KRISTOF DE RYCK

Een lege envelop met een plastic venstertje, mag die volgens jou bij het oud papier? “Ik denk het wel, maar mijn post – met of zonder plastic – belandt regelmatig bij het restafval. De vuilnisbak staat op de weg naar de garage, waar we het oud papier verzamelen. Soms ben ik te lui om tot achteraan te stappen. Het gebeurt ook vaak dat ik het afval blijf stapelen, zelfs als de zak allang vol is. Na een tijdje heft Sara dan het deksel eens op en ziet ze de helft op de grond vallen.”

Stapte je ooit al eens op een bruidssluier?

“Zelfs niet tijdens onze openingsdans. Eigenlijk liep er niks mis op onze trouwdag. ( stilte) Hoewel … Mijn supportersclub kocht twee witte muisjes voor ons. Sara en ik haalden een mooie kooi, maar ze braken altijd uit. Daarom noemden we ze Michael en Lincoln, naar de hoofdpersonages van Prison Break. Twee maanden later hadden we ineens tien muizen. Mijn maten verzekerden me nochtans dat ze twee mannetjes gevraagd hadden. Zo’n heel nest houden, dat was een beetje te veel van het goede. Na een tijdje kwam iemand langs, die man zag in onze muisjes een lekkere maaltijd voor zijn roofvogels. Dat kregen we niet over ons hart. Uiteindelijk nam een dierenwinkel die beestjes aan.”

Wat is de meest spectaculaire manier waarop je ooit een meisje versierde?

“Rond mijn tiende schreef ik eens naar Samson en Gert, toen hadden ze nog een rubriek die ‘De Liefdesbrieven’ heette. Als je verliefd was op iemand uit je klas, mocht je hen dat laten weten. Werd je brief gekozen, dan kwam een cameraploeg langs. Ik had een vriendinnetje, Eline. We spraken af om allebei te schrijven naar die rubriek. Toevallig werden onze brieven er gelijktijdig uitgepikt. ( lacht) Dankzij mij kwam meneer de burgemeester naar onze klas.”

Voor welke knappe vrouw schreef je in gedachten al eens een liefdesbrief?

Nicolette van Dam, die Nederlandse presentatrice.”

Weende je toen je de film Bambi zag?

“Nee, maar wel bij Dumbo, toen die zijn mama verloor. Ook als ik als kind mijn goesting niet kreeg, begon ik te wenen. Mijn vader stierf toen ik één was, mijn moeder moest daar op haar eentje mee omkunnen. Ze rookte indertijd en had twee kristallen asbakken. Op een dag gooiden mijn broer en ik die allebei kapot, omdat we eens geen snoep kregen. Dat mijn broer al naar school mocht en ik nog niet, maakte me ook eens colèrig. Terwijl mijn ma boven aan het dweilen was, duwde ik haar emmer water van de trap.

“Omdat ik te veel energie had, stuurde ze mij al op mijn vierde naar een voetbalclub. Eerst speelde ik bij een gewestelijke ploeg, later bij Racing Gent Zeehaven. Op het technische vlak kwam ik te kort, maar mijn inzicht in het spel was goed en ik had een ongelooflijke conditie.

“Toen ik twaalf was, kreeg ik tijdens een kamp een initiatie wielrennen. Dat viel geweldig mee, maar thuis hadden we het niet al te breed en zo’n koersfiets was direct een hele investering. De afspraak was dat ik mocht gaan koersen als ik daar op mijn vijftiende nog zin in had. Drie jaar later gooide ik van de ene dag op de andere mijn voetbalschoenen weg.”

Ben jij een machokok die graag flambeert en pannenkoeken hoog in de lucht gooit?

“Eind deze maand gaat Sara een opleiding volgen. Mijn plan is om vanaf dan voor het eten te zorgen. Nu sta ik nog op nul. Als ik in het verleden moest koken, aten we pizza, pitta of frietjes van de frituur. Altijd wel lekker.

“Onlangs sprong ik eens in toen Sara pannenkoeken aan het bakken was. Ik deed nogal veel olie in de pan. Toen ik daarmee schudde, spatte die olie op de kookplaat en zaten we met een klein brandje. ( lacht) Het is bang afwachten wat er volgende week zal gebeuren.

“Pannenkoeken in de lucht gooien lukt wel al. De enkele en dubbele salto heb ik volledig onder de knie.”

KRISTOF DE RYCK

In deze rubriek komen dit seizoen

Belgische sportfiguren uit verschillende disciplines aan bod.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content