Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Een dag in het zog van Danny Boffin, is een dag waarop je blij bent dat er ook nog zijn echtgenote is. Een slapende Danny zegt namelijk niet veel. ‘Als ik hem niet wakker maak, blíjft hij slapen.’

Om 7u.45 gaat in de Neerlandenstraat 7 in Dormaal het licht aan. Tegen alle verwachtingen in is het een half uur later niet mevrouw maar meneer die ons binnenlaat. Danny Boffin is al op ?! “Ik moest wel opstaan,” zegt hij, met een gezicht dat zo te zien liever was blijven liggen, “want ik moest de poort opendoen voor de dakwerkers. De bazin is het huis aan het renoveren, op 1 februari komt ze er zelf in wonen. Hopelijk is tegen dan het onze al klaar. Het wordt moeilijk, maar gelukkig is mijn schoonbroer bouwaannemer, anders had ik géén rust meer.”

Voor Danny aan de ontbijttafel zitten Alyssa (10) en Yentl (6), die het over een boekentas van Anderlecht heeft. Marie-Christine loopt rond. Danny eet boterhammen met choco. “Iedere ochtend twee, met choco of met confituur, soms ook een potje yoghurt, cornflakes of müsli.” Er wordt melk of fruitspa gedronken. “Wij zetten nooit koffie”, zegt Marie-Christine. “Ik drink nooit koffie,” zegt Danny, “alleen één tas op de club, ’s ochtends in het spelershome, maar nooit de dag van de wedstrijd.”

Jako, niet profiteren, hé !” Jako is een Husky van bijna 14 jaar oud. “Hij is naar het einde aan het gaan,” zegt Danny. “Net als Lop, die Cotton Tuljar van bijna 11 jaar die daar ligt, is hij niet meer zo gezond. Vroeger wou hij nooit binnen, nu wil hij niet meer buiten. Als het wat kouder wordt, staat hij te bibberen op zijn poten. Hij eet ook bijna niet meer. Ik heb Jako gekocht toen ik naar Luik ging en in Tongeren ben gaan wonen. Jako is overal meegegaan, ook naar Metz.”

Rocky !” Er is nog een derde hond. “Rocky !!!” Rocky heeft nog niet opgehouden met blaffen. Hij zit achterin het huis, in de veranda, achter een met planken gebarricadeerde deuropening, planken waar al serieus aan gegeten is. Rocky heeft zo te zien zijn naam niet gestolen. “Rocky is een Scharpei van vier jaar”, zegt Danny. “We hebben nog vijf honden gehad, maar we verloren er twee aan kanker. Eén was nochtans maar twee jaar oud. We zijn er overal mee geweest, bij dokters en in klinieken, maar tevergeefs. We hebben toen gezegd : als de andere er ook niet meer zijn, komt er geen hond meer. Eigenlijk is Christine meer hondenliefhebber dan ik.”

Marie-Christine heeft de kinderen naar school en Het Belang van Limburg mee gebracht. “Hier zie.” Op de eerste pagina van de sport bekent Désiré Mbonabucya zijn liefde voor duiven. Hooligan slaat doelman neer. “Amai.” Quote van Bruno Versavel : ‘ Ik ben nog lang niet versleten.’ “Twee maanden geleden ben ik nog met hem gaan eten”, vertelt Danny. “Hij is verdikt, maar dezelfde gebleven.” Op de volgende pagina zegt Versavel : ‘ Wat Boffin kan, kan ik ook nog.‘ “Wat zit hij dan in vierde klasse te doen ? Iedereen kan een keer op een jaar stunten, maar het hele jaar het niveau blijven aanhouden, is veel moeilijker. Bruno is altijd zo’n type geweest, iemand met enorme kwaliteiten die op sommige momenten de verkeerde beslissingen neemt. Ik grap ook, maar ik denk dat ik het méér kan opbrengen dan Bruno. Ik heb mij beter verzorgd dan hij. Ik drink geen alcohol en ik slaap ook meer.”

