Behoudens een mirakel in de laatste twee speeldagen zal Standard volgend seizoen weer geen Champions League spelen, Club Brugge wel minstens de voorrondes. Analyse van een harde topper.

De kwesties

De vragen luidden :

1. Wie wint in de strafschopzones de oorlog in de lucht ?

2. Hoe weerstaat Standard op het middenveld de pressing van Club Brugge ?

3. Hoe weerstaat Club Brugge de druk op het centrum van zijn verdediging, de snelheid en de kracht die uitgaat van Mpenza en Kaklamanos en de infiltraties van Moreira ?

4. Hoe reageert Club Brugge op de scherpe centers in de rug van de verdediging waar Walasiak zelfs vanop dertig, veertig meter zeer bedreven in is ?

5. Klopt het positiespel centraal achterin bij Standard en, vooral, wordt er wel synchroon op buitenspel gespeeld ?

6. Zal Club Brugge met de afwezigheid van De Cock (geblesseerd) en Victor (geschorst) geen explosiviteit missen ?

7. Zal het Standard zonder aanvoerder Dragutinovic (geblesseerd) en een sleutelspeler als Bisconti (ziek) niet aan leiderschap ontbreken, om bijvoorbeeld nog maar goed te reageren als Verheyen een keertje tussen de linies op wandel gaat ?

8. Wie werkt het best af ?

De 1e helft

Vijf minuten duurde het alvorens Standard achterin kraakte, bij een fase waarin het de defensieve fouten opstapelde. Turaci liet zich in een kopduel te gemakkelijk opzijzetten door het sterke lichaam van Saeternes ; Verheyen kon op links Clement vrijspelen, omdat Vandooren de dekking aan de binnenkant verwaarloosde en Enakarhire centraal bleef hangen. Lange kon de center vrij intikken : 1-0. Standard had het achterin van bij de start lastig met de drie hardwerkende spitsen van de thuisploeg, jongens die op automatismen teren, een duel kunnen winnen en een bal afschermen. Maar meer nog kende Standard problemen centraal op het middenveld. Club had er met Clement, Englebert en Blondel drie man, Standard met Curbelo en Moreira maar twee. De bezoekers waren te zien aan de samenstelling van hun middenveld gekomen om te voetballen, maar door de pressing van Club raakten ze er niet aan de bal. Op het kwartier vielen er ook al de eerste gaten. Dankzij veel loopvermogen, mentaliteit, duelkracht en veel complementaire bewegingen kwamen bijna om beurt Blondel, Englebert en Clement vrij. Een zeer goed geïnspireerde Van der Heyden drong bovendien Walasiak achteruit.

Aan de overzijde zette Maertens géén druk, maar Mumlek verzoop er sowieso al, net als Moreira en Curbelo dus, ook omdat Verheyen zich af en toe in zijn zone liet afzakken. Maar één splijtende pass kan volstaan, bewees Mumlek diep in de eerste helft, toen hij vanop afstand Mpenza vrij voor Verlinden zette. De afwerking bleef evenwel in gebreke : Mpenza miste zijn lobbal, Verlinden ving hem makkelijk op. Verder wonnen Spilar en Simons centraal alle cruciale duels van Mpenza en Kaklamanos. De spitsen van Standard werkten hard, maar door de problemen op het middenveld kregen ze weinig bruikbare ballen.

De 2e helft

Standard was agressiever na de rust, het won wat meer duels en nam ook wat meer risico’s. Club Brugge liet de pressing zakken en Curbelo kwam veel makkelijker aan de bal. Hij was het ook die nog voor het uur dé kans miste toen hij schuin voor Verlinden verscheen en zijn steekballetje nipt naast verdween. Standard was nog een tweede keer dicht bij een doelpunt, maar Simons redde in extremis voor Kaklamanos.

Club Brugge nam nog weinig risico’s, uit schrik om fouten te maken en te veel ruimte weg te geven. Standard maakte de fout te veel via het centrum te proberen, waar het doorgaans potdicht zat. Het maakte geen gebruik van de ruimte die links en rechts van het centrum werd aangeboden, noch van dat beetje ruimte dat er soms in de rug van Blondel viel. De flankmiddenvelders zochten te snel de binnenkant op, de tegenstand dus. Standard speelde daarmee in de kaart van Club, dat zich daardoor niet moest aanpassen. Walasiak was ronduit zwak, zijn vervanger Riise niet beter. Daar kwam dus niks van. Aan de overkant kwamen er van Mumlek een paar goeie centers, zijn vervanger Datti toonde vooral het nadeel van een rechtsvoetige op links. Vandooren forceerde wel een paar keer een doorbraak, zij het op wilskracht en zonder precisie. Van Turaci kwam hoogstens één goede center. Moreira zwierf wel links en rechts uit, maar was te individueel gericht, miste snelheid in de passing en gaf daardoor de verdedigers te veel tijd.

Club Brugge verdedigde en liet na de ruimte te benutten die Standard liet. De passing was onzuiver, de handelingssnelheid te traag. De spitsen, die hard voor de ploeg bleven werken, stonden verder van doel af, de aansluiting in hun rug was veel minder dan voor de rust en daardoor waren ze veel makkelijker te verdedigen, want vrij statisch. Club miste toen een speler als Victor, een spits die met snelheid en ritmeveranderingen beweging en actie kan brengen. Mendoza kwam er daarom in, maar zat nooit echt in de match. Vijf, zes keer wel liep de thuisploeg op het eind nog in de buitenspelval, omdat de kwaliteit om dergelijke situaties beter uit te spelen ontbrak.

De conclusie

Een harde en spannende topmatch werd verdiend gewonnen door Club Brugge, omdat het scoorde en een betere organisatie had dan Standard. Het had anders gekund, zoals vaak in voetbal, maar wat niet is, is niet. Of niet ?

Dominique d’Onofrio, trainer van Standard : “Helaas begonnen we niet aan de wedstrijd zoals het hoorde, want veel te week in de duels. Helaas pakten we alweer vroeg een stupide goal. Brugge greep ons meteen naar de keel, maar over het geheel van de wedstrijd creëerden we zeker evenveel kansen als zij én op basis van de tweede helft verdienden we veel meer dan deze nederlaag. Helaas benutten we geen enkele van onze kansen en konden we hen niet aan het twijfelen brengen. Brugge was vandaag nochtans te pakken.”

Trond Sollied, trainer van Club Brugge : “Deze wedstrijd had alles, uitgezonderd goed spel. Er was te veel te verliezen en te veel te winnen. We konden Standard in de eerste helft vrij hoog pressen en hen dwingen de lange bal te spelen, maar slaagden er niet in ons middenveld zo goed te gebruiken zoals ik het hoopte. Maar wie vooraf op het veld gewandeld had en daarbij bijna zijn voeten gebroken had, wist dat het mission impossible was om goed voetbal te spelen. Na de rust waren we een beetje bang om ruimte en onze voorsprong weg te geven en liepen we te veel achteruit in plaats van de duels te winnen vóór de tegenstander. Toen Standard niet scoorde op die kans voor Curbelo, wist ik dat we zouden winnen. Want in zulke toppers als vandaag krijgen beide teams kansen en is de kwestie de weinige mogelijkheden te benutten. Dat deden wij vandaag. Maar Standard is een goed team, het is niet minder dan Anderlecht of Club Brugge. Het zou goed zijn voor het Belgisch voetbal als het volgend seizoen Europees zou spelen.” Dat zal gebeuren, maar hoogstwaarschijnlijk in de Uefabeker.

door Christian Vandenabeele

Club Brugge won verdiend, omdat het scoorde en een betere organisatie had dan Standard.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content