… Club met een vergrootglas op de tv-mozaïek volgen

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Acteur Rik Verheye (30) schitterde in de Callboys als Jay en Jeremy Vleugels, maar het hart van de creatieve duizendpoot van Woestijnvis klopt bijna net zo snel voor Club Brugge.

‘Mijn verste Clubherinneringen gaan terug naar begin jaren negentig, toen ik als manneke van een jaar of vijf op bezoek mocht bij Jan Ceulemans. Het fotootje, genomen in zijn tuin, en het truitje van Assubel heb ik nog altijd. Mijn vader, een echte Clubsupporter, is gestorven toen ik zeven jaar was, waardoor we nooit samen naar het stadion zijn geweest. Af en toe mocht ik eens mee met een nonkel, al volgde ik Club vooral op tv. Maar we hadden geen betaaltelevisie, zodat ik op mijn kamertje – vol met Clubsjaals en vlaggen – de mozaïek opzette en met een verrekijker én vergrootglas naar dat kleine vakje rechts onderaan keek en tegelijkertijd op Radio 1 de sfeer van de match probeerde te vatten (lacht). ’s Avonds of de dag erna keek ik dan naar de samenvattingen.

‘Op mijn 13e of 14e kreeg ik een abonnement en ging ik, in de periode met Trond Sollied, samen met mijn moeder naar de matchen in de Champions League. Ongelofelijke herinneringen. Toen ik aan het Herman Teirlinck Instituut begon te studeren en in Antwerpen woonde, is de liefde voor Club nooit vervaagd. Dora van der Groen, van wie ik les kreeg, was een enorme voetbalfan. Ik zie ons nog zitten in het repetitielokaal. Samen naar Champions Leaguematchen kijken… Ze gebruikte het voetbal als metafoor voor het samenspel tussen acteurs. Acteren is ook een ploegsport. Je wil, net als voetballers, zo attractief mogelijk spelen, maar je moet de ander ook zijn moment gunnen.

‘Ik heb een voorkeur voor de échte ploegspelers, zij die de waarden van Club – mouwen opstropen en werken voor de ploeg – uitstralen. Zoals Ruud Vormer en Jelle Vossen, jongens die ik het vergeef als ze eens wat minder zijn omdat ze er altijd voor gaan. Ik vind het zalig om op Club rond te lopen. De jonge gasten van de marketing- en commerciële ploeg ken ik ondertussen allemaal. Ik ben daar gewoon graag. Een andere wereld dan de mijne – film, theater, tv -, maar ik vind het schitterend om achter de schermen mee te kijken. In de kleedkamer, in de spelerstunnel, tijdens de match achter de dug-out… Dan voel ik me als een klein kind die in de cockpit mag.

‘Als ik kan, dan zit ik in het stadion. In de play-offs miste ik door een optreden in Parijs alleen de verplaatsing naar Oostende, toen we nog kampioen konden worden. Net voor de laatste scène heb ik stiekem even gekeken. Verloren. Pissed… Ik kan lastig zijn na een verliesmatch, maar ik denk dan altijd: doe eens normaal, er zijn ergere dingen in het leven. Ik bén fanatiek, in die mate zelfs dat ik in de competitie evenveel kan genieten van een nederlaag van Anderlecht. En, wellicht is dat mijn cynische deelpersoonlijkheid: als we verliezen, dan liefst met 6-0 (lacht). Want als het kantje boord is, hebben ze wel een uitleg klaar: geen geluk, de scheidsrechter…

‘Ik ben dat gezaag van bepaalde trainers over de refs beu. Calimerocomplex! En neen, ik doel daarmee niet specifiek op Hein Vanhaezebrouck, een heerlijke trainer voor zíjn ploeg die het publiek kan bespelen. In tegenstelling tot René Weiler, een saaie boekhouder, maar wel een goede boekhouder. Vanhaezebrouck denkt nochtans dat ik hem als Clubsupporter niet moet. (buigt zich naar het bandje) Wel beste Hein, bij deze: veel respect.’

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Acteren is ook een ploegsport. Je wil, net als voetballers, zo attractief mogelijk spelen, maar je moet de ander ook zijn moment gunnen.’ Rik Verheye

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content