37 is Danny Boffin.

“Dat het zó goed gaat, heeft ook te maken met de positie die ik heb en de manier waarop ik hier mag voetballen, van de trainer en van de ploegmaats. Ik heb in mijn carrière altijd het gevoel gehad dat ik een beetje ben tegengehouden, dat ik nooit volledig tot mijn recht ben gekomen, dat ik nooit heb mogen voetballen zoals ik het werkelijk gewild zou hebben. In Metz speelde ik het eerste jaar ook wel centraal, maar het was toch nog anders dan hier. Weet ge, vorig seizoen hoorde ik zelfs van mensen binnen de club dat ik zo goed speelde omdat ik per se naar het WK wou. Dit seizoen zou het minder zijn, snap je. Het blijkt nóg beter. Het doet mij goed die mensen overtuigd te hebben.

“Verleden seizoen stond ik op de flank, maar ik bleef er niet. Ik stak over, maar niemand zei er iets van, omdat het rendeerde. Maar nu, de eerste wedstrijd van het seizoen, op GBA, kwam ik op links nauwelijks aan de bal, liep het vierkant en voelde ik mij niet goed in mijn vel. Ik heb toen een paar dagen ongelukkig rondgelopen, tot een paar mensen zagen dat er iets scheelde. Eerst heb ik met Guy Mangelschots gepraat en dan samen met de trainer. Ik heb de kans gekregen centraal en ze ook gepakt.”

Tijd om te gaan trainen. “En ik ga nog wat poetsen”, zegt Marie-Christine vanachter de strijkplank. “En om elf uur wat fitnessen.”

In het spelershome zwaait Danny al snel met een titel op bladzijde 11 van Het Belang van Limburg. Twaalf jaar oude duif gestolen bij Blukke. Désiré Mbonabucya komt binnen. “Hé, pigeon.” Hij wordt in staat van beschuldiging gesteld. Dusan Belic komt binnen, bekijkt de foto in Het Belang waarop Désiré een duif vasthoudt en richt zich dan tot Désiré : “Voor de soep, jong ?!”

Na een bespreking in de kleedkamer trekt de groep met wagens naar het oefenveld aan het Stedelijk Zwembad. Danny Boffin is zo te zien beter in de wedstrijd dan op training. Eén doelpoging belandt zelfs over de zijlijn, negentig graden de verkeerde richting uit. Niet helemaal uitgeslapen waarschijnlijk.

Na de training gaat hij met Peter Voets, Wouter Vrancken, Robbie Dello en materiaalmeester Benny Liebens iets eten in de bar van het stedelijk zwembad.

Voets : “Toen Danny naar Sint-Truiden kwam, dacht iedereen : Boffin, wat gaat die hier doen ? Die gaat hier de man willen spelen, misschien gaat hij hier willen…”

Liebens : “…uitbollen.”

Voets : “Ik denk dat er veel gedacht hebben : Boffinke komt, wat gaat die hier willen veranderen ? Toen er sprake van was dat hij mij de aanvoerdersband wou afpakken, heb ik gezegd : als je mij 100.000 frank geeft, dan… ( hilariteit). Het bestuur had natuurlijk kunnen beslissen dat hij de kapitein moest zijn, maar ik denk wel dat dan de spelers achter mij hadden gestaan.”

Boffin : “Ik heb daar nooit stappen voor ondernomen. Het enige dat er is geweest, was dat toen Peter geblesseerd was, we zeven wedstrijden op rij ongeslagen bleven en dat er gezegd werd : met Danny als kapitein hebben we niet meer verloren. Ik heb toen gezegd : weet je wat, ik zal hem een heel jaar dragen, dan spelen we kampioen. Zo is dat eigenlijk gekomen.”

Voets : “Ik denk dat hij er zich bij neergelegd heeft dat ik kapitein ben. Tot nu toe hebben we daar eigenlijk geen problemen over gehad.”

