Club Brugge en Standard speelden zondag gelijk. Aad de Mos bekeek voor Sport/Voetbalmagazine de strijd aan de top. ‘Runje kan morgen waarschijnlijk niet meetrainen.’

Regel één van Aad de Mos : “Er is geen team dat een prijs gewonnen heeft zonder vast elftal. Neem maar van mij aan : dat zal altijd zo blijven. Kampioenenelftallen kan je uit je hoofd opnoemen, want die spelen bijna altijd in dezelfde formatie.”

Club Brugge, Anderlecht noch Standard voldeden daar door transfers en blessures vooralsnog aan : “Maar Anderlecht en Club Brugge komen nu een klein beetje in dat evenwicht. Dus naar mijn gevoel zal het tussen Club Brugge en Anderlecht gaan.” De voormalige Anderlechttrainer over de topper Club Brugge-Standard. Vooraf, tijdens en achteraf.

Club Brugge

Aad de Mos : “Vanaf het begin, toen Club Brugge nog heel ver achterstond en er vragen kwamen of het transferbeleid wel goed was geweest, heb ik gezegd dat ze geduld moesten oefenen en dat Club Brugge altijd terugkomt. Of het toeval is weet ik niet, maar in de terugronde speelt Club Brugge altijd thuiswedstrijden waarin ze het kunnen beslissen. Dat is al jaren zo. Ik kan me herinneren van toen ik trainer van Anderlecht en KV Mechelen was : in de tweede ronde moest je naar Club Brugge. En dan zijn ze niet te stoppen. Dus in mijn optiek denk ik dat Club Brugge de titel haalt. Dat moet dan zondag beginnen, want Club Brugge is naar een vaste ploeg toe aan het groeien.”

Bosko Balaban presteert daarin wisselvallig. “Dat heeft te maken met de toekomst, denk ik. Kroaten hebben een enorm eergevoel en hij heeft eigenlijk al afscheid genomen van Club Brugge. Spitsen blijven afhankelijk van de aanvoer. Als je middenveld in evenwicht is dan ben je in staat die mensen te lanceren en dat is bij Brugge beter verzorgd dan bij Standard en zelfs in sommige momenten bij Anderlecht. Er zit intelligentie in bij Club Brugge met Leko en Vermant. Club creëert altijd iets en dat is het allerbelangrijkste.”

Jan Ceulemans drukt daartoe steeds meer zijn stempel. “Hij is een trainer die vanuit z’n buik, z’n intuïtie werkt en dat is het mooiste compliment dat je een trainer kan geven. Als je in staat bent om wissels te plegen die rendabel zijn, waardoor je een ommekeer teweegbrengt, dan betekent dat dat je een wedstrijd leest. Bij Ceulemans heb ik het meest het gevoel dat ik zijn handschrift in het elftal ga zien. Dat gevoel krijg ik niet bij Anderlecht of Standard. Als je de relatie ziet met Degryse, Van der Elst, Verheyen en Verlinden en D’Hooghe daarboven, dat is een homogeen iets, een gesloten blok. Dat geeft rust vanuit de top naar de kleedkamer en vandaar naar het veld.”

Wel kan Club op verplaatsing moeilijk winnen. “Heeft ook te maken met mentale weerbaarheid. Daar moet je rekening mee houden in je aan- en verkoopbeleid. Dat je niet in de problemen gaat komen als Clement eens een bal op z’n knie krijgt. Zoiets moet je direct kunnen oplossen. Dat heeft ook te maken met de nieuwe generatie voetballers, dat zie je overal, ook bij Ajax en PSV. Jongens als Blondel, Dufer en Vandelannoite komen uit een, tussen aanhalingstekens, verwende situatie. Kijk eens naar Messi, 18 jaar, dat is weerbaarheid, want die komt niet uit een verwende situatie. Je moet als jonge speler ook offers kunnen brengen, kunnen afzien. Vaak zijn het de meest getalenteerden die wat tekortkomen. Fouten maken is niet erg, als je er maar wat van leert.”

