Ooit stond hij in een minuscuul zwembroekje op Instagram, begin 2015 werd hij ’s werelds duurste Afrikaanse voetballer. Maak kennis met Wilfried Bony.

Hij was het écht, die bonk in een minuscuul zwembroekje, gaf hij aan een verslaggever van het Algemeen Dagblad toe. In diens research voor een verhaal over de man achter de doelpuntenmaker van de Eredivisie was die gestoten op een foto van de spits in een niemendalletje. Wilfried Bony: “Ik wil soms iets geks doen. En dan plaats ik zo’n foto.”

Bony: Ivoriaan, 1,82 meter maar wel 91 kg. Allemaal natuurlijk, beweerde hij tijdens zijn eerste gesprekken met de Engelse pers. “Mijn ene dij is breder dan jouw twee dijen samen”, constateerde hij tegenover de verslaggever. Toch is hij geen fan van de gym. Bony: “Ik heb het van mijn moeder. Zwarte gordel in het judo. Allemaal spieren. Je hebt bij Swansea spelers uit de jeugd, die met 50 tot 100 kg sleuren. Ik kan dat niet. Maar op het veld is het wat anders.” Zijn ploegmaats uit die tijd lachten er groen mee. De plaagstootjes die Bony uitdeelde, kwamen harder aan dan hij zelf vermoedde. Bony: “Ik wreef eens langs een ploegmaat en die zei: hei, dat doet pijn. Ik zei: allee, ik deed niks.” Wilfried Bony (26): na de Afrika Cup de nieuwe spits van Manchester City. De tegenstand is gewaarschuwd.

Academie

Bony is een gewezen inwoner van groot-Abidjan (hij werd geboren in de rand, in Bingerville) maar komt niet uit de stal van Jean-Marc Guillou, lange tijd hofleverancier van de nationale ploeg. Bony liep school op een ander voetbalinstituut, dat van Cyril Domoraud. Domoraud voetbalde in de jaren negentig in Frankrijk, bij onder meer Marseille en Bordeaux, en verhuisde dan naar Italië (Inter, Milan), opnieuw Frankrijk (Monaco), Spanje (Espanyol) en ten slotte Turkije (Konyaspor). Een veteraan van vele oorlogen, ook in de nationale ploeg.

Bij zijn terugkeer in eigen land stopte hij wat geld in de jeugdopleiding. Verwacht geen luxe. Toen een reporter van de BBC er langs ging, stuitte hij er op spartaanse omstandigheden. De academie telde vijf slaapkamers, met in elk een stapelbed met drie ‘verdiepingen’. Verder: een kantine, een administratieve ruimte en een klaslokaal. En veel enthousiasme van jonge talenten, die allemaal in het bed van Bony wilden slapen…

Hier zat Wilfried vanaf zijn twaalfde of dertiende. Dik tegen de zin van zijn ouders, vooral van zijn vader. Toen hij op zijn veertiende zei niet meer naar school te willen, werd het zijn vader te bar. Voetbal was geen vak, vond pa, een leraar. Ze hadden er constant ruzie over. Toen zijn vader nog eens voor een volledig schooljaar wilde betalen, zei Wilfried: “Weggesmeten geld, doe het niet.” Pa betaalde toch, waarna de zoon twee maanden later woord hield en stopte. Het duurde enige tijd voor de twee weer op dezelfde golflengte zaten en zijn pa hem steunde in zijn ambitie.

De verslaggever van de BBC leerde in Ivoorkust ook dat ze op de academie trots zijn op hun gewezen leerling. Nochtans zijn ze in onmin uit elkaar gegaan. Bony was er aanvankelijk centrale verdediger, maar omdat de trainers vonden dat hij te goed kon voetballen, schoof hij door naar voren. Eerst zes, dan tien, om uiteindelijk te eindigen als negen. Hij scoorde met het hoofd en de voeten. En toen kwam er een kink in de kabel tussen Bony en de academie. Een jaar zat hij zonder club, voetballen deed hij in de straten van Abidjan. Daar leerde hij een strijdbaar voetballer te zijn, op de zanderige veldjes ging het niet om techniek, maar om winnen. Hij trok de aandacht van de voetballeiders van zijn eerste club Issia Wazi, die hem twee maanden later al uitleende aan Sparta Praag.

Boney M

In Tsjechië begon het echt, want naast voetballen leerde hij er vechten voor een contract en zijn plan trekken. Zijn plan trekken in een vreemd land en in een vreemde taal, met een leerboek in de hand zocht hij woorden om zich verstaanbaar te maken. In een interview met het AD zei hij over die periode: “De mensen denken weleens dat een leven als profvoetballer gemakkelijk is, maar het kost veel kracht om aan de top te komen. Dan zeggen ze: ‘Jij krijgt veel geld, jij kan alles kopen.’ Maar ik kan het niet zomaar opmaken, hoor. Ik moet aan mijn ouders, mijn broer en mijn zus denken en aan de dochtertjes van mijn zus. Dat is ook onderdeel van de cultuur in Ivoorkust: je moet voor je familie zorgen. Als je familie geen eten heeft en geen dak boven het hoofd, draag je dat met je mee.”

En dus ging het vaak om geld, in zijn profcarrière. Zeker in de periode in Nederland. Bony stond daar gelijk aan: doelpunten, 31 in zijn laatste jaar bij Vitesse. Maar ook: een ijdel mannetje, wat lui als er moest worden verdedigd, wat onberekenbaar soms. Al snel werd Vitesse te klein voor de spits die onder Sven-Göran Eriksson, bondscoach van Ivoorkust in 2010, international werd. De assistent van de Zweed was… Cyril Domoraud, de voetbalvader van Bony.

De spits flirtte met het Russische Anzji, waar hij eigenlijk niet heen wilde, maar hij duizelde van de cijfertjes. Even leek hij een vertrek te zullen forceren, uiteindelijk bleef dat zes maanden uit. Niet Rusland werd zijn nieuwe bestemming, maar Swansea, in de zomer van 2013. Niet iedereen was zeker van het succes. “Onze voorzitter Huw Jenkins was heel enthousiast”, zei ‘behangkoning’ John van Zweden, de Hagenees die mede- eigenaar van de club is. “Die zei dat Bony er komend seizoen twintig gaat maken en dat we hem voor het dubbele gaan verkopen. Dat moet ik nog zien. Topscorer in de Eredivisie, dat zegt me niet veel. Het is toch anders: Rio Ferdinand tegenover je of Timothy Derijck.”

Van Zweden kreeg aanvankelijk gelijk, de man van ongeveer 16 miljoen euro had een aanpassing nodig. Hij scoorde al meteen in de openingswedstrijd tegen Manchester United, maar toen de eindejaarslijstjes werden opgemaakt, prijkten slechts vier goals, een dijbeenblessure en veel spanningen met Michael Laudrup achter de naam van Bony. Pas toen Swansea Laudrup als manager verving door Garry Monk kreeg Bony vertrouwen en vleugels. Tien maanden later zit Daddy Cool bij City.

Daddy Cool? Jawel. Een gewoonte, die bij Vitesse startte. Bony: “Ik had géén idee waar die muziek vandaan kwam, tot ik het opzocht op YouTube. Toen vroeg ik de stadionomroeper om het te draaien wanneer ik het veld oprende, en elke keer als ik scoorde.” In Swansea namen ze het over en het legde hen geen windeieren. Huw Jenkins kreeg gelijk, Bony leverde hen meer op dan het dubbele.?

DOOR PETER T’KINT

“Mijn ene dij is breder dan jouw twee dijen samen.”

Wilfried Bony tegen een journalist

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content