Rangers FC debuteerde zaterdag in het hoge noorden van Schotland in de laagste afdeling van het profvoetbal. Een impressie uit Peterhead, waar de volgende stop… Noorwegen is.

W e cannot possibly co-operate, I’m sorry.” Ze zijn bij Peterhead FC een beetje overweldigd door de belangstelling voor de opener van het seizoen in de Third Division van de Scottish Football League. Dat staat gelijk aan onze vierde klasse, de laagste afdeling waar ‘profs’ spelen. Zet dat maar tussen aanhalingstekens, want met het geld dat de gemiddelde speler in die reeks verdient – veertig tot zestig pond per week – spring je in het dure Verenigd Koninkrijk niet ver. De meeste spelers hebben dus ook nog een job, als ze die tenminste vinden, want ook in dit kuststadje in het noorden van Schotland, op zo’n vijftig kilometer boven Aberdeen, slaat de crisis toe. Twee economische hoofdtakken hier: de visserij en de diverse gas- en olieplatforms op de Noordzee. Dit is Aberdeenshire, waar ze tijdens het radionieuws op de BBC in één adem door naast de weersvoorspellingen ook de noteringen van de olieprijs per barrel meegeven.

De kust is prachtig. Woeste inhammen, afgewisseld met zanderige baaien. Temperaturen die flirten met de twintig graden. Ideaal voor golfers. Talk of the town is de nieuwe golfbaan die Donald Trump hier recent opende. Achttien holes, bijna vijf kilometer lang, een investering van meer dan 100 miljoen euro en veel geruzie met de lokale overheden, al zeven jaar lang. Net als bij ons willen de Schotten op termijn minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen als aardgas of olie. Om redenen die u kan begrijpen, geloven ze hier minder in zonne-energie. Wél in windmolens. De overheid plande een windmolenpark in het gebied dat Trump kocht om er zijn golfbaan aan te leggen. De baan, in de duinen met de zee vlakbij, is er, maar het geplande hotel en de vakantieverblijven nog niet. Daaromtrent woedt nog een hele vergunningenoorlog.

Maar op zaterdag 11 augustus is Trump even niet belangrijk. Uitgerekend op het moment dat de haven haar open dag houdt en de visserij feest, hebben ze hier maar oog voor één ding: ‘Circus Rangers’. Want vandaag begint de SFL Division Three aan haar nieuwe competitie. De Blue Toon, zoals het plaatselijke Peterhead FC heet, speelt daarin normaal een meelopersrol. Vorig seizoen vegeteerde men lang onderin, maar toen kwam er een trainerswissel, en ging het iets beter. Gemiddelde opkomst: zo’n 460 man, elk seizoen een beetje meer afkalvend. Behalve vandaag. Vandaag komen ze op tv, rechtstreeks (!) en is de belangstelling overweldigend. Dankzij de gast: Rangers FC. Het grote Rangers, bekend van zijn strijd tegen Celtic – de Old Firm – en zijn Europese successen.

Balmoor Stadium is iets wat je bij ons bij de betere provinciale of weinig kapitaalkrachtige nationale club kan vinden: een houten barakje om tickets te verkopen, een kleine hoofdtribune en aan de overkant een andere overdekte tribune. Achter de doelen, omzoomd met hoge planten om een gratis inkijk te vermijden: gewone staanplaatsen. Kostprijs van het duurste zitje: 15 euro.

Kan je zo een topper ontvangen? Neen. En dus werd er een paar weken terug in allerijl gebeld naar Argyll Scaffolding, de specialist in stellingen hier, met een zaak in de haven. De voorbije dagen werd getimmerd aan noodtribunes, om de fans achter de doelen wat beter te kunnen stapelen. Het is een kleine stelling geworden, zien we, met brede staanplaatsen in hout. Veerkrachtig, zo ook uitgetest door de Rangersfans. Mocht het zaakje het begeven, zouden ze amper een halve meter diep vallen. Toch fronst de agent die al jaren fans van Rangers en Schotland naar voetbalmatchen begeleidt bij het zien van de stelling de wenkbrauwen: “Ik heb in Europa – onder meer in Moldavië – al veel dieptepunten gezien, maar dit slaat alles.”