Standard

Aad de Mos : “Standard vind ik te wisselvallig. Ik had gedacht dat ze zouden hebben geleerd uit het verleden, maar dat aan- en verkoopbeleid blijft maar doorgaan. Dat geeft onzekerheden. Er is ook geen vast concept waarvan je kan zeggen dat ze wedstrijden kunnen domineren en afmaken. Het is geen sterke ploeg. Er zitten geen vastigheden in, het gaat te veel op toeval en individuele kwaliteiten in. Dat zie je ook in de uitslagen : een ploeg waar automatismen in zitten herken je. Tegen La Louvière 1-1 en 7-1 tegen Cercle Brugge : dat zegt genoeg. De voorzetten van op de flanken bij Standard, dat is ook weer alles of niks : als ze zo goed zijn moeten ze kleine wedstrijden ook winnen. Als je die thúís al laat liggen, dan word je absoluut geen kampioen. Je wordt kampioen tegen de kleintjes, niet tegen Club Brugge of Anderlecht.”

Standard morst daar met punten. “Aan de kleine wedstrijden herken je de grote ploegen : geen enkele speler gaat andere dingen doen. Dan zie je ook het handschrift van de coach. Standard is tegen Olympic Charleroi voor de beker bij momenten bijvoorbeeld totaal weggespeeld. Dat betekent dat iedereen doet waar hij zelf zin in heeft. Je kan dan niet verwachten dat het er op Brugge ineens staat. Als je negentig minuten kan pompen in een wedstrijd kan je altijd wel eens een keer winnen. Ik vind Standard verdedigend kwetsbaar, qua wendbaarheid en snelheid. Ook onrustig in grote wedstrijden, zeker de linksback. Léonard maakt onnodige, domme overtredingen.”

Kortom, Standard vóétbalt niet. “Ik heb wel een hoge pet op van Stéphane Demol, die ik als trainer heb meegemaakt bij KV Mechelen. Dat is iemand die voorlopig bewust een stap terug heeft gemaakt om alles in goede banen te leiden. Ik denk dat D’Onofrio meer een verlengstuk is van z’n broer, zodat die weet wat er zich in de interne keuken allemaal afspeelt, en Demol de man is die een visie heeft. Dat is mijn idee van buitenaf.”

Club Brugge-Standard

Een kwartier voor de aftrap en ploegopstellingen bekijken in de snijdende kou. Sérgio Conceiçao heeft verstek moeten laten gaan. Zijn plaats wordt ingenomen door Serhiy Kovalenko. Bij Brugge zit Balaban op de bank en begint Elrio Van Heerden in de basis op rechts. “4-4-2 tegen 4-3-3, dat kan interessant worden”, zegt De Mos. “Het middenveld wordt een heel belangrijke slag, afhankelijk van het positiespel van de buitenspelers. Sarimana Dembele en Karel Geraerts zullen keuzes moeten maken. Club Brugge heeft een man over op het middenveld : Vermant komt vrij en die gebruik je vooruit en achteruit. Verder zal de wedstrijd ook afhankelijk zijn van spelhervattingen.”

Tien minuten ver is de wedstrijd pas als Aad de Mos een eerste analyse klaar heeft. “Standard speelt in de eerste plaats Engels voetbal : alles gaat direct naar de spitsen en bij balverlies kruipen ze allemaal terug op de eigen helft. Er is geen opbouw van achteren uit en daar is de opstelling ook wat naar : ze spelen nu met vier spitsen en de buitenkanten moeten het centrum assisteren op het middenveld. Club Brugge heeft zich een beetje aangepast zoals het op Anderlecht deed : Verheyen op links om Deflandre af te stoppen zoals hij ook met Vanden Borre deed. Club probeert meer op te bouwen via combinaties. Het is een beetje de Hollandse tegen de Engelse speelstijl. Veel zal afhangen of Tchité en De Camargo Maertens en Clement pijn kunnen doen. Tot nu toe kunnen ze de tweede bal niet oprapen, dus de twee spitsen zullen het op eigen kracht moeten doen.”

