Het rot zit in de kleedkamer van Club Brugge, berichtte Het Nieuwsblad/De Standaard vorige week. Hoezeer de spelersgroep de voorbije dagen ook zijn best deed het tegendeel uit te stralen, het vertrek van Marc Degryse en Emilio Ferrera, die aan een schoonmaak begonnen waren en enige greep op de groep hadden, heeft de club daarin alleen maar verder achteruit gezet. Het is geen toeval dat vroegere verhalen van Jonathan Blondel die te veel uitgaat nu weer opduiken en dat hij uit de ploeg verdween en geblesseerd raakte. Net zoals het niet hoeft te verbazen dat sommigen vreemd opkijken als ze Jason Vandelannoite horen zeggen dat het toch niet slecht zou zijn als de wedstrijd in het weekend waarin er een fuif plaatsvindt, verschoven zou worden. Niet iedereen legt blijkbaar de prioriteiten óp het veld.

Wie op de traditionele nieuwjaarsreceptie van Club Brugge rondkeek, zag dat het de spelers zijn die nu met de vinger worden gewezen die er na een paar minuten al weg waren. Niemand van de in een donker hoekje bijeen gekropen technische staf die de spelers langer op de afspraak hield, niemand van het bestuur ook trouwens die de bezoeker aan de ingang eendrachtig verwelkomde. Zoiets kruipt op den duur ook in een spelersgroep.

Bosko Balaban was een van de eersten die vertrokken. Voor de wedstrijd tegen STVV – hij was geschorst – vond hij het blijkbaar ook niet nodig zijn ploeggenoten te komen aanmoedigen of zich om zijn afwezigheid schuldig te voelen. Dat doet hij ook niet als hij het op handtekeningensessies met supporters op een gegeven moment belangrijker vindt te zitten gsm’en en louter quasi nonchalant hier en daar nog een krabbel zet. Geen enkele trainer is erin geslaagd hem daarin bij te sturen en ervan te weerhouden zich in wedstrijden à la carte in te zetten, ofschoon híj wel zijn lichaam verzorgt, op de krachttrainingen voor en na de veldtrainingen stipt aanwezig blijkt en professioneel zijn oefeningen afwerkt. Maar het typeert het gebrek aan clubgevoel en meedenken dat een te groot deel van de selectie mist.

Cedomir Janevski heet in Brugge vooral een goeie gast te zijn, zeker wie bij de beloften nog pinten met hem dronk zal dat beamen, maar vooralsnog is hij te emotioneel begaan met zijn nieuwe job en te onervaren om nu in de entourage al veel te kunnen veranderen.

Er zal daarom meer nodig zijn dan een persstop om het tij te keren. Een ervaren trainer met harde hand en ongebonden kijk van buitenaf om ook de scouting en de medische staf door te lichten. Luc Devroe kan voor de schoonmaak altijd bij Marc Degryse te rade gaan. Naar het nummer van Bert van Marwijk hebben ze in Brugge in elk geval al geïnformeerd.

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content