“Eenmaal bevrijd, moet men een Republiek oprichten waarin iedereen vrij kan leven, onafhankelijk van zijn of haar afkomst, religie of overtuigingen”, een quote van Vasil Levski uit 1870. Levski was het symbool van de revolutie die uiteindelijk tot het afscheuren van Bulgarije van het Ottomaanse rijk zou leiden en de onafhankelijkheid zou bewerkstelligen in 1878, vijf jaar na de dood van de man. Als nationaal symbool leeft Levski verder in de benaming van een voetbalclub in Sofia.

Wanneer enkele studenten in 1912 beslissen om met een ploegje te beginnen, vragen ze zich geen seconde af wat de naam van de club zal worden. Wat ligt er meer voor de hand dan een club opgericht door het volk te noemen naar de grote revolutionair? Er werd zelfs gekozen voor de geboortedatum van Levski (24 mei) om de club officieel in te huldigen. Het dragen van die naam zorgde zowel voor glorie als voor wanhoop. De communistische Sovjets herbenoemden de club later namelijk naar Dinamo, Spartak en zelfs Vitosja tijdens de jaren tachtig. Het is onder die naam, Vitosja Sofia, dat België de club leert kennen in de legendarische UEFA Cupwedstrijd tegen Antwerp in 1989 (4-3). Het was hun laatste wapenfeit onder die naam.

Aangezien Levski in haar DNA zit, kreeg de club altijd de volwaardige steun van het volk, maar ze wordt al heel haar geschiedenis geconfronteerd met de grote rivaal CSKA Sofia, die de steun heeft van het leger. Dat antagonisme kan niet anders dan leiden tot een van de grootse rivaliteiten tussen sportclubs in Oost-Europa. In Bulgarije noemt men het zelfs de eeuwige derby. Gedurende enkele decennia verdelen de twee clubs alles mooi onder elkaar: 26 titels en 26 bekers voor Levski, 31 titels en 19 bekers voor CSKA. Wanneer de ene stoeft met het aantal prijzen (52 voor Levski tegenover 50 voor CSKA), pronkt de ander met het aantal landstitels.

De rivaliteit is er al sinds de oprichting van CSKA in 1948. De club doorbrak de hiërarchie door in haar eerste seizoen onmiddellijk kampioen te spelen en meteen een supportersbasis uit te bouwen dankzij het leger, maar ook dankzij de orthodoxe Bulgaarse kerk. Sindsdien voeren de twee clubs een hevige strijd die zijn hoogtepunt bereikte tijdens de bekerfinale van 1985. De wedstrijd liep achteraf volledig uit de hand. Beide clubs werden gedwongen om hun naam te veranderen en spelers zoals Christo Stoitsjkov, die toen uitkwam voor CSKA, werden een jaar geschorst voor de nationale competitie. De vijandigheid tussen beide clubs dwong de Bulgaarse bond zelfs om de derby’s te organiseren in het nationale stadion.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content