Vissers

Peterhead. Waar de meeuwen schreeuwen, al heel vroeg in de ochtend… Als anderhalf uur voor de wedstrijd de spelers van de Rangers van de bus stappen, sommigen zichtbaar getekend door het harde Schotse leven, zitten de fans in de paar pubs die de stad rijk is, al flink te hijsen. De pubs ruiken naar verschraald bier en oud tapijt. Het aantal tickets dat de bezoekers voor deze wedstrijd kregen, is beperkt, tot 1600, in totaal kan 4000 man binnen. Dus legden de diverse supportersclubs samen een bus in. Op die uit de streek Fife zit John. Hoe hij tegen dit avontuur in de kelders van het Schotse profvoetbal aankijkt? Positief, verrast hij. Hij hangt het verhaal op van eeuwige trouw en dat dit allemaal maar tijdelijk is. En dat de wraak hard zal zijn. “Dat ze tegen ons hebben gestemd, al die eersteklassers, is uit haat, meneer. Uit haat en afgunst.” Zijn rode ogen voorspellen weinig goeds. ” We’ll be back.”

Het zijn harde mensen, de Schotten, zeker in het noorden. Chris, de fotograaf, maakte hier ooit voor een blad een reportage over het vissersvolk, ten tijde van de invoering van de quota die de vloot decimeerden. Het werden foto’s van mannen met kerven in het gelaat, vaak een of meer vingers kwijt. Ze varen uit op zondagavond, richting Noorwegen. Op maandagnamiddag beginnen ze te vissen, op donderdagnamiddag stoppen ze, om vrijdagavond binnen te zijn. En dan: ontspanning, het geld opzuipen. En dan wordt er weleens gevochten of komen er drugs aan te pas. Vroeger gingen vierhonderd boten vanuit dit hoge noorden op visvangst, nu zijn het er nog een honderdtal. Bemand met telkens zes mensen, hoogtechnologisch begeleid, met vis die nog tijdens de vaart gesorteerd en verwerkt wordt. Een visser toont ons zijn schip. Het is makkelijker dan vroeger, zegt hij. “Er is minder concurrentie en meer vis.” Vaak werken ze in Noorse wateren. Hij toont ons de kaart, Stavanger is inderdaad vlakbij. Daar kunnen ze ook schuilen, als de zee te woest wordt. En ja, ze varen het hele jaar door, ook in de winter…

Dit is geen plaats waar je in de winter wil komen, zegt John, die verbroedert met een fan van de Blue Toon. Vorige winter speelde Celtic al eens op Peterhead, voor een bekerwedstrijd. “Het sneeuwde.” De fan van Peterhead blijkt een vriend te zijn van Dean Cowie, middenvelder van de ploeg. “We hebben samen op school gezeten. Hij is vandaag jarig, ongelooflijk hé.” Cowie is de enige basisspeler uit het stadje zelf. Na wat omzwervingen door het buitenland – hij studeerde in de VS, voetbalde in Australië, en hopte een paar clubs uit het Highland Football af – is hij terug thuis. Zijn vader heeft een vissersbedrijfje waar hij nu werkt. Twee keer per week trainen ze, op dinsdag- en donderdagavond. En nu mag hij tegen de Rangers voetballen, live op tv. Eerst thuis, straks op Ibrox en dan daarna nog twee keer, want omdat ze slechts met tienen zijn, voetballen ze vier keer tegen elkaar. Zijn vriend: “Voor ons kan het seizoen niet stuk.”

Balmoral

Volgens Andy zit de ploeg terecht in vierde klasse. “De directie heeft gesjoemeld en moest worden gestraft. Ik heb er geen problemen mee. Maar we komen terug.” Net als John blijft ook Andy zijn ploeg trouw. Om hier te raken hebben Andy, John en Chris er net als wij een helse tocht op zitten. Iets minder dan driehonderd kilometer scheidt Peterhead van Glasgow, maar de weg naar het noorden gaat via een ontelbaar aantal rotondes en single lanes door verkeersremmende steden als Perth, Dundee en Aberdeen. Via de bergen is het mooier, de Highlands in, langs Braemar, waar ze in september Highland Games houden, en Balmoral Castle, de zomerresidentie van de Queen. Het leven van een fan in de Schotse derde klasse is het avontuur, knikt John. “Ik ga dit seizoen plaatsen bezoeken waar ik nog nooit in mijn leven was.”

