Anderlecht en Club Brugge hielden elkaar in bedwang. Marc Brys, Herman Vermeulen en Francky Dury analyseren de kraker van de elfde speeldag.

1. De wedstrijd

Francky Dury : “Een uur lang vond ik het een goed niveau, het beste dat ik dit seizoen in België zag. Twee ploegen die ervoor gingen, een goed tempo, vier goals, een tiental kansen, een scheidsrechter die het goed aanvoelde en een terecht resultaat. Ik zal mij er niet over uitspreken of het internationaal niveau was, maar ik zag toch ook tekortkomingen.”

Marc Brys : “Ik vond het een zeer snelle, aangename wedstrijd op een zeer hoog niveau. Tactisch zat er veel in. Top in België. Een terechte uitslag.”

Herman Vermeulen : “Goed niveau, goede spanning, goede snelheid van uitvoering. Duels ook, maar toch voldoende voetbalkwaliteit. Ik vond het een van de betere toppers. Met een juiste uitslag, ware het niet dat een reglementair doelpunt van Anderlecht werd afgekeurd. Louter rationeel zou Anderlecht dus de winnaar moeten zijn, maar ik zou er moeilijk mee kunnen leven. Het was een te zwaar verdict geweest voor Brugge.”

2. Anderlecht

Dury : “Anderlecht was vooral afhankelijk van een sterke Wilhelmsson. Vanderhaeghe en Zetterberg konden het centraal op het middenveld niet belopen tegen de drie balvaste spelers van Brugge. 4-4-2 tegen 4-3-3, ik zie dat niet zo graag. Tegen Betis moesten ze daar ook al wat ruimte weggeven. Je kunt dat oplossen door Goor en Wilhelmsson iets naar binnen te laten verdedigen, maar het gebeurde niet veel de eerste helft. Als je zelf baas bent en veel de flanken opzoekt, Deschacht en Vanden Borre laat komen, voel je die minderheid in het centrum niet zo, maar dat gebeurde niet. De lijn naar Verheyen en Dufer lag ook voortdurend open.

“Serhat en Mpenza zijn twee explosieve spitsen die zo snel mogelijk aangespeeld moeten worden. Alleen Zetterberg kan hen in stelling brengen. Een keer gebeurde het en het was goal. Verder zijn hij en Vanderhaeghe bijna niet aan de bal geweest. Het was een goede zet van Vercauteren om na de rust Goor centraal te laten spelen en later Vanden Borre door te schuiven. Brugge creëerde zo minder kansen. Traore en De Man lieten centraal achterin zowel in balbezit als bij balverlies geen grote indruk. Er waren nogal wat infiltraties van Brugge in de rug van Vanderhaeghe die ze positioneel niet opvingen.”

Brys : “Ik vond Anderlecht in 4-4-2 vooral snedig over de flanken met Serhat en Wilhelmsson. Jammer dat Goor zijn defensieve taak onvoldoende vervulde. Volgens mij was het de opdracht van Serhat om De Cock af te dekken en moest Goor de derde man worden centraal op het middenveld, waar Brugge met een driehoek speelde. Dat is te weinig gebeurd, waardoor Zetterberg en Vanderhaeghe te weinig in het stuk voorkwamen. Daardoor moest Vercauteren van zijn systeem afstappen. Daar zijn de punten verspeeld, denk ik. Anders had Anderlecht dominanter kunnen blijven spelen. Nu kwam het accent op het centrale gedeelte te liggen en als je met 4-4-2 tegen 4-3-3 speelt, is dat nefast. Anderlecht kon zo te weinig pressie voeren op de man in balbezit, ook op bijvoorbeeld de linkervoet van Vanaudenaerde. Daardoor kwam de bal te snel in het centrale gedeelte, waar de driehoek van Brugge het in balbezit iets te rustig had. Het automatisme met een bal van achteruit op Mpenza die aflegde op Wilhelmsson, leverde een paar keer fris voetbal op, maar Anderlecht kampt ook met het feit dat Mpenza na een bloedvorm een beetje is teruggevallen.”

Vermeulen : “Anderlecht was on-Anderlechts. Het raakte niet in zijn normale spel : het had goed balbezit maar alleen in de breedte en het was veel te weinig dominant. Dat was bijna uitsluitend de verdienste van Brugge. Anderlecht kreeg de eerste helft geen aansluiting naar de spitsen doordat Zetterberg te ver achteruit moest. Een gekend probleem als je 4-4-2 plat speelt : je krijgt een te groot niemandsland naar de spitsen. Goor stond niet diep noch centraal genoeg om aangespeeld te worden. Ik heb hem niet gezien. Wilhelmsson stond daar wel, maar op de zijkant, als valse derde spits. De tweede helft was Anderlecht een stuk efficiënter, maar zonder dat het spelbeeld erg veranderde. Zetterberg speelde iets hoger als schakel tussen middenveld en aanval.”

