‘Dankzij Murray, Djokovic en Nadal ben ik mezelf blijven verbeteren’

© BELGAIMAGE

Hoe komt het dat iemand de beste wordt in zijn sport? In deze zomerreeks gaan we na welk ingenieus samenspel van omstandigheden daarvoor zorgt. In aflevering vijf is Roger Federer, de meest gelauwerde en meest stijlrijke tennisser aller tijden, aan slag.

Roger Federer is zo compleet dat je niets slechts over hem kunt vertellen. Niet over de mens en zeker niet over de tennisser. Of toch. Hij laat tennis er zo verdomd makkelijk uitzien. Zo makkelijk dat je denkt dat het allemaal vanzelf komt. Zo makkelijk dat je hem soms van gemakzucht verdenkt als hij een keertje verliest. Niet alleen tennis zelf, maar ook alles errond gaat Federer makkelijk af. Dat hij op zijn 36e nog meedoet voor de prijzen, dankt hij aan zijn liefde voor de sport en aan het feit dat hij weet hoe de tenniswereld werkt. Zelf zegt hij daarover: ‘Ik besef dat ik dankzij mijn sport een leven kan leiden waar ik zonder tennis niet eens van zou kunnen dromen, dus waarom zou ik dan ook maar enigszins durven te klagen?’

Op zijn geliefkoosde gras van The All England Lawn Tennis and Croquet Club behoort de Zwitserse maestro nog steeds tot de favorieten. Wie weet pakt hij op 16 juli 2017 wel zijn achtste Wimbledontitel? Geen tennisliefhebber ter wereld misgunt het hem.

Gouden handen

Zijn achtste (!) Wimbledontitel inderdaad, want van de in totaal achttien grandslamtitels die Federer sinds 1998 bij elkaar getennist heeft, won hij er maar liefst zeven op Britse bodem. Niet toevallig op het moeilijk te bespelen gras, want het is daar dat Federers immer spectaculaire spel het best tot z’n recht komt. Dat de Zwitser bepaald veelzijdig is, mag blijken uit het feit dat hij ook tien hardcourttitels wist te pakken (5x Australian Open & 5x US Open) en één keer de Coupe des Mousquetaires in de lucht mocht steken. Ware het niet dat hij tennist in het tijdperk van gravelkoning Rafael Nadal, Federer zou misschien wel drie of vier keer Roland Garros gewonnen hebben. Zijn 302 weken op nummer 1, waarvan 237 na elkaar, zeggen samen met zijn 92 toernooizeges alles over Federers constante presteren. Voeg daar nog twee olympische medailles (goud in het dubbelspel in 2008 en zilver in het enkelspel in 2012) en een zege met Zwitserland in de Daviscup (2014) aan toe en je weet dat Federer alles gewonnen heeft wat er te winnen valt.

Sport gaat evenwel niet alleen over cijfers, laat staan dat genialiteit in statistieken te vatten zou zijn. ‘Roger is absoluut de allerbeste tegen wie ik ooit getennist heb’, gaf AndreAgassi in 2005 mee nadat hij de finale van de US Open verloor van Federer. ‘Pete Sampras was geweldig, maar bij Pete wist ik wat ik moest doen om hem te verslaan. Bij Roger is er gewoon geen beginnen aan. Zelfs wanneer je het perfecte punt tegen hem speelt, heb je nog steeds het gevoel dat je niet meer dan een kleine kans hebt om het punt te winnen. Federer tennist op een manier die ik nog nooit eerder heb gezien.’ Boris Becker verwoordde het in 2003 na Federers halve finale op Wimbledon als volgt: ‘Iedere tenniscoach zou een compilatie van Federers wedstrijd tegen Andy Roddick opgestuurd moeten krijgen, want dat is hoe tennis gespeeld moet worden.’ Federer zelf zag die wedstrijd zo: ‘Ik wist dat ik Andy zou verslaan als ik een correcte wedstrijd zou afleveren.’ Wat voor de stijlrijke maestro ‘correct’ aanvoelt, is buitenaards goed voor de buitenwereld. ‘Federers spel valt nog het best te vergelijken met Mozart proberen te fluiten tijdens een optreden van Metallica’, omschreef de Amerikaanse auteur David Foster Wallace het klassieke tennis van Federer in een wereld van hardhitters. Nog meer dan met zijn bijster indrukwekkende records, bewijst die spelstijl keer op keer waarom hij met recht en reden de allerbeste tennisser ooit wordt genoemd.

