‘Dankzij Qatar heb ik mijn voetbaldroom kunnen waarmaken’

© BELGAIMAGE

Van het lieflijke Registro naar het gemoedelijke Sint-Truiden. Met tussendoor een paar stops in Portugal, Qatar en Denemarken. Allan Sousa heeft een kleurloos leven in Brazilië ingeruild voor een nomadenbestaan aan de andere kant van de wereld. ‘Brazilianen kunnen overal aarden.’

Bij elk familiebezoek aan zijn hometown Registro, een stadje in het zuiden van de staat São Paulo, herhaalt zich hetzelfde scenario voor Allan Sousa. De 22-jarige aanvaller van STVV moet zich eerst een weg banen door de metropool São Paulo om daarna nog 2,5 uur te bollen over de autosnelweg BR-116, een van de belangrijkste verkeersaders in Brazilië. Wanneer de contouren van Registro tevoorschijn komen, kan Sousa echt op adem komen. ‘Ik ben geen fan van grote steden. Daarom voel ik mij goed in Sint-Truiden’, aldus Sousa, van wie de opvallende Indiaanse gelaatstrekken verraden dat hij afstamt van de inheemse bevolking van Brazilië. ‘São Paulo is echt niets voor mij. Het is too big. Vanaf 16.30 uur, wanneer de meeste mensen gedaan hebben met werken, is het verkeer een ramp. Alles zit muurvast en dat maakt de mensen nerveus. Verhalen over automobilisten die op straat vechten of zelfs het leven laten na een schermutseling verbazen mij niet. De enige manier om geen tijd te verliezen in het verkeer is over de stad vliegen met een helikopter.’

Met zijn 50.000 inwoners, de nabijheid van de Iguape-rivier en het beschermde natuurgebied Parque Estadual da Campina do Encantado, is Registro het soort stad waar het goed toeven is. Sousa: ‘Wij leven niet in favela’s, maar we hebben bijvoorbeeld ook last van drugsdealers. Dat zijn veelal jongens met wie ik ben opgegroeid en waar ik nu nog altijd lol mee heb. In Registro kennen we elkaar allemaal en daarom maak ik mij geen zorgen over mijn familie. In een grootstad als São Paulo loop je vrij anoniem rond in de stad en daardoor ligt de drempel om elkaar iets aan te doen veel lager.’

In Brazilië droomt elke jongen van een bestaan als profvoetballer. Is het geen onbegonnen werk om dat in eigen land te worden?

ALLAN SOUSA: ( knikt) ‘De meeste Brazilianen wonen in kleine steden of gemeenten en hebben niet de mogelijkheid om in aanraking te komen met profvoetbal. In Registro ben ik veel spelers tegengekomen die talent hebben, maar makelaars komen niet tot daar. En er is geen weldoener die zijn tijd en geld wil investeren in een speler.’

In tegenstelling tot veel van jouw landgenoten heb je in Brazilië de kans gehad om in het reguliere voetbalcircuit terecht te komen.

SOUSA: ‘Het is een kwestie van geluk. Op een dag ben ik naar São Paulo getrokken om met een paar vrienden een oefenmatch te spelen. Na de match ben ik aan de praat geraakt met een man die voor mij een club zou zoeken in São Paulo. Een drietal weken later had die man effectief een club voor mij gevonden: Independente de Limeira. Een club ten noorden van São Paulo. Ik was een jaar of 17 en ik mocht aansluiten bij de U17. En ik werd voor het eerst geconfronteerd met competitievoetbal.’

Op die leeftijd zijn de meeste spelers al jaren actief op competitieniveau. Was de stap niet te groot voor jou?

SOUSA: ‘Op zich had ik geen moeite met het niveau. Maar op die leeftijd moet je iets extra’s tonen om op te vallen aangezien het staatskampioenschap van São Paulo gedomineerd wordt door de topclubs Santos, São Paulo, Corinthians en Palmeiras. Het heeft niet lang geduurd voor ik een van de sterkhouders werd van mijn team. In 2014 scoorde ik 21 doelpunten in het staatskampioenschap voor U17. Gabriel Jesus werd toen topschutter met 37 goals… Ik heb tevergeefs gewacht op aanbiedingen van een eersteklasser, maar in Brazilië moet je de juiste makelaar hebben om bij een grote club binnen te geraken.’

