De champagne mag worden gekoeld : het moet al zwaar tegenzitten als Club Brugge zich volgende vrijdag in Bergen niet voor de dertiende keer tot kampioen kroont. De misstap van Anderlecht in Westerlo inspireerde blauw-zwart zaterdag in Moeskroen niet echt tot flitsend voetbal. Nog maar eens bleek hoe moeilijk Club het heeft om een wedstrijd te domineren als er geen bewegingsvrijheid is. Maar het blijft een kunst om ook dat soort steriele partijen om te zetten in winst. De efficiency is al het hele seizoen optimaal : 79 doelpunten voor en slechts 20 tegen, 24 overwinningen en twee nederlagen, 77 punten op 93, een percentage van 83 %, sprekender kunnen cijfers niet zijn. Club Brugge blijft een muur, een op Belgisch niveau moeilijk te ontgrendelen ketting, een bolwerk van discipline en engagement. Zoals ook zaterdag tegen het stugge en op het middenveld met mandekking uitpakkende Moeskroen bleek. Verbeten bleef Club Brugge gaan, steeds binnen hetzelfde systeem voetballend, wachtend op die ene flits die de wedstrijd kon beslissen. Ook hierin zit hem een fundamenteel verschil met Anderlecht.

Het is verbazend op welke lakse manier de uittredende kampioen in Westerlo de laatste kans op de titel te grabbel gooide. Frank Vercauteren werd de afgelopen weken bejubeld als de trainer naar wiens directieven iedereen zich plooit, maar dat beeld moet inmiddels weer worden bijgesteld. Het probleem van Anderlecht wortelt al langer veel dieper. Er is veel meer nodig dan een trainerswissel om dat op te lossen. De club schiep de afgelopen jaren een situatie waarin de vedetten zich alles mochten veroorloven en verzuimde het om de gezwellen tijdig weg te snijden. Het onvermogen van een aantal spelers om zich voor een match in Westerlo op te laden – een week na de gala-voorstelling tegen Standard – was hallucinant. Het is niet met de concurrentie te verhogen dat je dat oplost. Frank Vercauteren, die relatief weinig ervaring heeft als hoofdtrainer, maar grenzeloos veel krediet krijgt, staat voor een aartsmoeilijke opdracht.

Toch was het vrijdag frappant om zien welke positionele fouten er achteraan worden gemaakt. De nieuwe jeugdlichting wordt de hemel in geprezen, maar voetballers als Mark De Man en Anthony Vanden Borre vertonen qua positiespel onthutsende mankementen. Dat geeft geen zekerheid aan de ploeg.

Na het gelijkspel van RC Genk tegen KV Oostende zal Standard nog moeilijk van een Europees ticket weg te houden zijn. Dat is een terechte beloning voor de Rouches die bij momenten uitstekend voetbal brachten en waar het dit seizoen tegen de stijl van het huis in opmerkelijk rustig bleef. Nu Dominique D’Onofrio afhaakt, valt het te hopen dat ze bij Standard geen fouten maken in de keuze van de nieuwe trainer.

Hoe bepalend die trainer kan zijn, is in de terugronde bij KV Oostende gebleken, waar Herman Vermeulen met een juiste methodiek en tactische aanpak haast een mirakel verricht. Het moet tot bezinning leiden bij die trainers die als voetballer een aantal A-interlands speelden en het vroeger niet nalieten om schamper over Vermeulen te doen. Onder Vermeulen is de sereniteit aan de kust teruggekeerd. Dat kan niet gezegd worden van Bergen, waar een dispuut met voorzitter Dominique Leone trainer Jos Daerden de kop kostte. Het zijn nochtans de bestuurders die graag het belang van continuïteit onderstrepen. En helemaal onbegrijpelijk was de woedeuitval van Johan Vermeersch, de sterke man van Brussels, die vorige week na de nederlaag van zijn ploeg op KV Oostende riep dat hij zijn spelers de Noordzee moest ingooien. Vermeersch wilde bovendien duizenden fluitjes kopen om aan de supporters uit te delen, zodat die hun ploeg konden uitfluiten. De grenzen van het fatsoen worden in de voetballerij steeds weer overschreden. Misschien leeft Vermeersch wel met de illusie dat zijn ingreep voor de 3-2-zege tegen Lierse zorgde.

Eigenlijk hoeft Johan Vermeersch geen zondebok te zoeken. Hij moet uitsluitend bij zichzelf te rade gaan. Alleen de voorzitter was verantwoordelijk voor de grotendeels tegenvallende transfers. Alleen Vermeersch bepaalde dat de niet bij iedereen in de groep even goed liggende Robert Waseige alsnog moest proberen om de sportieve situatie om te buigen. Vermeersch oogst gewoon wat hij zaaide. Je moet heel veel lef hebben om spelers te beledigen terwijl je er als bestuurder niet in slaagt ze op tijd te betalen. Maar het ergste is : dat soort mensen zijn de dirigenten van ons voetbal.

Jacques Sys

Vermeersch oogst wat hij zaaide.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content