Pierre Bilic

‘Iedereen kan zich vergissen, maar wij kunnen ons niet veroorloven om ons vaak te vergissen.’ Technisch directeur Michel Preud’homme over de nieuwe stabiliteit van Standard : een gesprek.

Nee, hij maakt zich niet overdreven ongerust over de magere puntenoogst van de jongste weken. Technisch directeur Michel Preu- d’homme van Standard : ” Ik zie nog altijd een offensieve ploeg die risico’s neemt, maar die de jongste weken het geluk miste om de afweer van de tegenstander te ontmantelen. Over een paar weken komt dat allemaal in orde.”

Hoezo ?

Michel Preud’homme : “Gewoon, dat het allemaal in orde komt. We vechten momenteel met de beperking van middelen die men ons oplegt.”

Wat bedoel je daarmee ?

“Neem nu de schorsing van twee keer twee wedstrijden voor Ogushi Onyewu. De speler vecht die sanctie aan. Hij vindt – en wij delen zijn mening – dat die sancties elkaar moeten overlappen in dezelfde periode en dat ze dus niet zomaar bij elkaar moeten worden geteld. Bij een overlapping zou Onyewu één wedstrijd schorsing uitsparen : drie matchen in plaats van vier. Bovendien betwisten we de straf die Onyewu kreeg na zijn uitsluiting tegen GBA. We beschikken over een video-opname die de onschuld van onze speler aantoont. We hebben de beelden laten zien aan het beroepscomité van de voetbalbond. Ik ben een grote voorstander van het gebruik van videobeelden. De vierde scheidsrechter zou een tv-scherm bij zich moeten hebben. Ook al duurt een wedstrijd op die manier tien minuten langer, de kans op vergissingen en discussies op basis van verschillende interpretaties wordt gevoelig verminderd.

“In het geval van Onyewu bewijzen de beelden duidelijk dat hij die speler van GBA niet geraakt, laat staan geblesseerd heeft. Het is integendeel de speler van GBA die Onyewu probeert te pakken en die een kreet van pijn slaakt wanneer hij merkt dat Onyewu hem ontglipt. De beelden tonen dat onmiskenbaar aan en toch blijft de schorsing van Onyewu behouden. Ronny Gaspercic werd witgewassen voor een fout die hij niet heeft gemaakt. Waarom dan Onyewu niet ? Het ligt niet in de bedoeling van Onyewu om met het contesteren van zijn sanctie alsnog te kunnen spelen tegen Anderlecht. Daar gaat het hem niet om. Het is simpelweg een kwestie van rechtvaardigheid.

“In de affaire van Moeskroen hadden we dan weer geen andere beslissing verwacht. Maar of het nu morgen gebeurt dan wel over tien jaar, iemand zal me toch ooit eens moeten uitleggen waarom Mohammed Tchité toen door de scheidsrechter werd afgestopt.”

Maar dat komt over enkele weken allemaal in orde, zei je zo-even.

“Dat is niet wat ik met die woorden bedoelde.”

Dus niet dat Standard over enkele weken geen problemen met de scheidsrechters meer zal hebben ?

“Dat heb ik niet gezegd.”

En zal alles in orde zijn als Anderlecht en Club Brugge straks Standard zijn voorbijgestoken ?

“Ik zeg alleen maar dit : over enkele weken zal alles in orde zijn.”

EEN COACH MET KREDIET

Met welke instelling begon Standard aan het seizoen ?

“Standard vertrekt altijd vanuit hetzelfde basisprincipe : de financiële gezondheid van de club vrijwaren. Als wij wijzigingen in de spelerskern aanbrengen, gebeurt dat ofwel om ons sportief te verbeteren ofwel om budgettaire redenen. Op het einde van vorig seizoen hadden wij zowel sportieve als financiële stabiliteit bereikt. Dus probeerden we de spelerskern te behouden.