Stille voeten

‘In een tijdperk van specialisten ben je ofwel een gravelspecialist, een grasspecialist, een hardcourtspecialist … of je bent Roger Federer.’ De uitspraak van ex-tenniskampioen JimmyConnors is tekenend voor hoe zelfs voormalige grootheden genieten van de flamboyante flair die Federer op de baan tentoonspreidt. Federers enkelhandige backhand werd door JohnMcEnroe al meermaals omschreven als ‘het grootste wonder van onze sport’, terwijl Pete Sampras zeven jaar geleden al toegaf dat Federers forehand ‘de beste slag uit de hele tennisgeschiedenis’ is. Samen met zijn sluwe slice, buitengewoon bedrieglijke opslag en solide volley vormt dat een totaalplaatje waar eender welke andere tennisser alleen maar van kan dromen. Doe daar nog de occasionele tweenerNovak Djokovic snapt nog steeds niet hoe Federer in 2009 een matchpunt kon afdwingen met een door de benen geslagen bal – en de immer perfect uitgevoerde backhand smash bij en je hebt alles in huis om toeschouwers van over de hele wereld met verstomming te slaan.

Het geheim van Federers suprematie zit hem evenwel in zijn benenspel. Daar waar zijn voetenwerk als junior nog slordig was, is Federer nu een toonbeeld van hoe je over een tennisterrein moet bewegen. Roger zweeft over de court, maar al te goed beseffend dat je niets bent met gouden handen als je niet de voeten hebt om je prima geplaatst achter de bal te krijgen. ‘Je hoort zijn voeten zelfs niet’, merkte Mark Hodgkinson op toen hij de Zwitser bestudeerde voor zijn boek getiteld Fedegraphica. Dat is de verdienste van Pierre Paganini, de Italiaanse fitnesscoach die Federer in 2000 onder de arm nam. En dan meerbepaald van diens wel heel rigoureuze vijfstappenplan. Gevolg? ‘Zelfs op zijn 33e beweegt hij nog beter dan veel twintigers’, merkte Greg Rusedski drie jaar geleden op. Nooit een zweem van zweet bij de Zwitser, nooit een diepe ademstoot na een lange rally. Dat de maestro ook in de nadagen van zijn carrière nog weet te schitteren dankzij zijn wel erg efficiënte en economische benenspel – geen enkele tennistopper legt minder afstand af op de court dan Federer – stemt menig tennisfan tevreden. ‘Toch heb ik het gevoel dat de fans mijn spelstijl pas zijn beginnen te appreciëren toen ze me een paar keer hebben zien spartelen’, meent Federer. ‘Alsof ze met eigen ogen wilden zien dat ook ik hard moet werken om toernooien te winnen.’ Ofwel het klassieke verhaal van de uiterst getalenteerde sportman met de vanzelfsprekende spelstijl.

Toch heeft ook de stijlvolle veelwinnaar een zwak punt. Andre Agassi heeft het nooit weten te vinden, maar één man misbruikt Federers ‘grootste wonder van het tennis’ al sinds hun eerste ontmoeting. De enkelhandige backhand bestoken met gigantische topspinballen is wat Rafael Nadal een positieve head-to-headscore tegen Federer heeft opgeleverd. Het aantal breakpunten dat de Spanjaard met kick wegserveerde in de backhand van de Zwitser is niet bij te houden. Nadal groeide in geen tijd uit tot Federers zwarte beest en beroofde hem van een grandslamtitel of zes. Dat de Zwitser pas drie jaar geleden zijn koppigheid aan de kant schoof om als laatste aller tennistoppers de omschakeling te maken naar een groter racket, hielp natuurlijk ook niet. De vier op vier die hij sindsdien pakte tegen Nadal heeft deels te maken met het blessureleed van de Spanjaard, maar roept toch ook de vraag op of Federer succesvoller had kunnen zijn als hij sneller voor een groter racket had gekozen.