Liebens : “Ik denk dat er twee kapiteins zijn, maar dat er maar één de band kan dragen. Een betere groep als deze heb ik hier trouwens nooit meegemaakt.”

Vrancken : “De groep hangt heel goed aan elkaar en de ploeg is heel goed ingespeeld.”

Voets : “Danny steekt er een beetje bovenuit en ik vind ook terecht. Ik neem mijn hoed af voor wat hij presteert, ik hoop van harte dat hij die Schoen zal winnen.”

Vrancken : “Voor wat hij het voorbije jaar én zijn hele carrière presteerde, maar misschien is het voordeel van Simons wel dat hij op het WK speelde.”

Voets : “Ik geloof niet dat dat doorslaggevend wordt. Dé man van Club Brugge het voorbije jaar vind ik persoonlijk trouwens Englebert.”

Dello : “Simons heeft ook nog vele jaren de tijd om de Gouden Schoen te winnen. Hij heeft vooral regelmaat. Boffin heeft ook de regelmaat, maar steekt er ook nog eens bovenuit. Als ik moest stemmen…”

Vrancken : “Simons is meer controlerend. Boffin maakte al in heel veel matchen het verschil. Hij is echt beslissend. Wat hij doet is moeilijker.”

Voets : “Wanneer was die eerste stemronde ?”

Boffin : “Was dat niet nadat we met 5-3 van Brugge hadden gewonnen ( hilariteit) ?”

Vrancken : “Ik denk dat hem dat toch een klein stapje voor heeft gegeven op Simons ( lacht).”

Boffin : “Vier assists en één doelpunt.”

Liebens : “In die periode is Danny als eerste geëindigd in Voetbal Magazine.”

Boffin : “We zijn die tijd ook in Anderlecht gaan winnen, we eindigden toen ook met meer punten dan Sint-Truiden ooit haalde.”

Voets : “Seffens moeten we wel stoppen, hé, want Danny moet een uur of drie gaan slapen ( grijnst).”

Alzo geschiedt. “Tja, die Gouden Schoen, hoe begint dat, hé ?”, zegt Danny op de weg naar huis. “Je wordt door iedereen in een favorietenrol geduwd, er wordt gezegd dat als je op kop staat in alle referenda, het niet anders kan dat je hem gaat winnen en zo. Dan begin je daar steeds meer over na te denken en zeg je : misschien hebben ze wel gelijk. Telkens je dat uit je kop probeert te zetten, kom je wel weer iemand tegen die erover begint. Iederéén begint er namelijk over : overal waar ik kom, krijg ik te horen dat ik hem verdien en dat ik hem ook zal winnen. Ik wou thuisblijven de avond van de verkiezing, maar de club maakte mij duidelijk dat ik moet gaan. Ik zal gaan, maar hoe ik zal reageren als het tegenvalt, weet ik niet.”

Het is halftwee. Bedtijd. “Mijn lichaam heeft dat absoluut nodig, want ik ben iemand die enorm veel energie verbruikt. Bovendien komen de zware tijden eraan. Winter, koude, zware velden, druk programma.”

“Als ik hem niet wakker maak, slaapt hij tot 18 uur”, lacht Marie-Christine, terwijl de fotograaf Danny onderstopt. “Danny heeft dat nodig, hij is altijd een slaapkop geweest. Als hij niet helemaal uitgerust is, merk je dat aan hem. Als het op zijn leeftijd nog altijd zo goed gaat, heeft veel ermee te maken dat hij zich heel goed verzorgt, op zijn voeding let, weinig saus eet, niet rookt, zelden of nooit alcohol drinkt en enorm veel rust. Hij slaapt zo’n 13 uur per dag. Van 23 uur tot 9 uur normaal en ’s namiddags nog een uurtje of drie. Als hij twee keer moet trainen, komt hij om halfvijf thuis en kruipt hij in bed tot het avondeten om halfzeven. Ik laat Danny vrij veel met rust, ja ( lacht). In het huishouden doet hij niet veel en ook de huistaken van de kinderen zijn meestal voor mij, want met de scholen en zo … ‘Ik heb daar het geduld niet voor’, zegt hij. Onze kinderen hebben problemen met rekenen en ik moet daar dus vrij veel mee bezig zijn.”