“Ik neem nogmaals het voorbeeld van Onyewu. We staken een massa energie en werk in de verlenging van zijn contract. Uiteindelijk bleek hij geïnteresseerd in ons project en de bijdrage die hij daaraan kon leveren. Ogushi verkoos te blijven boven de confrontatie met de onzekerheid van een nieuwe club. De verbintenis met Onyewu verstreek op het einde van het seizoen 2005-2006. Hadden we zijn contract nu niet verlengd, dan moesten we hem na dit seizoen verkopen of ten laatste tijdens de winterstop van het volgende seizoen. Een club moet overal aan denken, moet de situatie van iedere speler op ieder moment kennen. Maar het behoud van de spelersgroep stond dus voorop. Sergio Conceição bijvoorbeeld besliste vrij vlug om zijn verblijf op Sclessin te verlengen.”

De spelerskern behouden, zeg je. De technische staf daarentegen…

“We verlengden het contract van een deel van de technische staf niet, maar we ontsloegen niemand. Op dat verschil wil ik graag even wijzen. In haar globale strategie wilde de club andere sporen volgen. De kwaliteiten van de mensen die niet langer in dienst zijn, worden door die keuze hoegenaamd niet ter discussie gesteld. Alleen moesten we rekening houden met de nieuwe hoofdcoach. Lange tijd dachten we daarbij aan Eric Gerets. Toen dat onmogelijk bleek, vielen we terug op Dominique D’Onofrio. Standard heeft een coach met krediet nodig. Gerets had ongetwijfeld veel krediet : binnen de club, bij de supporters, de pers. Trond Sollied zou hier ook veel krediet hebben gekregen, maar hij was niet vrij. Of, als u dat liever hoort, hij was niet einde contract. Maar ook Dominique D’Onofrio bouwde hier krediet op. Het werk dat hij in het seizoen 2004-2005 neerzette, getuigde van kwaliteit. Uiteindelijk koos Standard voor continuïteit.

“Op het vlak van scouting heeft Standard het nec plus ultra in de rangen met Frans Masson. Zodra de voetbalbond de samenwerking met Masson beëindigde, ben ik op de bal gesprongen.

“Het was ook belangrijk dat er een ex-voetballer met naam en faam op de bank zat. Iemand met de staat van dienst van Stéphane Demol kan op een andere manier met de spelers spreken dan een trainer die nooit op het hoogste niveau speelde. Stéphane heeft op hetzelfde niveau gespeeld als Conceição, Milan Rapaic en noem maar op. Hoe belangrijk dat is, ondervond ik zelf als coach.”

DE SIMONS VAN STANDARD

Je noemt nu zelf Rapaic. Die kon Standard aanvankelijk niet behouden.

“Er waren in de voorbereiding op het seizoen twee onverwachte elementen. Het vertrek van Rapaic twee dagen voor de aftrap van de competitie en de transfer van Ivica Dragutinovic naar FC Sevilla. Het afscheid van Rapaic kwam voor ons als een volslagen verrassing. We begrepen er niets van. Intussen kennen we de verklaring voor zijn houding. Niemand zal daar nog iets over zeggen, ook Rapaic niet. Het is iets persoonlijks. Het heeft niets met een transfer als dusdanig te maken. Was er voor Rapaic een aanbod binnengerold, dan hadden we daarover genegotieerd, zoals we dat met Dragutinovic deden. Bij zijn vertrek plaatsten we een vraagteken achter de naam Rapaic. Maar er was tussen hem en het bestuur of tussen hem en de andere spelers nooit een echt probleem. Dat maakte zijn terugkeer mogelijk.

“Over de verkoop van Dragutinovic waren club en speler het eens. We hadden Ivica beloofd dat hij mocht vertrekken in het geval van een interessant buitenlands aanbod. Toch hoopte ik Dragutinovic te houden. Hij was de ziel van Standard, zoals Timmy Simons die van Club Brugge was. Het vertrek van Dragutinovic verplichtte ons voorts om na te denken over het centrum van onze verdediging. We konden Philippe Léonard naar de as van de defensie schuiven. We beschikten over Mathieu Beda en Mohammed Sarr. En ook de belangstelling voor Jorge Costa is eigenlijk een uitloper van de lacune die Dragutinovic achterliet.”

