Tien jaar geleden brak Faris Haroun door bij Genk, acht jaar geleden debuteerde hij bij de Rode Duivels en twee jaar geleden was hij met Middlesbrough dicht bij de Premier League. Nu zit hij bij de voorlaatste uit de Jupiler Pro League. Een gesprek over meer dan voetbal.

Het is in de stemmige brasserie Au Miroir in het centrum van Jette dat Faris Haroun met ons afspreekt, een buurt in het westen van de hoofdstad waar hij opgroeide en begon te voetballen en waar zijn ouders nog steeds wonen. Na Scup en RSD Jette, RWDM, KRC Genk, Germinal Beerschot, Middlesbrough en Blackpool tekende de intussen 29-jarige Brusselaar met Tsjaadse roots halverwege november bij de Belgische degradatiekandidaat Cercle Brugge. Na een seizoen waarin hij weinig speelde en daaropvolgend vier maanden zonder club zat, wil hij in eigen land het plezier in voetbal en zijn beste niveau terugvinden. Dat deed hij tot nu toe overtuigend. “Ik wou ergens naartoe gaan waar ik mij goed voelde en waar er ook voor het team een goede uitdaging was”, vertelt hij van achter een kop thee. “Ergens waar ik mij op mijn beste positie weer in de kijker zou kunnen spelen. Cercle was de enige Belgische club die nog in mij geloofde en ik voelde mij niet te groot om daar te gaan voetballen. Ik geloof in mezelf, ik ken mijn kwaliteiten en ik wist dat ik die zou laten zien aan wie mij waardeerde en mij daartoe de kans gaf. Veel mensen zijn nu verrast door het niveau dat ik haal, maar dat komt vooral omdat in België het Championship onderschat wordt. Hier is de kloof tussen eerste en tweede klasse groot wat spelerskwaliteit, publieke belangstelling en media-aandacht betreft, maar in Engeland is die heel klein. Het is pas nu Jelle Vossen en Vadis Odjidja ervaren hoe moeilijk het er is, dat we dat hier beginnen in te zien. Ik ben daar toch twee jaar bassispeler geweest. Nu wil ik gewoon weer genieten van het voetbal en dat doe ik door elke week de ploeg zo goed mogelijk te proberen te helpen.”

Bij je komst naar Cercle bleek je fysiek vrij goed in orde te zijn. Hoe onderhield je je conditie in de maanden dat je zonder club zat?

Faris Haroun: “Door harder te werken dan je normaal tijdens het seizoen bij een club doet. Ik woonde in Londen bij spelersmakelaar Abdoul Diawara, de neef van Moussa Dembélé, en trainde er drie à vier keer per week twee en een half uur bij Jamie Lawrence. Dat is een gewezen profvoetballer die nu fysiektrainer is en erom bekendstaat spelers tot het uiterste te kunnen pushen. Het was afzien, maar ik wou klaar zijn tegen dat er een club kwam. In mijn zetel zitten wachten tot dan was voor mij geen optie.”

Ken je het levensverhaal van Jamie Lawrence?

“Ja. Hij vertelde het mij.”

Hij pleegde op zijn twintigste een bankoverval, vloog de cel in en werd daar herontdekt als voetbaltalent.

“Dat is het mooie aan die man: dat hij zo’n positieve spirit haalde uit de fouten die hij maakte. Nog altijd staat hij elke dag om vijf uur op om zelf keihard te trainen en om jongeren te helpen en te prikkelen met de filosofie dat je met hard werken ver kunt komen en zelfs uit de grootste miserie kunt geraken.”

Religie

Hoe kijk je terug op die drie jaar Engeland?

“Heel positief. Het was mijn droom om naar een grotere competitie te gaan en altijd al wou ik het liefst naar Engeland. Toen ik de kans kreeg om voor een traditieclub als Middlesbrough te tekenen, twijfelde ik niet. We slaagden er net niet in om naar de Premier League te promoveren, maar ik maakte er toch veel momenten mee die je elders niet kunt meemaken. Bekerwedstrijden tegen Chelsea en Sunderland onder meer, en competitiewedstrijden voor altijd minstens 15.000 toeschouwers. De eerste twee seizoenen was het echt genieten, het derde kwam er een nieuwe trainer, speelde ik de eerste maanden niet en werd ik in januari uitgeleend aan Blackpool. Daar bleek de situatie desastreus te zijn. We moesten ons omkleden in een kotje, de velden waren zelfs tweede provinciale niet waard, douchen moesten we thuis doen en onze kledij moesten we zelf wassen. Bovendien was de coach een Schot met ouderwetse ideeën. José Riga volgde hem op en hij overtuigde mij om er toch de voorbereiding mee te maken. Zijn invloed op mij was positief, maar uit het contractvoorstel dat ik pas na vier weken kreeg, sprak geen respect. Bovendien was er veel te weinig kwaliteit in de groep. Dat blijkt nu ook: de ploeg staat afgescheiden laatste.”