De perfecte jeugd

Geen nederige Zwitser die had kunnen bevroeden dat één van hun landgenoten de tennisgeschiedenis zou gaan veranderen, maar de omstandigheden zaten wel meteen goed voor kleine Roger. Papa Robert en mama Lynette waren beiden tennisminded, want allebei amateurtennissers, en met TC Old Boys was er een prima tennisclub in de buurt. Al zat Federers grootste geluk in zijn genen vervat. Als kind van twee kleine ouders (geen van beiden meet meer dan 1,70 meter) groeide Federer toch tot 1,85 meter, tegenwoordig zowat de minimumlengte voor een toptennisser. ‘Roger was een heel actief kind, altijd bezig, vaak aan het sporten’, herinnert lagereschoolleerkracht Theresa Fischbacher zich nog. ‘Het klopt dat Roger al op heel jonge leeftijd enorm sportminded was’, bevestigt moeder Lynette. Vond je de kleine Roger niet terug op het basketbalveld, dan was hij wel aan het badmintonnen of aan het voetballen. ‘Het zou me niet verbaasd hebben dat hij het gemaakt zou hebben als voetballer als hij zich daarop toegelegd zou hebben’, meent Fischbacher te weten. Maar tennis moest en zou het worden.

Toen duidelijk werd dat de jonge Roger uitermate getalenteerd was, besloot hij op zijn veertiende zelf om naar de nationale tennisacademie van Eclubens te trekken. Heimwee en pesterijen om zijn Zwitsers-Duitse accent werden zijn deel, maar hij beet door. Terugkeren was geen optie, zeker niet nadat hij zelf gekozen had om alles op het tennis te zetten. Federer beet door en stopte op zijn zestiende zelfs met studeren. ‘We wilden Roger wel steunen in zijn droom, maar we konden dat financieel ook geen jaren aan een stuk volhouden’, herinnert Robert Federer zich. De financiële kater zou hen bespaard blijven, want in 1998 won Federer zowel het enkelspel als het dubbelspel – nota bene aan de zijde van Olivier Rochus – in Wimbledon en sloot dat jaar af als beste junior. Dat de overstap naar het profcircuit geen probleem zou zijn, wist Seppli Kacovski, Federers allereerste tennisleraar meteen. ‘Ik had na twee dagen al door dat Roger geboren was om op een tennisterrein te staan. Hij had alles: gouden handen, het nodige inzicht en vooral de wil om te slagen.’

Van driftkikker tot koele kikker

Toch was het een mentaliteitswijziging die de carrière van de FedExpress definitief op de rails zette. Zo koel als de Zwitser nu op het terrein staat, zo temperamentvol was hij als tiener. Federer brak het ene racket na het andere en ging volledig door het lint als hij merkte dat een call niet juist was. ‘Opmerkelijk was wel dat Roger zelden kwaad was op zijn tegenstander, maar altijd op zichzelf’, aldus tennisjournalist Tim Struby. ‘De score interesseerde hem niet, laat staan dat hij een zoveelste trofee op zijn kast wilde bijzetten. Hij was bezeten van mooi tennis en moest en zou perfectie genereren.’ Die zelfopgelegde druk zorgde evenwel voor nog meer woede-uitbarstingen.