Minuut 14. Runje heeft net een bal weer het spel in getrapt. Tchité slaagt er langs de linkerlijn niet in hem binnen te houden. “Dat hou je geen negentig minuten vol zo. Mocht Standard achter komen, dan hebben ze geen andere oplossing meer, want ga je met vijf spitsen spelen, dan word je uitgecounterd. Maertens en Clement dragen nu een grote verantwoordelijkheid tegen Tchité en De Camargo. Op die duels gaat het aankomen, want een tegen een kunnen de backs, Klukowski en De Cock, geen rugdekking geven. De kansen zullen sowieso schaars zijn omdat ze dan bij Standard met tien achter de bal zitten.”

Een paar minuten later roept Dembele, die bij Leko is gaan staan, De Camargo tot de orde : Vermant opvangen is de boodschap. “Kijk, en dan komt Roelandts vrij, Rapaic moet ernaartoe, waardoor De Cock doorschuift en vrij komt. Standard komt een man te kort op het middenveld en Club speelt zijn man meer goed uit. Club wil voetballen : de backs staan diep en de twee centrale verdedigers bouwen op. Het lukt Standard niet die twee vast te zetten. Standard heeft op het middenveld geen strategen die iets kunnen neerleggen. Geraerts is een goeie voetballer, maar niet iemand die een laatste pass gaat geven. Brugge heeft dat met Leko wel.”

Minuut 31 : Vermant speelt diep in de as van het veld Leko aan, die Runje omspeelt en scoort. 1-0. Het tactisch plan ontvouwt zich zoals De Mos voor de wedstrijd aangaf. “Je mag een verdediger vrij laten, maar nooit een middenvelder. Ze moeten kiezen tussen Vermant en Leko. Dit doelpunt heeft de wedstrijd nodig. Spitsen en verdedigers zullen nu zeker tot het uiterste moeten gaan. Clement speelt voortreffelijk en staat op dit moment op punten voor tegen De Camargo. Maertens staat voor het ogenblik iets in de min tegen Tchité. Clement en Leko steken op dit moment met kop en schouders boven de rest uit.”

In de 43ste minuut kopt Oguchi Onyewu een vrije trap van Rapaic binnen. Een spelhervatting. Zoals voorspeld. “Eigenlijk was dit geen vrije trap : Rapaic was gewoon te traag in zijn actie. Dit is een goedmakertje van de scheidsrechter voor de uitbal die hij daarnet ten onrechte aan Club Brugge gaf. Maar van de andere kant kan je het niet allemaal op de scheidsrechter schuiven : als Onyewu er niet staat, zijn er nog wel twee, drie anderen die hem konden raken.”

Inmiddels heeft De Mos het ook wel gehad met het kick-and-rush van de Luikenaren. “Kovalenko speelt in functie van de tegenstander, daaruit blijkt geen gevoel voor automatismen.” Elke beheerste uitrol van Stijnen verhoudt zich tot een verre uittrap bij zijn Luikse collega. “Die Runje kan morgen waarschijnlijk niet meetrainen met zijn linkerbeen, hoor. Die gaat liespijn hebben ( grijnst).”

Een minuut ver in de tweede helft en de Clubverdediging gaat voor één keer niet goed de lucht in. Bijna gaat Tchité door naar doel. “Kijk, daar spelen ze op bij Standard en daar hoef je zelf niks voor te doen.”

Minuut 48 : Onyewu krijgt het aan de stok met Verheyen. “De scheidsrechter wil het niet zien, hij loopt er gewoon van weg. Zag je dat ? De tweede helft haalt steeds minder niveau. Dat heeft ook te maken met de leiding. En Club Brugge laat zich wat intimideren door de manier van spelen van Standard. Standard lokt het uit en Brugge gaat erin mee.”