Hoe anders was in Engeland het leven in de spelersgroep?

“Harder. Op training is het hard tegen hard. Als je twee slechte passen na elkaar geeft, word je voor verrot gescholden. Spelers staan er op het oefenveld wel een keer neus tegen neus, maar zodra iedereen afgekoeld is, is dat voorbij. Opmerkingen, verwijten en incidenten worden er niet persoonlijk genomen.”

Ben je er vaak doorgezakt met ploegmaats?

“Neen. In die periode had ik een vriendin en leefde ik volgens de normen die daarbij horen. Bovendien ben ik moslim en drink ik geen alcohol.”

Waarom ben je praktiserend moslim geworden?

“Mijn moeder is christen en mijn vader moslim, maar ik werd nooit in één bepaalde richting geduwd. Om die reden volgde ik op de lagere school zelfs zedenleer. Mijn ouders wilden dat ik met het opgroeien zelf leerde aanvoelen wat ik wou en antwoorden zocht op de vragen die daarbij opkwamen. Langzaamaan evolueerde ik in de richting van de islam. Het begon met één keer om de maand op vrijdag mee te gaan naar de moskee. Telkens als ik daar binnenkwam, voelde ik er een spirit van: arm of rijk, hier is iedereen gelijk. Het was niet zo dat rijken er vooraan mochten staan. Zo is dat bij mij gegroeid. Intussen doe ik vijf gebeden per dag en telkens als ik kan, ga ik op vrijdag naar de moskee.”

Wat is de impact op jou van die gebeden?

“Elk moment van de dag herinneren ze mij aan: stop met slechte dingen te denken. Mijn geloof en mijn manier van leven hielpen mij al vaak in moeilijke situaties. Dan denk je niet: alles en iedereen is tegen mij. In alles wat ik al meemaakte, gaf mijn geloof mij vrede en kracht om te blijven geloven en hard te werken. Je maakt fouten en raakt al een keer van het rechte pad af, maar altijd hielp het mij om mijn weg in de juiste richting voort te zetten. Dankzij de islam ben ik wie ik ben.”

Familie

Tien jaar geleden debuteerde je bij Racing Genk. Wat vind je van de carrière die je tot nu toe maakte?

“Positief. Mocht ik opnieuw kunnen beginnen, dan zou ik meteen tekenen voor dezelfde carrière. Er zijn momenten geweest dat ze een andere bocht had kunnen nemen, maar dat heb je niet allemaal zelf in de hand.”

Wat had je zelf anders en beter kunnen doen?

“Niet speciaal één iets. Het gaat om een mix van alles: geluk, omstandigheden, verantwoordelijkheid van jezelf en van anderen,… Een blessure op een slecht moment, prestaties die niet regelmatig zijn,… Maar ik kijk daar niet met spijt naar. Ik ben blij met wat ik dankzij het voetbal al kon meemaken en ik weet dat ik er altijd alles aan deed wat op dat moment binnen mijn mogelijkheden lag. Ik ga al tien jaar naar osteopaat en chiropractor Gerrit Kempeneers en sinds vier jaar ga ik in Amsterdam ook naar fysiotherapeut Paul Schuurman. Door alles wat ik meemaakte, op en naast het veld, ben ik mentaal heel sterk geworden; en ik weet dat mijn carrière nog lang niet ten einde is.”

Je bent een vriend van Vincent Kompany. Welke rol speelde hij tot nu toe in jouw verhaal?

“We groeiden samen in Brussel op, voetbalden in de parken en onze families zijn heel close gebleven. Onlangs was zijn zus met haar kindje en haar man bij mijn ouders op bezoek. Als ik nu nog eens in contact kom met Vincent gebeurt dat meestal door Rodyse Munienge, zijn beste vriend en bodyguard die ook een van mijn beste vrienden is. Verscheidene mensen hielpen mij in mijn carrière, maar mijn vader is altijd de belangrijkste geweest. Van dag één, bij de preminiemen, kwam hij naar elke wedstrijd van mij kijken; en hij is ook diegene die mij in Genk en in Engeland is komen verdedigen wanneer dat nodig was.”