Nog iemand die wegging : Sambegou Bangoura.

“Het vertrek van Sambegou Bangoura was wél voorzien. Standard was bereid Bangoura of Cédric Roussel los te laten, maar niet de twee samen. Hier wordt niet zomaar gekocht om te kopen. Iedereen kan zich vergissen, maar Standard heeft niet de middelen om zich te vaak te vergissen. Ben je als club zeker van een speler, dan investeer je. Ben je niet zeker, dan neem je een speler die niet veel kost.”

Op Mémé Tchite werd voor het seizoen wat neergekeken. Intussen is hij misschien de meest onmisbare speler van Standard.

“Neergekeken ? Dat zie je totaal verkeerd. Samen met Daniel Boccar heb ik Mémé Tchite goed geobserveerd. Hij bezit een enorme kwaliteit : zijn snelheid. Aan de rest werkte hij keihard. Zijn techniek, zijn trapvaardigheid, zijn positiespel. Vorig seizoen al maakte hij vorderingen al speelde hij weinig in de terugronde. Hadden we een extra aanvaller aangetrokken, dan zouden we Mémé aan een eersteklasser hebben uitgeleend, zodat zijn speeltijd zou verhogen. We hebben dat overwogen, Mémé was daarvan perfect op de hoogte. Maar die extra aanvaller is er slechts later bijgekomen en op dat moment was Tchite al helemaal doorgebroken. Vroeger dan verwacht, akkoord, maar geenszins onverwacht. We hebben goede ervaringen met uitgeleende spelers. Onder Turaci leenden we uit aan Wezet en La Louvière. Dan keerde hij terug en speelde bij Standard de pannen van het dak. Mustapha Oussalah is goed bezig bij Moeskroen en komt volgend seizoen terug. Als Rapaic de deur eerder achter zich dichtgooit, dan blijft Oussalah gewoon bij ons. Voor jonge spelers doet het dikwijls deugd eens andere lucht op te snuiven.

“Maar we waken wel over een dubbele bezetting voor elke positie in de spelersgroep. Mathieu Assou-Ekotto en Christian Negouai : twee verdedigende middenvelders. Op links hadden we, voor de terugkeer van Rapaic, geen typische flankspeler met een goede center in de voet. Maar we gooiden er Almani Moreira of Wamberto in om dat te compenseren en dat werkte. Serhiy Kovalenko heeft capaciteiten, maar hij moet zichzelf nog pijn leren doen, een portie nonchalance afgooien. Marius Nicolae heeft tijd nodig. Hij werkt voor de ploeg. Zodra hij aanknoopt met zijn niveau van bij Sporting Lissabon, zal hij ons offensief veel bijbrengen.”

Hoe past de komst van Costa in het plaatje ?

“We willen elk seizoen in de topdrie eindigen. Pas in maart zullen we weten of we meedoen voor de kampioenstitel. Dit seizoen kunnen alle ploegen elkaar kloppen. Je zal niet ongelooflijk veel punten moeten pakken om kampioen te worden. Doorgaans verliest de kampioen vier of vijf wedstrijden. Op dit moment leed Standard al drie nederlagen en nóg staan we aan de leiding.

“Onze eerste aanwinst tijdens het tussenseizoen is Milan Rapaic. Hij herstelt evenwichten in het team. Dan wilden we er een centrale verdediger bij. Jorge Costa interesseert ons. Hij is een van de levende legenden van Porto, dat hem trouwens wou houden, ook al past hij kennelijk niet in de plannen van Co Adriaanse. Hij is 34 jaar, maar hij verzorgt zich perfect en is scherp van mentaliteit. Costa kan de Conceição van onze verdediging worden. En als we een aanvaller kunnen binnenhalen, zullen we het niet laten. Want misschien zullen spelers de club verlaten.”l

PIERRE BILIC

‘DE VIERDE SCHEIDSRECHTER ZOU EEN TV-SCHERM BIJ ZICH MOETEN HEBBEN.’

‘DIT JAAR KAN JE KAMPIOEN WORDEN MET HEEL WEINIG PUNTEN.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content