Allan Sousa: 'In mijn eigen stad geloofde niemand in mij, maar nu word ik gewoon betaald om te voetballen.'
Allan Sousa: ‘In mijn eigen stad geloofde niemand in mij, maar nu word ik gewoon betaald om te voetballen.’© BELGAIMAGE

DREIGBRIEF

Jouw makelaar heeft uiteindelijk een test voor jou kunnen regelen bij Sporting Braga.

SOUSA: ‘Ik mocht een tijdje met een van hun jeugdploegen meetrainen en ik had het naar mijn zin in Portugal. Na drie maanden verliep mijn visum en ik beschikte niet over de nodige papieren om een spelerslicentie aan te vragen. Ik moest terugkeren naar Brazilië, maar dat was voor mij geen optie. Het zou aanvoelen als een nederlaag. Op het thuisfront misten ze mij zo hard dat ze hoopten dat ik terug zou komen, maar ik wilde niet zomaar mijn droom opgeven. Via een Belgische kennis van mijn makelaar werd ik in Qatar aangeboden en na het zien van een YouTube-filmpje mocht ik gaan testen bij Al-Arabi. Gianfranco Zola was er trainer en hij heeft het bestuur overtuigd om mij een kans te geven. Het heeft ongeveer twee weken geduurd voor ik mijn contract mocht tekenen want ze moesten eerst een andere buitenlander van de loonlijst halen.’

Qatar was toch niet de droombestemming die jij in gedachte had toen je Brazilië verliet?

SOUSA: ‘Voor een eerste ervaring is Qatar best oké. Omdat er doorgaans weinig volk in de tribunes zit, heb je nooit last van druk. En: Al-Arabi was bereid om mij een contract van vijf jaar te geven. Dankzij mijn passage in Qatar heb ik mijn droom kunnen waarmaken. Ik weet nog dat ik na het ondertekenen van mijn contract mijn familie heb gebeld om te zeggen dat ik geld zou opsturen. Je had hun reactie moeten horen aan de andere kant van de lijn… In mijn eigen stad geloofde niemand in mij, maar nu werd ik gewoon betaald om te mogen voetballen.’

Wat herinner je je nog van je eerste match als prof?

SOUSA: ‘Mijn eerste wedstrijd was de topper tegen Al-Gharafa. Ik stond aan de aftrap, scoorde en we wonnen met 3-2. Na een seizoen moest Zola vertrekken en zijn opvolger kon blijkbaar niets met mij aanvangen. Ik was jong, mijn cv was leeg en ik kon dus gemakkelijk opzij gezet worden. Om ervaring op te doen werd ik uitgeleend aan Al-Markhiya in tweede klasse. Ik deed het goed en we dwongen de promotie af naar eerste klasse. Ik wilde terugkeren naar Al-Arabi, maar de coach had geen plaats voor mij in de A-kern. En het bestuur wilde niet meewerken aan een transfer. Mijn transferprijs lag zo hoog dat elke geïnteresseerde club meteen zou afhaken. Na overleg met mijn makelaar zijn we naar FIFA gestapt en ik ben toen letterlijk naar Denemarken gevlucht waar ik onderdak vond bij Vejle.’

Had je schrik dat Al-Arabi je tegen jouw wil zou vasthouden in Qatar?

SOUSA: ‘Nee, ik ben nooit bang geweest. Ze hadden geen enkel argument dat op juridisch vlak steek hield. Ze hebben Vejle proberen te intimideren met een brief waarin ze hen vroegen om een transfersom te betalen, maar ze konden hen ook niets maken. Na enkele weken heeft de FIFA mij vrijgegeven en ik ben transfervrij mogen overstappen naar Veilje.’

Hoe verliep de kennismaking met het Europese voetbal toen je naar de Deense tweedeklasser Vejle ging?