Je kreeg bij Genk snel een dik contract. Jos Vaessen noemde dat de grootste fout die hij ooit maakte. Ben je te snel vedette geworden?

“Een dik contract? Het was een goed contract, maar ik was niet bij de top vier van de topverdieners bij Genk, hoor. Zonder te spelen verdiende Dennis Praet trouwens al meer dan ik kreeg aangeboden na zestien wedstrijden in de eerste ploeg. ‘Dik contract, meteen een nieuwe wagen,… ‘: je vraagt je af waarom een clubbestuurder dat op die manier naar buiten brengt. Want zo maak je een jonge speler kwetsbaar tegenover de buitenwereld. In plaats dat mensen kijken naar het positieve dat iemand op die leeftijd al presteert, kijken ze alleen nog maar naar wat hij fout doet. Dat begrijp je niet en dat stemt je dan wel een beetje bitter. Tenslotte was ik gratis gekomen en bracht mijn verkoop aan GBA de club ook nog zo’n acht ton op. Ach, als dat de grootste fout is die Jos Vaessen in zijn leven maakte, dan leidde die man echt een supergoed leven. (lacht) Want dat deftige contract dat hij mij gaf, was ook een sterk signaal naar andere jongens van de jeugdacademie; en na mij volgden Steven Defour, Marvin Ogunjimi, Sébastien Pocognoli,… Maar met de tijd ebt de frustratie weg en voel je weer alleen nog maar liefde voor de club van je hart. Ook bij Jos Vaessen heb ik geen slecht gevoel meer. Ik ben dankbaar en ik ken de mens: hij is heel emotioneel en journalisten weten ook wel hoe ze met zo iemand te werk moeten gaan. Uiteindelijk ben ik toen naar GBA vertrokken om weer open te kunnen bloeien. Daar werd ik twee keer tot Speler van het Jaar verkozen. Tot er in het derde seizoen plots iemand uit het niets kwam (Patrick Vanoppen, nvdr) en zei dat ik een grootverdiener was en weg moest. Ik was blij dat ik naar Middlesbrough kon.”

Je werd in 2008 vierde op de Olympische Spelen in China met een generatie die vorig jaar de kwartfinale haalde op het WK in Brazilië en momenteel vierde staat op de wereldranglijst. Je telt zelf zes caps voor de Rode Duivels, maar zit nu tegen de degradatie te strijden in de Jupiler Pro League. In welke mate lijd je in de moeilijke momenten?

“In een carrière kan er veel gebeuren en er zijn zeker momenten geweest dat ik mij niet goed voelde, maar dan hielp mijn godsdienst mij en was er ook altijd mijn familie. Voetbal is mijn job en ik doe er alles voor, maar mijn persoonlijkheid zal nooit toelaten dat het mijn lichaam ziek maakt. Je leven verengen tot alleen maar het voetbal en in moeilijke momenten denken dat alles en iedereen tegen jou is, is volgens mij de weg naar een depressie. Ik doe het anders: dan ga ik gewoon nog harder werken en maak ik buiten het voetbal plezier met dingen die niet te koop zijn. Zo kon ik doordat ik zonder club zat de geboorte en de eerste maanden van het eerste dochtertje van mijn broer meemaken. Dat gaf mij een veel beter gevoel. Voor mij is het mooiste in het leven mijn familie.”

Het grote verbeterpunt in jouw spel destijds was meer doseren om minder kwaliteitsverlies te lijden. Dat lijkt verbeterd.

“Het is een kwestie van ervaring. Als je jong bent, wil je overal lopen. In Engeland werd ik bovendien vooral op de flank uitgespeeld en dan kan je niet meer negentig minuten lang overal lopen. Dan moet je meer nadenken. Mijn concentratie is verbeterd en mijn spel is zuiverder geworden. Er zit minder afval in en ik ben fysiek nog sterker en krachtiger geworden. In Thailand, Cyprus, Griekenland en Amerika kon ik veel meer geld verdienen dan hier, maar daar was het mij niet om te doen. De reden dat ik nu bij Cercle zit, is omdat ik mij afvroeg: wat is voor mij de beste omgeving om weer open te bloeien?”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – FOTO’S: BELGAIMAGE / CHRISTOPHE KETELS

“Cercle was de enige Belgische club die nog in mij geloofde.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content