Comeback

© REPORTERS

Emilio Ferrera kan zaterdag met Seraing Waasland-Beveren tot degradatie veroordelen. Uitgerekend op de Freethiel, waar zijn trainerscarrière begon.

Het was een zonnige ochtend en we zaten thuis bij een kop koffie rustig de krant door te nemen. Plots ging de telefoon: Emilio Ferrera, op dat moment 32 jaar. Met de seconde steeg diens toon, met de minuut zijn woede. Met de berichtgeving over zijn eerste weken bij SK Beveren kon hij het niet eens zijn. Hij vermoedde in ons een saboteur. Later overkwam een collega hetzelfde. In zijn geval gebeurde dat live; toeschouwers stonden op het punt tussenbeide te komen.

Bij latere babbels haalden we deze anekdote wel eens aan. Ferrera kon er dan mee lachen.

Het is hoe ze hem in Beveren herinneren. De club bevond zich toen, aan het einde van de vorige eeuw en bij gebrek aan middelen, in een vrije val. Frans Van Hoof, met hoofdsponsor Pioneer binnengekomen, was er tot voorzitter gebombardeerd, secretaris-manager Marc Pinson was de duivel-doet-al. Er werd in die dagen nog veel gekeken richting bedrijven op Linkeroever en de haven, zij moesten redding brengen. Daarvoor werd rond de club een bedrijvenorganisatie opgericht, Bevolo. Maar Linkeroever bougeerde niet; miljardair Fernand Huts had een zwak voor kunst, niet voor sjotters.

Sportief ging het in het begin van het seizoen 1999/2000 niet goed. Slecht zelfs. En dus dachten ze aan nog maar eens een trainerswissel, het was op met Stani Gzil. Op een bestuursvergadering kwam Van Hoof met Emilio Ferrera aanzetten. Ex-assistent van Leo Beenhakker in Mexico, maar verder een Brusselaar zonder grote faam – wél een met veel goesting. Nog piep, 32, maar al tien jaar bezig als trainer en met een duidelijke visie.

Sportief was Ferrera een verademing. Iemand die wist wat hij wilde en methodisch te werk ging. Het oefenveld werd ingedeeld in vakken, de oefenstof was helder, gevarieerd. Hier sprak een geboren veldtrainer-tacticus. Het was nog de tijd van de cassetjes en hij bracht uren door met het bekijken en analyseren van beelden. Op dat vlak leerden ze op de club ook een andere Ferrera kennen. Veeleisend en ruziemakend met iedereen als hij zijn zin niet kreeg. Er moest een nieuwe televisie komen en toen die niet goed genoeg bleek, nog een ander model. De velden moesten perfect gerold, de ballen beter opgepompt. Omdat de kern veel jonge spelers telde, ging hij ermee op afzondering. Eten ze goed genoeg? Worden ze de avond voor een wedstrijd niet te negatief beïnvloed? Over alles wilde hij controle en geen detail ontging hem. Werden de lichten van zijn oefenveld niet snel genoeg hersteld, dan pikte hij het veld van de reserven in. Bewust want ‘dat ambeteert’, vertelde hij ons, zodat de herstellingen – de Freethiel was gemeentebezit – sneller gebeurden.

Als trainer was hij sterk, als mens moeilijk en voor velen te weinig empathisch. Het kwam dat seizoen wel goed met SK Beveren. De club eindigde vijftiende: zeven punten boven de degradatieplaatsen. Het seizoen daarop klom hij zelfs nog een plaatsje en werden ze veertiende.

Helaas bleven het in de kas barre tijden. In 1998 was de Nederlander Apollonius Konijnenburg al eens komen polsen of hij er geen spelers mocht stallen, maar ze vielen stuk voor stuk tegen, vond Gzil. In de zomer van 2000 volgde een Turks makelaar, Nazmi Karatmanli. Hij beloofde de hemel, maar maakte financieel niks waar. En ook zijn spelers vielen tegen. Van Third Party Ownership en een verbod erop was toen nog geen sprake, dus bleef Beveren die piste bewandelen. En zo kwam Jean-Marc Guillou met zijn Ivorianen naar het Waasland. Het waren talenten – Yaya Touré, Gilles Yapi-Yapo – maar toen nog vooral in spe. Goeie voetjes, de kilo’s kwamen later.

De eerste die na deze Frans-Ivoriaanse revolutie mocht gaan was, u raadt het, de trainer. Met Guillou, die de volledige sportieve bevoegdheden eiste, en Ferrera stonden twee kapiteins aan één roer. Dan haalt de zwaargewicht het. In september 2001 trok Ferrera de wijde wereld in. Zaterdag komt hij nog eens terug. De club heet nu anders, en het stadion werd inmiddels verbouwd, maar veel van de Freethiel van nu doet nog denken aan de tijd van toen. Zelfs de lege clubkas is er nog.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content