Bart Goor, Didier Dheedene en hun trainer Aimé Anthuenis blikken aan de vooravond van hun wedstrijd in Anderlecht terug op een seizoen van Europese hoogdagen. ‘Niemand besefte toen hoe goed we waren.’

Germinal Beerschot zit op titelkoers. Echt waar. Als je het klassement van de terugronde bekijkt, draait de ploeg van het Kiel mee in het zog van Anderlecht en Standard. Helaas waren de Ratten in de heenronde een staartploeg, zodat ze weinig perspectief hebben op een prijs ergens in mei. Dat de ploeg het goed doet, heeft met het vakmanschap van zijn coach te maken, maar ook met de kwaliteitsinjectie tijdens de winterstop. Een van de nieuwkomers is Bart Goor, die er zijn gewezen ploegmaat Didier Dhee-dene mocht begroeten. Samen maakten ze vier jaar het mooie weer op de linkerflank van Anderlecht. Toen ook al onder Aimé An-thuenis. De rest van dit verhaal is een evocatie van één specifiek seizoen in Brussel, dat van 2000/01 toen Anderlecht zestien (!) Europese matchen speelde waarvan twaalf in de Champions League. Tegenwoordig is de Belgische voetbalfan al tevreden met de helft … Zij niet. Het verhaal van een wonderjaar.

Aime Anthuenis: “Het was een uitzonderlijk jaar, ook omdat we in het kampioenschap maar één wedstrijd verloren. Op Gent. 92ste minuut. Vanderhaeghe verliest de bal net boven de zestien.”

( Bart Goor en Didier Dheedene kijken verbaasd en lachen)

Anthuenis gaat onverstoorbaar verder: “Ik zie het zo voor mijn neus gebeuren. Bal gaat in corner en Mido kopt hem binnen.”

Laten we terugkeren naar het begin en de start van de Europese campagne dat jaar. Anderlecht speelde toen twee voorrondes: tegen Famagusta en Porto. Zetterberg was weg, Scifo vertrok, de groep kreeg een totaal ander gezicht.

Bart Goor: “Het was een heel goeie groep, waarbij alles klikte. Alle posities waren fantastisch ingevuld.”

Didier Dheedene: “Samen op stap, samen veel plezier maken, maar in de wedstrijd gingen we ervoor. Als de ene een keer een mindere dag had, was er wel voldoende kwaliteit bij een ander om beslissend te zijn. Er zat veel karakter in de ploeg.”

Anthuenis: “Ideale leeftijd ook, 25 of zo.”

Goor: “Gewoon, kwaliteit.”

Dheedene: “Ja, maar Anderlecht heeft altijd kwaliteit. Ik vind een goeie mentaliteit ook belangrijk.”

Anthuenis: “We hebben bijna het hele seizoen afgewerkt met een kleine groep. Ik geloof niet in rotatie. Die krijg je sowieso, met geschorsten en geblesseerden, maar rotatie om spelers te laten rusten … Niks voor mij. Ik overdrijf misschien, maar ik denk dat sommige jongens dat seizoen 66 matchen speelden.”

Wat bleef er hangen van de kwalificatieduels tegen Porto? Thuis wonnen jullie met 1-0, uit werd het 0-0.

Anthuenis: “Dat was warm.”

Dheedene: “Ik herinner me nog dat Bart ginder de 0-1 aan de voet had, maar in plaats daarvan aflegde … We hebben daar in de laatste tien minuten …”

Anthuenis: “… nog ferm afgezien, amai.”

Dheedene: “Porto was een vaste waarde in de Champions League.”

Anthuenis: “Vanderhaeghe schiet nog op de binnenkant van de paal en Iachtchouk krijgt ook nog een enorme kans. We hebben ginder dus wel de gelegenheid gehad om afstand te pakken, maar het laatste kwartier hebben we ontzettend hard afgezien. Een betwistbare strafschopfase met Crasson nog.”

Kunnen jullie de ploeg eens aflopen?