De ommekeer kwam er in twee fases. Op 14 mei 2001 verloor Federer van ene Franco Squillari in de eerste ronde van de Hamburg Masters. Hij feliciteerde zijn tegenstander, gaf de scheidsrechter een hand en smashte vervolgens zijn racket stuk op de scheidsrechtersstoel. ‘Toen wist ik dat er iets moest veranderen’, herinnert Federer zich. ‘Ik had nog nooit een racket vernield na de wedstrijd, alleen maar tijdens een match. Dit was de druppel. Ik moest me herpakken.’ Dat lukte ook, maar het was pas na een veel dramatischer keerpunt dat de knop helemaal om ging. Toen de Zwitser te horen kreeg dat Peter Carter – Federers coach zowel tussen zijn 10 en 14 als tussen zijn 16 en 19 – het slachtoffer was geworden van een verkeersongeluk in het Kruger National Park, stond zijn wereld stil. Uitgerekend in het geboorteland van zijn moeder liet de man die hem de kneepjes van het tennisvak bijbracht het leven. ‘Ik was nooit eerder naar een begrafenis geweest en dat moment heeft een diepe indruk op mij nagelaten. Ik besefte dan en daar dat een verloren tennismatch toch niet zo veel voorstelt’, aldus de jonge Federer. ‘Ik weet zeker dat de dood van Peter alles in een juister perspectief heeft geplaatst’, voegt Darren Cahill, Carters beste vriend, daaraan toe. ‘Ik durf zelfs te stellen dat Roger een beter mens is geworden na Peters overlijden, zowel op als naast het tennisterrein.’ Sindsdien is Federer een toonbeeld van motivatie en positivisme gebleken. ‘Ik snap perfect dat concurrentie en kritiek de ideale motivatie kunnen vormen, maar voor mij werkt het zo niet’, weet hij intussen. ‘Mijn liefde voor het tennis is zo groot dat het volstaat om in de mooiste stadions en op de beste tenniscourts te staan om gemotiveerd te blijven.’

Stiekeme Roger

Het mag er dan wel allemaal makkelijk en vanzelfsprekend uitzien, feit is dat Federer nooit stopt met nadenken over tennis. Hij beseft als geen ander dat wie aan de top wil blijven zichzelf constant moet blijven verbeteren. Heruitvinden zelfs. Zo bracht hij een revolutie teweeg in de sport met zijn halfslachtige slicereturn halverwege het veld en de SABR die hij in 2015 aan zijn spel toevoegde. Daar waar die eerste de tegenstander in niemandsland brengt en twijfel zaait – loop ik na bal drie door naar het net of keer ik toch maar beter op mijn stappen terug? – legt de Sneak Attack By Roger op een bizarre manier druk op de opslag van de tegenstander. Federer neemt de bal dan immers zo belachelijk snel na de opslag dat hij er een soort alles-of-nietspunt van maakt. Respectloos volgens sommigen, geniaal volgens anderen.

Het laatste woord is aan de grootmeester zelve. ‘Het klopt dat Andy Murray, Djokovic en vooral Nadal me getriggerd hebben om mezelf te blijven verbeteren, maar ik heb hen nooit als concurrenten gezien. Eerder als compagnons de route.’ Samen op weg naar een zo mooi mogelijke tennissport? ‘Al van in het begin wist ik dat er zoiets bestond als perfect tennis, en dat zo vaak mogelijk kunnen tonen op de belangrijke momenten is dan ook altijd mijn grootste drijfveer geweest. Als ik er daarmee voor heb kunnen zorgen dat het tennis beter af is na mijn carrière dan ervoor, is mijn missie geslaagd.’

DOOR KRISTOF VANDERHOEVEN – FOTO’S BELGAIMAGE

‘In een tijdperk van specialisten ben je ofwel een gravelspecialist, een grasspecialist, een hardcourtspecialist … of je bent Roger Federer.’ Jimmy Connors

‘Federers spel valt nog het best te vergelijken met Mozart proberen te fluiten tijdens een optreden van Metallica.’ David Foster Wallace

‘Bij Pete Sampras wist ik wat ik moest doen om hem te verslaan. Bij Roger Federer is er gewoon geen beginnen aan.’ Andre Agassi

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content