3. Club Brugge

Dury : “Brugge was aanvankelijk met zijn drie centrale middenvelders tegen alleen Zetterberg en Vanderhaeghe beter in de combinatie en schiep toen ook de meeste kansen. Het speelde zijn meerderheid goed uit en was goed in het bijsluiten. Ik vond ze ook iets meer gedreven. Op links hadden ze met Vanaudenaerde en Verheyen, twee rechtsvoetigen iets minder diepgang, maar op rechts, in de zone van Deschacht, maakten ze veel acties. Balaban haakte veel af in de zone van Vanderhaeghe. Brugge is veel in zijn rug gegaan, het maakte uitstekend gebruik van de ruimte die er in de defensie van Anderlecht tussen de zones lag.”

Brys : “Brugge is absoluut de morele winnaar. Het voetbalde goed, hield het spel de eerste helft goed breed en verdedigde perfect, behalve op de laterale loopactie van Serhat. Het had Anderlecht nog meer pijn kunnen doen, was Clement nog iets meer ingeschoven en hadden ze de driehoek na de rust niet omgedraaid. Dan hadden ze meer pressie kunnen zetten en wat hoger in balbezit kunnen komen. Dan had Balaban ook iets meer voor doel kunnen blijven. Dufer bleef te veel stereotiep op de buitenkant, vond ik. De tweede goal was een automatisme van vroeger.”

Vermeulen : “Brugge had iets minder balbezit, maar speelde véél dieper dan Anderlecht. Het was dominant in de omschakeling. Ik zag voor het eerst het herkenbare spelpatroon terug : een perfecte veldbezetting met die typisch Brugse invulling van de laatste jaren, met heel breed flankenspel en een aanvallende driehoek op het middenveld die beter klopte. Veel had te maken met de speldiscipline van Verheyen op links. Daar wringt dikwijls het schoentje bij Club, bijvoorbeeld als Balaban er speelt. Gert heeft drie dingen gedaan : in balbezit het spel breed gehouden, bij balbezit van Anderlecht Vanden Borre geneutraliseerd, waardoor Wilhelmsson bijna de hele flank voor zijn rekening moest nemen, en een paar loepzuivere ballen naar de tweede paal gebracht. Dat was vroeger hét kenmerk van Brugge en het is bijna niet te verdedigen. Dat Gert de beste van Brugge was op een positie waar hij niet hoort te staan, is dé paradox, want ik vind niet dat hij de linksbuiten van Club moet worden.”

4. De individuen

Dury : “Ik zag een heel sterke Verheyen, die ook nog Vanden Borre neutraliseerde, een uitstekende Englebert, die vaak de derde man was. De driehoek deed het goed. Clement en Vanaudenaerde ook, De Cock ook degelijk, vind ik. Bij Anderlecht was er Serhat met twee doelpunten in evenveel fantastische fasen. Als Wilhelmsson aan de bal kwam, zat ik op het puntje van mijn stoel, bij al de rest had ik dat niet.”

Brys : “Goor, omdat hij zijn defensieve taken niet goed vervulde. Er waren verder de gretigheid en de power van Verheyen, Clement als voortrekker, het scorend vermogen van Serhat en uiteraard de dartelheid van Wilhelmsson.”

Vermeulen : “Serhat, door zijn manier van lopen bij dat doelpunt. Perféct uitgevoerd en bijna niet te verdedigen. Zetterberg door zijn balvastheid en Wilhelmsson omdat hij aanspeelbaar was en voor zijn geniale acties na de rust. Bij Brugge was Verheyen heel belangrijk en vooral, ik durf het bijna niet te zeggen, Englebert. Het verbaast mij dat niemand hem heeft genoemd. Hij blijft de meest onderschatte speler in België.”

5. De competitie

Dury : “Wat ik bij Anderlecht en Brugge niet zie, is het talent van Conceiçao. Standard zit in de winning mood en kende tot nu toe wat ik noem het kampioenengeluk. Als daar nog een paar wintertransfers bijkomen, zal men toch ernstig rekening moeten houden met hen. Anderlecht zit in de Champions League in een zeer zware poule en het is mijn indruk dat ze dat in de competitie wat meeslepen. Bij Brugge groeit het vertrouwen. Het wordt nog een zware strijd tussen de beste drie teams in België voor de twee Champions Leagueplaatsen.”

Brys : “Alles is nog mogelijk.”

Vermeulen : “Anderlecht-Brugge had alleen maar verliezers. Vooraf schreven de kranten : voor Brugge is het van moeten, voor Anderlecht niet. Wat een onzin ! Anderlecht moest winnen, net als Brugge. Punt uit. Ik heb sommige Anderlechtspelers al horen zeggen : ‘Standard houdt dit niet vol.’ Met andere woorden : ze rekenen nu al op het falen van de ploeg in pole position. Wat is dat nu ? ! Standard geeft niet de indruk dat het snel zal lossen. Nee, de enige winnaar zat in Luik.” l

JAN HAUSPIE en christian vandenabeele

‘BART GOOR VERWAARLOOSDE ZIJN DEFENSIEVE OPDRACHT.’ Marc Brys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content