Ik wil reageren op de brief van lezer Davy Van Goethem uit Averbode, die “heel hard heeft moeten lachen met een paar Brugse uitspraken na het behalen van de titel.” Ik moet, als Clubsupporter, op mijn beurt heel hard lachen met zijn brief, die een hoog gehalte aan ontgoocheling, onsportiviteit en frustratie verraadt. Om te beginnen moet hij lachen met Sollied, die beweerde “aan 40 procent van de mogelijkheden te spelen.” Volgens Van Goethem zit Brugge al aan “200 procent van de mogelijkheden.” Van Goethem heeft die uitspraak natuurlijk helemaal niet begrepen. Sollied wou gewoon zeggen dat de groep nog veel progressiemarge heeft : spelers als Simons, Englebert en Ceh hebben nog groeimarge, anderen kwamen nog niet voldoende uit de verf, deels als gevolg van blessures ( Spilar), deels omdat ze niet de hele voorbereiding meemaakten ( Stoica).

Van Goethem meent voorts te moeten lachen met de uitspraak van Simons : “We speelden onze beste wedstrijd thuis tegen Anderlecht.” Volgens Van Goethem was Brugge “rotslecht” en werd de zege ons “geschonken door de scheidsrechter.” Beste vriend, als er één ploeg is die op die bewuste speeldag het etiket “rotslecht” verdiende, dan was het Anderlecht, dat alleen maar dacht aan stampen en schoffelen. Een prestatie om rode kaken van te krijgen. Maar nee, in volle objectiviteit betitelt Van Goethem deze heldendaden als “frustratie die de schuld is van de scheidsrechter.” Ex-scheidsrechter Frans Van den Wijngaert liet in een krant optekenen, dat “er in deze wedstrijd nog meer rode kaarten hadden moeten worden getrokken” : hij dacht toen ongetwijfeld aan Hendrikx, die een loepzuivere en goedgerichte elleboogstoot mocht uitdelen, of aan Baseggio, die bewees dat je ongestraft de tegenstander letterlijk naar de keel mag grijpen, of aan Aruna, die door Broos wijselijk tijdig werd vervangen. Of aan De Bilde en Seol, die na de wedstrijd beledigende gebaren mochten maken naar het publiek.

En Van Goethem raakt maar niet uitgepraat over de scheidrechters : Brugge kreeg veel strafschoppen, “meestal heel licht.” Wat een holle uitspraak. Om mee te, euh, lachen. Ik herinner mij geen enkele, maar dan ook geen enkele strafschop die door de tegenstander werd gecontesteerd. En het houdt maar niet op : hij meent ook nog dat Club de Champions League alleen haalde “dankzij een strafschop in cadeauverpakking in Donetsk.” De rest, bijvoorbeeld de glansprestatie van Dany Verlinden in de terugwedstrijd, deed er natuurlijk niet toe. Weet je wat, Davy ? Club had eigenlijk de tweede ronde van de CL moeten halen, want in Galatasaray werd in de laatste minuut een strafschopfout op Ceh onbestraft gelaten, en in de thuiswedstrijd tegen Lokomotiv Moskou werd een zuiver doelpunt van Gert Verheyen afgekeurd door een Portugese scheidsrechter die me helemaal aan Prendergast deed denken.

Het wordt helemaal, euh, lachwekkend, als Van Goethem beweert dat “Anderlecht maar drie strafschoppen kreeg in plaats van vijftien.” God, ja : of twintig, of honderd, waarom niet ! En laat ons ook maar doelpunten maken met onze handjes, zoals Jes- trovic dat zo goed kan. Maar het toppunt zit in het einde van zijn brief : “Eigenlijk had Anderlecht kampioen moeten zijn.” Wel, Davy, Anderlecht is dat niet en verdiende dat ook niet te worden. Maar dat ze daar in Anderlecht grote problemen mee hebben, lijkt me duidelijk. Getuige uw ondoordachte brief, en getuige ook de uitspraak van bijvoorbeeld manager Verschueren, die beweerde dat “één titel op vijf jaar geen succes is.” Een zoveelste idiote uitspraak van deze man. Nee, Anderlecht doet natuurlijk beter : twee titels in acht jaar, en dit met een budget dat bijna het dubbele van dat van Brugge bedraagt.

Ik hoop dat lezer Van Goethem inmiddels is uitgelachen.

Patrick Van Damme, Brugge

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content