, was dat meestal omdat een naaste of een fan me erom had gevraagd. Zo heb ik het truitje dat ik droeg in de finale van de beker van België, die we met Lierse met 4-1 wonnen tegen Standard, gewoon aan mijn ouders gegeven. Het was mijn manier om hen, en vooral mijn vader Jan, te bedanken voor alles wat ze al voor me hadden gedaan.

“Ook andere truitjes die een herinnering vormen aan bijzondere gebeurtenissen, zijn in de familie beland. Ik denk aan de truitjes van mijn maidenmatch met de Rode Duivels in Roemenië, in de lente van 1999. Van de vier wedstrijden die ik met de nationale ploeg heb gespeeld, hield ik uiteindelijk maar één shirtje : dat van een wedstrijd voor de Kirin Cup, datzelfde jaar in Tokio. Het gaat om het tenue van Toshihide Saito. Een naam die misschien minder bekend in de oren klinkt dan die van Hidetoshi Nakata, maar ik vond het toch een heel bijzondere gelegenheid : als voetballer speel je tenslotte niet elke dag in Azië tegen een tegenstander van dit kaliber.

“Als ik één prestigieus truitje kan noemen dat ik nog altijd thuis heb, dan is het dat van de Franse middenvelder Christian Karembeu. We ruilden onze shirts na een belofte-interland. Toen speelde hij nog voor Nantes. Hij moest eigenlijk nog echt beroemd worden, al heeft dat bij deze man, die afkomstig is van Nieuw-Caledonië, natuurlijk ook te maken met zijn vrouw Adriana. Als miss wonderbra is zij nog bekender geworden dan hij ( lacht). Na een match met de Belgische beloften heb ik voorts ook nog eens truitje gewisseld met een Schotse verdediger. Maar zijn naam herinner ik me niet meer en toen stonden die ook nog niet op de truitjes geschreven.

“Ik heb wel een truitje bewaard van de verschillende clubs waarvoor ik actief ben geweest : Lierse, Standard, Marseille, Twente, AA Gent en mijn huidige ploeg Germinal Beerschot. Tijdens mijn periode bij Marseille wisselde ik echter nooit truitje met Franse verdedigers, hoewel dat daar nochtans vaste prik is. Indien ik had gewild, dan had ik nu een collectie shirtjes van spelers met grote namen, maar zoals ik al zei, ik ben daar nooit obsessief mee bezig geweest. Maar er is één truitje dat ik altijd zal bewaren : dat van de bekerfinale met Germinal Beerschot tegen Club Brugge in 2005. We waren in die partij absoluut geen favoriet, maar tegen alle verwachtingen in konden we na de wedstrijd toch een ereronde lopen in het Koning Boudewijnstadion. Na de wedstrijd wilde ik met niemand mijn shirtje ruilen, want ik wilde de beker gaan ontvangen in het tenue van mijn club. Dat was het minste wat ik kon doen om het bestuur te bedanken. Het had immers voldoende vertrouwen in mij om me, na verscheidene maanden waarin het bij AA Gent niet echt goed met me ging, de kans te geven mijn carrière nieuw leven in te blazen.”

BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content