Een van de tegenstanders dit seizoen is Berwick Rangers, een Engels grensstadje in het hoge noorden. Omdat Schotland dichterbij is, spelen zij al sinds 1955 in de Schotse competitie. De ‘dichtste’ verplaatsing van de Rangers is dit seizoen niet naar Celtic, maar naar Queen’s Park, de enige amateurclub in het Schotse profvoetbal. Queen’s Park voetbalt in Hampden Park, waar de nationale ploeg zijn thuiswedstrijden speelt. De ploeg heeft geld, speelt voor gemiddeld 600 (!) man, maar maakt er een erezaak van dat de spelers niet worden betaald. Er is alleen een onkostenvergoeding voor verplaatsingen. En die kunnen oplopen. Zo moest Elgin City, ook uit het noorden, vorige zaterdag twaalf uur bus doen (zes heen, zes terug), naar aanleiding van het bezoek aan Brechin City. De wedstrijd eindigde op 0-0.

Op de persconferentie daags voor de wedstrijd doet Rangerscoach Ally McCoist in Glasgow hard zijn best om zijn ontgoocheling niet uit te spreken. “Moreel is het te verdedigen dat we in deze afdeling spelen. De tegenstand? Je moet er evenveel respect voor opbrengen als voor de eersteklassers die we gewoon zijn”, zegt hij. Waarbij hij in een adem de ontvangst looft die hij kreeg toen de Rangers hun kandidatuur voor deze reeks stelden. Wat duiding hierbij. Toen de oude Rangers failliet gingen en werden overgenomen, werden de nieuwe eigenaars uit de Premier League gestemd. Zo gaat dat hier, de andere clubs beslisten of de nieuwe Rangers mochten blijven. Vervolgens stemden ook de ploegen uit de First Division tegen de Rangers… Gelukkig ving Division Three de Rangers graag op. McCoist: “Toen ik op hun vergadering kwam, stonden de mensen van East Stirling recht en gaven ze ons een applaus.” Hartverwarmend, maar ze kunnen in Division Three natuurlijk ook rekenen. Twee keer per seizoen Rangers thuis, een uitverkocht stadion, wat zakenlunches, zo’n match is goed voor 300.000 euro inkomsten, tv inbegrepen, want Sky toonde zich direct bereid om de hele helletocht van de Rangers op televisie te brengen. McCoist: “Hun welkom was gemeend, dat voelde je.” Andy: “Ja ja, en het geld ook, denk ik. Maar liever hen rijk maken, dan al die f*** eersteklassers.”

Bloed drinken

Hoe is het in godsnaam zover kunnen komen?

De Glaswegians blijken niet zo verknocht te zijn aan hun traditieclub. Om verschillende redenen. Zo is de stad nu al in de ban van de Gemenebestspelen, die ze in 2014 mag organiseren. Op de vorige editie, in Delhi, gaf Usain Bolt nog forfait, maar heel Glasgow hoopt dat de Jamaicaan dit keer wél van de partij zal zijn. Het organisatiecomité van de Spelen, die Manchester na 2002 een revival bezorgden, wil Bolt op affiches uitspelen samen met wielerheld Chris Hoy, het baanfenomeen dat in Peking drie en in Londen twee keer goud won. Hoy komt wel uit Edinburgh, het culturele hart van Schotland, waar de Hearts en de Hibs zondag streden om de voetbaleer in de stad. Bij gebrek aan Rangers-Celtic in Glasgow is dit nu tijdelijk de hotste derby van het land. The Old Firm wordt dus niet echt gemist.