Anthuenis: ” De Wilde in de goal. Crasson en Didier flankverdedigers. Centraal De Boeck en Staelens.”

Dheedene: ” Ilic heeft dat jaar ook veel gespeeld, neen?”

Anthuenis: “En Doll ook. Doll en Ilic hebben samen tegen Lazio gespeeld, omdat de anderen onbeschikbaar waren. Radzinski en Koller diep. Bart links en meestal Vanderhaeghe centraal. Hasi was stand-in. Naast Yves Baseggio en daarvoor Stoica. Meestal speelden we met één flank die enkel bezet was. Tactisch was dat uit wel wat anders, daar vertrok Stoica vaak op de bank.”

Goor: “Achteraf besef je pas wat voor een luxe dat was, ik denk niet dat het vaak voorkomt, zo’n vaste ploeg.”

Anthuenis: “Ilic was vaak mistevreden omdat hij niet speelde. Soetaers was de mogelijke doublure voor Bart, maar die kwam amper aan de bak. Ik had ook nog Van Diemen en als stand-in Youla voor de spits. Iemand om Radzinski wakker te houden. Anastasiou was er ook voorin, maar die speelde niet veel.”

Opvallend: het beste seizoen van Alin Stoica.

Anthuenis: “En van nog veel anderen: Crasson, Baseggio, … Stoica was ondanks dat succes toch een omstreden figuur. Ik herinner me nog een wedstrijd tegen Gent. We stonden 3-0 voor, pakten een goal en deden niet meer mee. Ik grijp in en breng Stoica. Die komt wandelend op het veld en loopt geen meter. Geen meter! Niet tevreden, of wat dacht je. Gent duwt verder, komt op 3-2 en De Wilde houdt ons met een redding van de 3-3. Ik grijp weer in en wissel Stoica. Hij was er misschien maar tien minuten op. Je kan je inbeelden wat de reacties waren. Het hele stadion over me heen. Maar geprikkeld was hij en de woensdag erop speelde hij Europees een goeie match. Die nacht ben ik wel vertrokken langs een achterpoortje …”

Bleke Erik

De start in de groepsfase was dramatisch, met een 5-1 bij Manchester United.

Goor: “Terecht. Ondermaats.”

Dheedene: “Ik vond dat wij daar goed waren begonnen, maar dan zie je het klassenverschil. Zij scoren drie keer in tien minuten.”

Goor: “Op dat moment ging het te rap, maar we hebben ons direct aangepast aan dat niveau.”

Anthuenis: ” Giggs speelde een schitterende wedstrijd. Dubbele dekking als hij de bal had, was het plan. Ja ja … Die schakelde niet één man uit, maar drie, vier. Die mannen speelden gewoon hun matchke en gingen dan naar huis. Het heeft ons wel enorm scherp gezet, ook voor de competitie.

“Het vliegtuig op de weg terug van Manchester … Links van mij zat het bestuur. Ik heb de hele vlucht de andere kant uitgekeken, beschaamd als ik was om hen in de ogen te kijken. 5-1 in je eerste match van de Champions League. Dan denk je: wat gaan we hier meemaken? Gelukkig hebben we ons direct kunnen herpakken in de eerste thuismatch tegen PSV. Slechte match, maar wel gewonnen.”

Dheedene: “Ik scoor. Slecht veld. Maar geen excuus, want het veld lag tegen Manchester ook slecht en toen voetbalden we wél goed. 2-1.”

Anthuenis: “Traag dat die mannen achterin waren! Na een kwartier kon het 3-0 voor ons zijn. Ik denk dat we een keer of drie alleen voor de keeper kwamen.”

Aimé, aan de duels met PSV zat voor jou nog een extra tintje, in die zin dat het een match in de match was met Erik Gerets.

