Twee maanden geleden werd Cristiano Ronaldo in het Opernhaus van Zürich uitgeroepen tot de FIFA-speler van het Jaar. Als lid van het Uitvoerend Comité van de Wereldvoetbalbond zat Michel D’Hooghe vooraan in de zaal van dit prachtige neobarokke gebouw. Eén dag eerder was Club Brugge uit de beker gekegeld door Roeselare maar ver weg van de turbulente thuishaven genoot D’Hooghe van de feestelijke avond. Hij voelt zich goed in FIFA-kringen waar hij, ook als voorzitter van de medische commissie, wordt gewaardeerd en gerespecteerd en waar zijn eind maart aflopende mandaat in het Uitvoerend Comité wordt verlengd.

Later, na een uitgebreide receptie, met delicieuze gerechten en uitstekende wijnen, dreef de realiteit bij het verlaten van de chique locatie toch weer boven. Terwijl de nacht van Zürich viel, zei D’Hooghe dat de voorbije maanden hem hadden gekweld. Hij maakte een aangeslagen indruk en sprak over dat wat voor hem al maanden tot een nachtmerrie is uitgegroeid: het stadiondossier. Hij werd er moedeloos van en voelde zich gegijzeld door de overheid, hij was het beu om beschimpt en beledigd te worden. Voor zichzelf had hij toen al langer het besluit genomen als voorzitter van Club Brugge te stoppen.

Officieel zet Michel D’Hooghe een stap terug omdat hij zijn ambt bij de FIFA niet langer kan combineren met het voorzitterschap bij Club Brugge. Door buitenlandse verplichtingen moest hij te veel wedstrijden missen. Dat zal best zo zijn. Maar heel anders had het er wellicht uitgezien indien zijn plannen om de expansie van Club Brugge via een nieuwe voetbaltempel in een stroomversnelling te brengen gehoor hadden gekregen. Meer dan ooit lijkt dit dossier muurvast te zitten, 26 maanden nadat Club Brugge de eerste plannen ontvouwde.

Michel D’Hooghe wilde van Club Brugge geen pretentieuze maar een prestigieuze vereniging maken toen hij in maart 2003 voorzitter werd. Het was een uitspraak die hij geregeld herhaalde. Achteraf kan hij alleen maar met dubbele gevoelens op die periode terugkijken. Via een elf pagina’s dik werkstuk goot D’Hooghe het toen op een tijdbom levende Club Brugge in eigentijdse structuren en deed intern noodzakelijke en soms pijnlijke ingrepen. Hij saneerde, werkte de schulden weg, zorgde voor een nieuw maar uiteindelijk niet altijd even goed ingevuld organigram en bleek voor zijn medewerkers geen gemakkelijke man. Club Brugge groeide en bloeide. Het aantal abonnementen steeg naar een recordhoogte, een spectaculaire klim die onder Trond Sollied was begonnen. Club werd de bekendste merknaam van Vlaanderen en kraakte uit zijn voegen: alle loges zijn bezet, iedere publicitaire ruimte is ingenomen.

Maar de sportieve terugval zette het restauratiewerk van D’Hooghe in de schaduw. Club werd in 2005 voor het laatst kampioen. Het stelde sindsdien vier trainers aan en trok 26 nieuwe spelers aan. Dat werd ook D’Hooghe mee aangerekend. Juist in een tijd dat Club verder wilde professionaliseren danste het te veel op de golven van de nostalgie toen Jan Ceulemans als trainer werd binnengehaald. Ook D’Hooghe verkeek zich op de trainerskwaliteiten van het voormalige boegbeeld. Te veel stijlbreuken werden er de laatste jaren doorgevoerd. Ook in het management waar Luc Devroe de plaats van Marc Degryse innam. Het was telkens weer beginnen en herbeginnen, in een zenuwachtig en onrustig klimaat.

Club zoekt op en naast het veld al een heel seizoen naar gemoedsrust. De desastreuze 1-4-nederlaag van zondag tegen AA Gent zorgde voor de zoveelste crisis. Pijnlijk om zien was het hoe gemakkelijk de zonder de geschorste Antolin Alcaraz aantredende defensie werd uitgespeeld.

Club baadt op vele terreinen in onzekerheid. Ook en vooral in zijn drang naar expansie. Meer dan de wissel aan de top is het in politieke besluitloosheid verzande stadiondossier van essentieel belang voor de toekomst. Terecht wil Club duidelijkheid. Het moet die duidelijkheid zelf ook geven in zijn sportieve aspiraties. Elke week ontstaat de indruk dat Jacky Mathijssen voor een overlevingsgevecht staat. Terwijl stabiliteit altijd het fundament was waarop Club bouwde. S

door JACQUES SYS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content