Een tweede reden is te vinden in de economische toestand in Schotland. Het zijn hier barre tijden. Goven, de wijk waar Ibrox – de thuisbasis van de Rangers – is gevestigd, kent een hoge werkloosheid. Het is geen buurt waar de toerist graag vertoeft, al heb je nergens een gevoel van onveiligheid en wijzen buurtbewoners vriendelijk de weg naar de metro die ons in het centrum moet brengen. Het gesprek naast ons gaat over de Polen. Werk is er nog, tegen een minimumloon van 6,5 pond, zegt mijn buurman. Handje contantje, netto is bruto. Maar veel ervan wordt ingepikt door de Polen. De invasie uit Oost-Europa is brutaal, in Glasgow moeten nu zo’n 150.000 Polen rondlopen en werken, beweert hij. Celtic speelde er al op in, door wat Poolse voetballers aan te trekken.

De tijd dat protestanten en katholieken hier nog met getrokken messen tegenover elkaar stonden, is al lang voorbij. Religie is in Europa geen thema meer, traditie wel en leedvermaak nog meer. Toen begin februari de omvang van de schuld van de Rangers duidelijk werd, werden de fans luid uitgelachen.

Het wordt niet openlijk gezegd, maar dat de Rangers weggestemd werden uit de Schotse eerste klasse, daar hebben die van Celtic ongetwijfeld de hand in. In tegenstelling tot wat je zou denken, hield men in de wijk Parkhead, de thuisbasis van Celtic, absoluut niet vast aan de Old Firm, om het kampioenschap te trekken. Andy, een Rangersfan: “Je kon die van Celtic nooit rechtstreeks op uitspraken tegen ons betrappen. Het waren de andere ploegen die als eerste openlijk tegen ons stemden, maar als de mensen van die andere ploegen bleken uiteindelijk altijd wel een band met Celtic te hebben.”

Advocaten, zakenlui, boekhouders,… ” They don’t care“, ze geven absoluut niks om de Rangers. En de anderen evenmin. Elke club heeft het financieel moeilijk, hoor je. Rangers en Celtic domineren van oudsher het kampioenschap, pakken het grootste deel van de televisierechten en hebben verhoudingsgewijs meer stemrecht. Als een van die grote twee verdwijnt, is er op korte termijn meer voor de rest. Commercieel staan de Schotten in vergelijking met de Engelsen of zelfs de rest van Europa nergens. Qua toeschouwersaantallen valt het in eerste klasse mee, maar qua televisierechten en commerciële deals loopt men achter. Gezien de crisis, die in 2009 haar dieptepunt bereikte, is elke cent welkom. Ook al gaat dat ten koste van een traditieclub. Vandaar de afrekening, de rest is voor romantici.

Overigens zat Celtic twee decennia geleden in nagenoeg dezelfde benarde financiële toestand, al was de put iets minder diep. Het had zijn successen van de jaren tachtig gebouwd op bij de Bank of Scotland geleend geld. Toen dat moest worden terugbetaald, gaf de club niet thuis. Uiteindelijk kwam op de allerlaatste dag een suikeroom uit Canada opdagen. Fergus McCann had in Montréal en Phoenix veel geld verdiend, was fan en redde de club. Hij moderniseerde Celtic Park, bracht de club naar de beurs en na een paar jaar van veel bekritiseerde besparingen weer naar de top.

Op het moment dat McCann de ploeg redde, ongeveer halverwege de jaren negentig, was de dominantie van de Rangers totaal, met negen titels op rij. Onder eerst Graeme Souness, later Walter Smith en vervolgens nog even Dick Advocaat overheerste de club, ook door de besparingen bij de concurrent. De sterke man achter de Rangers was David Murray, in zijn jeugd een niet onaardige rugbyspeler. Een man met een persoonlijk drama: bij een verkeersongeval raakte hij beide benen kwijt. Zakelijk was hij echter een succes, Murray was Mister Metal in Schotland. Wie vanuit Glasgow de trein neemt naar Edinburgh, passeert zijn fabriek.

Wat de buitenwereld niet wist, was dat het succes van Murray steunde op twee pijlers: geld van de bank, steeds meer, en belastingontduiking, door te werken met dubbele contracten en te betalen via offshoreconstructies op het eiland Jersey. Op die manier konden de Rangers, die naar Schotse normen waanzinnige salarissen betaalden om toppers te blijven lokken, onder Dick Advocaat het halve Nederlandse elftal naar Glasgow halen en het Schotse transferrecord voor Tore André Flo(p) breken. Achttien miljoen euro kostte de Noorse spits toen hij van Chelsea kwam.