Het spel verwatert. Steeds minder vlotten de combinaties bij Club Brugge. Na 62 minuten zegt De Mos : “Ik zou Balaban wel eens willen zien invallen. Nu moeten de coaches iets gaan doen. Allebei, want ze moeten allebei winnen. Vooral Club moet gaan wisselen, anders is het te laat. De counter zit er steeds meer aan te komen. Hun grip is weg en je ziet veel foute passes. Er moet in elk geval zeker een nieuwe aanvaller in, want Standard heeft weinig kracht verspeeld en Club gaat nu ook Roma in de benen voelen.”

In de 75ste minuut mag Jeanvion Yulu-Matondo invallen voor Van Heerden en in de 78ste MariusNiculae voor De Camargo. “Jammer, ik had Moreira wel eens willen zien spelen.”

Alle wissels blijken tevergeefs : het blijft 1-1 en daar is alleen Anderlecht blij mee.

Conclusie

Wat vond Aad de Mos van Club Brugge-Standard ? “Het was geen grote topper. Als je twee spitsen afgespeeld worden door de stoppers van Club, dan kan je het ze proberen moeilijk te maken door er een ander bij te brengen. Tchité is altijd gevaarlijker op de counter dan De Camargo, dus ik had geprobeerd via Moreira iets te forceren. Vanaf de buitenkant is het moeilijk in te schatten, maar ik had bij Brugge Balaban ingebracht. Je weet hoe spelers zijn : die zijn rancuneus. In topwedstrijden zal Balaban toch het ongelijk willen bewijzen. Hij praat over een nieuwe club, maar die moet je ook nog vinden en dat kan je alleen als je gepresteerd hebt op het veld. Voor de rest is de wedstrijd ten onder gegaan aan overtredingen en technische onvolkomenheden. Spelers bij Club Brugge lopen toch op hun tenen door de zware uitwedstrijd tegen Roma en ze werden door Standard gedwongen om het spel te maken. Dan komen ze toch de kracht en de technische vaardigheden te kort. Brugge heeft een mentale tik gekregen door die gelijkmaker. Daarna zijn ze niet meer tot voetballen gekomen. Dat kwam zeker niet door de betere posities van Standard. Brugge was in een bepaalde periode weg. Met een andere formatie voorin hadden ze meer kunnen doen. Achterin stond het vast, er kwam irritatie bij Verheyen en Portillo, Leko ging veel te veel ballen achterin halen bij Vermant. Ze speelden zo in de kaart van Standard. Je gaat dan dingen dichtlopen, terwijl je bij Club Brugge ook spelers hebt voor wie je het juist eenvoudig moet houden, die aanspeelpunten vooruit moeten kunnen zien. Leko is zo iemand die de diepte moet kunnen zoeken.”

Wie wordt kampioen ? “Het verschil is nog steeds maar twee punten. Er is nu een licht voordeel voor Anderlecht, dat is duidelijk, en door dit weekend krijgen ze meer zelfvertrouwen. Anderlecht heeft het geluk dat ze geen midweekwedstrijden meer hebben, wat Club en Standard wat bleef achtervolgen. Ik zie het voor Standard met dit voetbal heel moeilijk worden. Ik weet ook niet of ze in de juiste formatie spelen. Ze zijn een beetje gedwongen door de namen van de spelers. Kijk, als je De Camargo haalt en je haalt Rapaic terug, ja, dan moet je die ook laten spelen. Dan ben je gedwongen om op deze manier te voetballen en dat kan ook wel eens in hun nadeel werken. Club heeft het nadeel dat het moeilijk zijn uitwedstrijden wint. Ze hebben voorin geen direct aanspeelpunt en er is niemand die daar een directe tegenstander makkelijk uit kan spelen met pure klasse. Klasse die ervoor zorgt dat je ook met flitsen iemand voor de goal kan brengen als je vermoeid bent. Maar ik vind eerder dat in deze wedstrijd Standard de opening heeft laten liggen : ze zijn tevreden met dat punt, maar er had meer in gezeten.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content