Anthuenis: “Wij waren kwalitatief niet minder dan PSV. Ik wil toch wel iets relativeren aan heel die campagne. Je speelt zes matchen. In de laatste ronde is het Manchester-Kiev en PSV-Anderlecht. Vijf minuten voor tijd staat het in Manchester 0-0. Kiev mist een grote kans en Manchester scoort. Wij staan met 0-2 voor, maar PSV komt terug tot 2-2 en we zien af. Op een center missen zij een grote kans op 3-2, ik breng Youla, die stapt het af en we maken 2-3. In die zes, zeven minuten wordt de eindstand van de groep bepaald. Wij gaan door als groepswinnaar, samen met Manchester … Ik zie den Erik daar nóg zitten … Bleekskes.”

Goor: “Dat Koller zo’n ontwikkeling zou doormaken, dat kan je nooit voorspellen.”

Anthuenis: “Eigenlijk zijn de automatismen tussen Koller en Radzinski eerst naast het veld gegroeid. Hoe dat komt? We worden kampioen op Aalst, ik herinner me nog dat ik met champagne en een sigaar op de bank zat vóór de match. Radzinski én Koller streden daar beiden voor de titel van topschutter. Jan maakte de eerste goal en zei dan tegen Tomasz: ‘Ik ga ervoor zorgen dat jij topschutter wordt.’ Doe dat maar, hé. Pas op, we hebben dat jaar ook wedstrijden gehad waarin het heel moeilijk ging, maar altijd trok iemand ons over de streep.”

Goor: “We hadden een intellectuele groep: iedereen kende goed zijn rol en dacht erover mee. Mentaal stonden wij enorm sterk.”

Dheedene: “Wij wisten perfect hoe ver we konden gaan in onze ontspanning ná een wedstrijd. De dag erna sliep je een uurtje langer en had je die wedstrijd verteerd.”

Anthuenis: “Als je niet geblesseerd raakt, kan je in een seizoen een groot aantal wedstrijden aan, op voorwaarde dat je voldoende rust neemt. Juist door al die wedstrijden ben je enorm goed getraind. Een betere voorbereiding is er niet.”

Is het te vergelijken met het Standard van vorige herfst?

Anthuenis: “Onze ploeg was veel beter. Dat kan pretentieus klinken, maar ik vind dat.”

Goor: “Ik denk dat we op elke positie nog meer kwaliteit hadden dan Standard. Standard heeft een paar goeie spelers, maar wij waren als ploeg sterker. Iedereen stond er altijd en je werd meegezogen. Ook de bankzitters.”

Dheedene: “Stoica en Baseggio draaiden daarom ook een goed seizoen, omdat ze werden meegesleurd door de anderen. Wij waren de lopers maar we gingen dat niet blijven doen, als zij ook niet zelf wat deden. Dat jaar hebben ze dat goed beseft. Alleen is het probleem dat je het moet blijven doen, elk jaar weer. En dat was voor hen moeilijker.”

Schietstoel

Het CL-systeem zat toen zo in mekaar dat er na Nieuwjaar nog eens in een groep werd gespeeld. Real Madrid was de titelhouder en in de tweede groepsfase was dat ook jullie tegenstander, samen met Lazio en Leeds. Net als op Manchester en Kiev werd het weer een pandoering: 4-1.

Dheedene: “Eerlijk. Dat was de enige wedstrijd uit mijn carrière waarin ik niet graag opgesteld stond.”

Anthuenis: “Ik zat daar in die brede stoelen, zo’n zetel, net alsof je in de cinema zat. En Figo voor mijn neus maar aan ’t zwieren. Raúl, Makelele, Figo, … Daar ging wat van uit. Ik had de indruk in een schietstoel te zitten. Dat Real, die ploeg hebben ze nu ook niet meer.”

Goor: “Je denkt: ‘O, die bal heb ik’, maar dan zijn ze toch sneller.”

Dheedene: ” Fernando Hierro legde de ballen waar hij wilde. Die keek rechtdoor en gaf dan een pass van vijftig meter. On-waar-schijn-lijk.”