Precies die twee dingen doen de Rangers nu de das om. In zijn pogingen om competitief te blijven, leende Murray steeds meer bij de Bank of Scotland. Toen die als gevolg van de bankencrisis overging in de handen van de Lloyds Group, kwam een en ander aan het licht. Murray betaalde nooit zijn leningen terug. Lloyds deed prompt alle moeite om zijn geld terug te eisen, zodat Murray zich genoodzaakt zag de club te verkopen. Tegelijk liep er ook een groot belastingonderzoek, naar de dubbele contracten en de betalingen. De zaak is nog steeds hangende, maar zou, in het geval van een veroordeling, de Rangers handenvol geld kosten.

Murray vond uiteindelijk geen koper en schonk de club in mei 2011 weg aan Craig Whyte. Diens bloed kunnen ze in Glasgow allemaal drinken, want geen zes maanden later was de zaak failliet. Whyte, een dubieuze zakenman, had geen geld om de club draaiende te houden en financierde zijn overname met de ticketinkomsten voor de komende vier jaar. Volgens recente speculaties zou hij vooral verdiend hebben aan de koop van de Rangers, omdat hij wél het stadion en het oefencomplex in handen kreeg. Andy: “Murray bedroog de boel, maar Whyte lichtte de zaak op, dat is nog een graad erger.”

Hoe kan het dat de Schotse FA nooit ingreep? Blijkbaar omdat er amper controle is, dat is duidelijk. In Schotland is er geen licentiesysteem.

Dieptepunt

Ondertussen in Peterhead… Twee uur voor de aftrap doen ze druk langs Balmoor Terrace, waar een ingehuurde doedelzakspeler de lokale zakenlui verwelkomt, die dit eerste bezoek van de Rangers in stijl willen vieren in een voor de gelegenheid opgetrokken viptent. Even voor zijn spelers doet Charles Green, de nieuwe eigenaar van de Rangers, zijn intrede. Die geniet bij de fans – voorlopig – het voordeel van de twijfel. Hij schermt voortdurend met de steun van “bekende miljonairs”, maar noemt geen namen. Alleen die van Mike Ashley.

Het niveau van de wedstrijd is belabberd. De Rangers hebben zelfs de luxe om de Braziliaan Emilson Cribari op de bank te houden. Ooit, maar dat is al even geleden, sterkhouder bij Lazio in de Serie A. Aanvoerder is Carlos Bocanegra, kapitein van de VS op het WK in Zuid-Afrika. Nu actief in Peterhead. Hij verliest er zijn glimlach niet bij en groet bij het betreden van het stadion de fan die luid zijn naam roept.

De wedstrijd is afgrijselijk, geen tempo, lange ballen, veel inzet. Als teenager Barrie McKay, een naam om te onthouden, kwiek en dartel, even voor het half uur makkelijk de score opent, lijkt de ban voor de bezoekers gebroken. Maar dat is gerekend buiten de weerbaarheid van Peterhead, dat na de rust veel agressiever op het veld komt en zowaar twee keer weet te scoren. Pas in de 90e minuut voorkomt Kevin Kyle de ultieme vernedering: laatste in de laagste afdeling van het Schotse profvoetbal. McCoist: “Zij die dachten dat het een gezondheidswandeling zou worden, mogen hun mening bijstellen. Elke uitwedstrijd wordt een cup game.” Ondertussen wint Queen’s Park met 0-2 van East Stirling, de amateurs staan mee aan de leiding in de Third Division. De wereld op zijn kop.

Geen kwartier nadat de wedstrijd is afgelopen, pakt Circus Rangers in want de busreis terug is lang. Als om het te onderstrepen, nemen de meeuwen weer bezit van het stadion. Massaal strijken ze neer, op zoek naar achtergebleven voedsel. Het leven in Peterhead kan weer zijn gewone gangetje gaan.

DOOR PETER T’KINT IN SCHOTLAND – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Division Three ving de Rangers graag op. Ze kunnen daar natuurlijk ook rekenen.

Dat de Rangers weggestemd werden uit de Schotse eerste klasse, daar hebben die van Celtic ongetwijfeld de hand in.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content