Met het oog op een grote budgettaire stap voorwaarts werkt Club Brugge momenteel aan vier dossiers. Eén : Loyalty Card. Twee : investeringsfonds. Drie : verbouwing van het Jan Breydelstadion. Vier : Aziatische markt. “De Club Brugge Loyalty Card, waarmee supporters door te kopen bij onze commerciële partners hun abonnement zouden kunnen terugwinnen, is een complex project dat we tegen 2006/07 willen realiseren”, zegt bedrijfsleider Filips Dhondt. “Over een investeringsfonds hebben we een studie klaar en enkele heel waardevolle contacten om dat verder uit te werken. Het delicate punt is het beslissingsrecht. Stel dat je zo’n beleggingsfonds kunt ontwikkelen en dat er een bod is op een speler die via dat systeem is gekomen, wie beslist dan of hij blijft of weggaat ? De investeerder vraagt financieel rendement en de club wil sportief rendement behouden. Dat is een delicate evenwichtsoefening. Bedoeling is dat we baas blijven in eigen huis, dus niet zoals met John Cordier in KV Mechelen destijds. Met de stad voeren we ook verkennende gesprekken over infrastructurele aanpassingen aan het 30 jaar oude Jan Breydel. Outdoor seats, bijkomende cateringmogelijkheden, ruimtes die ook op niet-wedstrijddagen zouden moeten geëxploiteerd worden. Een groot project waarvan de financiering grotendeels afhankelijk is van de Champions League. Ten slotte ontwikkelden we ook een concept voor de Aziatische markt dat waardevol kan zijn. Deze week hadden we contacten met Aziaten die zich in onze visie kunnen vinden. Chinezen, ja, makelaars inderdaad. Als we een Aziatische speler met een meerwaarde kunnen halen en die zich hier kan integreren, opent dat een hele reeks commerciële perspectieven.”

Verder wordt er gewerkt aan het optimaliseren van bestaande inkomstenbronnen. De voorbije vijf jaar verdubbelde het aantal toeschouwers omzeggens, werd het aantal commerciële partners sterk opgedreven, verbeterde de commerciële exploitatie van het stadion gevoelig en gingen in de NV De Klokke de resultaten van de merchandising spectaculair omhoog. “De inkomsten uit de competitie stegen met 64,82 %”, aldus Dhondt. “Grosso modo van 10 tot 15 miljoen euro. Met dat grote verschil dat wij in ons budget enkel het nettoresultaat van exploitaties opnemen en niet de omzet zoals de meeste andere clubs. Verhoudingsgewijs wordt er in België wel zeer weinig betaald aan televisierechten. In Nederland en Frankrijk is dat ongeveer 5 euro per inwoner, hier anderhalve euro. Daar is dus nog veel werk te verrichten, in de liga beroepsvoetbal.” (CV)

C.V.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content