SOUSA: ‘In Qatar werd er enkel ’s avonds getraind. ’s Morgens zochten we verkoeling in de gym… Het heeft dus enkele maanden geduurd voor ik aangepast was aan het weer en het agressievere voetbal dat in Europa gespeeld wordt. Ik was een paar jaar geleden nog een schriel ventje en ik schrok ervan dat de scheidsrechters zoveel lieten begaan. In mijn eerste seizoen bij Vejle heb ik niet alles gespeeld en wist ik maar een keer te scoren. Mijn situatie is pas het seizoen daarna veranderd toen Vejle de Italiaanse trainer Adolfo Sormani kreeg. We kenden elkaar nog van bij Al-Arabi, waar hij de assistent was van Zola, en hij gaf mij van bij het begin een basisplaats. We promoveerden naar eerste klasse en hoewel we ons niet konden handhaven werd mijn naam genoemd bij enkele clubs. Maar de voorzitter zag mij liever naar het buitenland vertrekken dan mij te verkopen aan een van de topclubs uit Kopenhagen…’

Voor je naar België kwam, heb je al in Brazilië, Portugal, Qatar en Denemarken gevoetbald. Je hebt er ondanks je jonge leeftijd een stevige reis op zitten.

SOUSA: ‘ That’s life. Je gaat van hier naar nergens. Je kan nooit voorspellen waar je binnen enkele maanden zal voetballen. Het is ook typisch Braziliaans om de halve wereld af te lopen. Wij willen enkel voetballen – het maakt niet uit waar. Wij kunnen overal aarden want wij zijn krijgers. Uiteindelijk gaat het erom de achtergebleven familie te helpen.’

‘Vreemd dat er zoveel geld werd gespendeerd aan het WK en de Olympische Spelen’

Eind oktober van vorig jaar werd Jair Bolsanoro tot president verkozen. Waarom denk je dat een meerderheid van de Brazilianen voor zo’n omstreden figuur heeft gestemd?

ALLAN SOUSA: ‘Gek hé? Ik ben al een tijdje weg uit Brazilië en ik weet dus niet wat er echt leeft onder de bevolking. Heeft Bolsanoro indruk gemaakt met zijn directe stijl van communiceren? Of was het zijn parcours als militair dat hem veel krediet heeft gegeven? Ik weet het niet. Maar hij is verbaal wel een paar keer zwaar uit de bocht gegaan. Zijn homofobe uitspraken en uitlatingen over zwarten werden hem niet in dank afgenomen.’

Veel Brazilianen leven in ellendige omstandigheden. Wat zou jij veranderd willen zien?

SOUSA: ‘Ik zou aan de basis beginnen: geef jongeren financiële steun om verder te studeren. Dat was min of meer het geval bij de vorige president Michel Temer. Een van de eerste zaken die Bolsonaro heeft gedaan na zijn aanstelling is bezuinigingen doorvoeren in het hoger onderwijs. Dan spreek ik onder andere over studiebeurzen. Terwijl veel jonge Brazilianen geen geld hebben om hun hogere studies te betalen. Je ontneemt hen de kans om hun leven in handen te nemen. Die jongeren gaan op zoek naar een alternatief: drugs verkopen of een andere criminele activiteit…’

Er is in de aanloop naar het WK 2014 en de Olympische Spelen in 2016 veel geld gegaan naar de bouw van stadions en infrastructuur…

SOUSA: ‘Terwijl de mensen vooral nood hadden aan nieuwe ziekenhuizen! Ik heb het altijd een vreemde beslissing gevonden om zoveel geld te spenderen aan die twee evenementen. Het gewone volk is er alvast niet beter van geworden. Ik vraag mij soms af of de politici een concreet plan hebben om de mensen uit de miserie te helpen. Tot het echt zover is, zijn wij Braziliaanse voetballers een onmisbare schakel voor onze families. Wij zijn de enigen die hen kunnen helpen om te overleven. Op hulp van de president of de overheid moeten we niet rekenen…’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content