Anthuenis: “We hebben daar met dubbele flanken gespeeld maar eigenlijk mocht je doen wat je wilde, het maakte niks uit. We wilden die gasten opvangen net voor de middellijn, maar daar was geen beginnen aan. Ik stond daar maar aanwijzigen te geven aan Yves, dat hij moest opschuiven. ( lacht) En hij maar naar mij kijken en zijn schouders ophalen …”

Dheedene: “Zelfs als je hard wilde spelen, kwam je te laat.”

Goor: “Ik herinner me dat een Realspeler Filip uitkapte, en vervolgens kwam er eentje van ons wild aangevlogen …”

Dheedene: ( lacht) “Ik …”

Goor: “Wel, die maakte gewoon nóg een kapbewegingske, en je lag daar verloren.” ( iedereen lacht)

Dheedene: “Te laat. Altijd te laat. Zelfs voor een trap op hun enkel.” ( lacht)

Hersteld hebben jullie je niet meer, de volgende drie wedstrijden, twee keer Leeds en één keer Lazio, gingen verloren.

Goor: “Vooral Leeds was een zware opdoffer.”

Dheedene: “We komen voor, spelen goed, maar door een flater van de keeper maken ze gelijk en dan maakt Boekie een foutje en uiteindelijk verliezen we.”

Anthuenis: ” Milo ( Milojevic, nvdr) stond daar in de goal.”

Dheedene: “Hij reageerde slecht op een vrije trap. Normaal moet je die altijd hebben. Maar oké, die keer had hij hem niet.”

Anthuenis: “Daarna volgden wel wat ongelukkige verklaringen, vond ik. Het bestuur zei: die ploeg kunnen we thuis makkelijk de baas. Leeds is zwak. Maar dat was helemaal niet zo. Thuis zijn we dan op bepaalde momenten ongevraagd op buitenspel gaan voetballen en we verloren met 1-4.”

Dheedene: “De enige thuismatch uit die campagne die we verloren, al de rest wonnen we.”

Anthuenis: “Als ik in het bureau van Verschueren na zo’n match binnenkwam, zei hij: ‘Nog eens tien miljoen erbij voor Koller.'”

Die ploeg is in de zomer van 2001 uit mekaar gevallen: Didier trok naar München 1860, Bart naar Hertha Berlijn, Koller naar Dortmund, Radzinski naar Everton en Staelens naar Oita.

Dheedene: “Ik was de eerste, ik geloof dat ik al in februari tekende. Ik was einde contract en wilde na zo’n seizoen wat meer verdienen, terwijl Anderlecht dacht dat ik wel zou bijtekenen.”

Anthuenis: “Ik was alles kwijt. Scorend vermogen, loopvermogen, assists, het spel.”

Goor: “Blijven was voor mij geen optie, iedereen ging weg.”

Komt het ooit nog terug, zo’n gouden jaar?

Anthuenis: “In het wielrennen vragen ze zich ook af of er ooit nog een Merckx komt. Dat kan altijd, als alles samenvalt, maar het zal niet te rap zijn. Er moeten veel factoren samenkomen die je niet altijd in de hand hebt. Zelfs niet met geld. Intelligentie, talent, leeftijd, complementariteit, …”

Goor: “Ik heb zo’n groep nooit meer opnieuw gevonden. Achteraf besef je: dit komt niet meer terug. Ik heb nog spitsen gekend, hele goeie. Die speelden drie weken en waren dan geblesseerd. Jan was nooit geblesseerd.”

Dheedene: “Bij Austria Wien hadden we ook quasi allemaal internationals en raakten we tot in de kwartfinale van de UEFA Cup, maar ook daar had ik niet hetzelfde gevoel.”

Anthuenis: “Ook de pers heeft nooit vermoed hoe goed we waren. Altijd kritiek, alle weken iets. In het begin was het potje stamp, lange ballen naar Koller. Na een maand of drie hadden ze commentaar op de rechterkant die open lag. En die trainer zag dat maar niet! Altijd wat. En toch won je alles.” S

door peter t’kint – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content