My heart belongs to Daddy. Onder meer Marilyn Monroe zong het. Maar het gold evenzeer voor de supporters in het Regenboogstadion, voor wie Daddy Mutombo een held was. Zeker in de jaren tachtig, toen SV Waregem Europese toppers als Osasuna, Hajduk Split en AC Milan kortwiekte als waren het oude beuken. Sindsdien is er al heel wat water door de Samber gevloeid, de rivier waarop in Auvelais, tussen Namen en Charleroi, volgeladen aken voorbijvaren. Mutombo’s glimlach is nog even breed en zijn taille zelfs een stuk breder dan vroeger. “Geen zorg,” zegt hij met dat nog steeds guitige accent, “ik ben gelukkig, dat is al wat telt.”

Na zijn voetbalcarrière, die hem behalve door Waregem ook nog langs Harelbeke voerde, ging Mutombo in op een aanbieding van derdeklasser UR Namur. Op één voorwaarde: “Ik wou een job. Een van de bestuurslui van de club, Christian Brahy, stuurde me naar de werf. Ik ben nooit bang geweest om hard te werken. Ik heb een diploma van loodgieter. Na een leven in het voetbal werd ik metselaar, stukadoor en dakdekker. Ik heb veel respect voor die arbeiders, want ik was zelf niet in staat om met een stapel dakpannen op mijn schouders een ladder te beklimmen – zoals dat destijds ging – en dan ook ’s avonds nog te gaan trainen. Ik heb mijn weg gevonden in het afdekken van platte daken met roofing. Ik mocht van mijn baas cursussen volgen en zo ben ik ploegbaas kunnen worden. Ik werk nu al jaren voor het gerespecteerde bedrijf Troiani en Zonen, dat ook gekend is voor zijn zaalvoetbalploeg Real Châtelineau. Ik werk in alle uithoeken van België. Mijn taak is om te waken over het bestek, de vooruitgang van de werken en de organisatie van mijn team. En ik steek natuurlijk zelf ook de handen nog uit de mouwen. De wereld van de bouw is fantastisch, warm, solidair. Ik heb enkele woorden Pools geleerd om sommige collega’s beter te kunnen begrijpen. ’s Avonds ben ik blij terug bij mijn echtgenote Emerance te zijn, die me helpt om er weer bovenop te komen na de scheiding van mijn eerste vrouw en om de nieuwtjes te horen van de kinderen: Ken, Benjamin, Julien, Laura, Sarah en Tonia. Ik breng ook graag tijd door in de tuin, ik heb een moestuintje, wat kippen, geiten… Maar kom, ik stel je even voor aan mijn tweelingbroer die in de gang staat.”

Daddy Mutombo barst in lachen uit wanneer hij Mutombo II laat zien, een replica van hemzelf op ware grootte. Een echte zwarte parel van de Gaverbeek. Hij krijgt de tranen in de ogen wanneer hij dankbaar spreekt over degenen die hem geholpen hebben bij Wallonia Namen, waar hij doorbrak, en bij Waregem (Germain Landsheere, Urbain Haesaert), dat hem een jaar volgde en uiteindelijk aankocht. “Ik was er zeker van dat ik dat niveau aankon”, zegt hij. “In 1983 maakte ik mijn debuut in eerste klasse tegen het Club Brugge van mijn idool Jan Ceulemans. Ik gaapte hem drie kwartier bewonderend aan. Bij de rust wees Haesaert me terecht: ‘Als je nu niet wakker wordt, dan ga je lang kunnen wachten voor ik je nog eens opstel!’ De tweede helft speelde ik de pannen van het dak en scoorde ik.”

Hij noemt de ploegmaats uit zijn Waregemse periode (1983-1987) op: Wim De Coninck, Luc en Marc Millecamps, Danny Veyt, Philippe Desmet, Armin Görtz, Alain Van Baekel… In de verte kunnen we het geroep horen van de voetballers van UBS Auvelais. Het is bij die kleine club dat de Congolees zijn voetbalcarrière afsloot. Nu is hij vooral… daddy: “Absoluut. Ik ben 57 en ook al grootvader.”

DOOR PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content