“Dat het bij Sint-Truiden zó goed zou gaan, had ik niet verwacht”, vertelt Marie-Christine, gezeten op een zijleuning van de sofa. “Toen hij er tekende, dacht ik : oei, nu zal ’t waarschijnlijk wel bergafwaarts gaan. Ik had hem toen liever nog wat hogerop gezien, want die mogelijkheid was er. Die maand dat ik alleen in Metz was, belde Marseille – en Standard en Gent ook. Te laat, Danny had al een akkoord met STVV.

“Je ziet aan Danny dat hij zich hier thuisvoelt en met het volle vertrouwen speelt, zeker nu hij achter de spitsen mag spelen is hij in zijn sas. Na de eerste match dit seizoen, op GBA, zag ik dat er iets scheelde. Ik zeg : ‘ wat scheelt er ?’Want Danny is wel zeer gevoelig en heel emotioneel, maar kropt veel op. ‘Als ik heel het seizoen op links moet spelen, geef ik er de brui aan’, zei hij. ‘Op mijn leeftijd negentig minuten die hele flank afdweilen, dat ligt mij niet meer zo.’ Danny moet veel kunnen bewegen, hé. Sedert hij is mogen veranderen van post is het beter beginnen draaien voor hem én voor de ploeg. Hij is helemaal bevrijd nu.”

“Zeker bij de nationale ploeg is Danny altijd een twijfelaar geweest,” weet Marie-Christine, “iemand die te weinig in zichzelf geloofde. Je zag dat hij altijd wat teruggetrokken, wat verlegen op het veld stond, wat verkrampt. Schrik om iets verkeerd te doen, precies niet durven. Als Danny meer in zichzelf gelooft, kan hij evenveel als Bart Goor, die natuurlijk wél een lefgozer is, hé.

“Toen Danny onlangs zei dat hij niet naar de uitreiking van de Gouden Schoen wou gaan, was dat ook weer een angstreflex. ‘Als de uitslag negatief is, zullen de mensen weer gaan praten van : kijk, hij dit en hij dat…’ Daarnaast is er natuurlijk ook het gevoel van : misschien verdien ik hem wel eens, eindelijk, want ik heb er zo hard voor geknokt, zóveel voor gedaan en gelaten altijd. Anderen zijn toch lakser, denk ik, Danny is strenger dan anderen voor zichzelf. Ik vind : als Danny tweede wordt, mag hij dat niet beschouwen als een falen; hij moet fier zijn.

“De laatste tijd wordt er natuurlijk heel veel over gepraat. Overal waar ik kom zeggen de mensen dat hij de Gouden Schoen zal krijgen, maar ik ben daar nog niet zo zeker van. Ik denk dat we daar allebei heel nuchter in blijven, want… ophemelen en ophemelen en dan niks ontvangen… ik denk dat de ontgoocheling des te groter zou zijn.

“Ik denk wel dat Danny daar goed mee omgaat. Hij weet ook dat hij vorig seizoen niet eens bij de eerste tien was. Soms heeft Danny nog altijd het gevoel dat hij er niet bijhoort, dat bijvoorbeeld Wesley Sonck of Marc Degryse heel graag gezien zijn door de pers en hij minder. Hoewel de commentaren nu toch zeer goed zijn en hij ook merkt dat hij niet alleen gewaardeerd wordt omdat hij goed kan lopen, maar eindelijk ook voor zijn voetbalkwaliteiten. Hier voetbalt Danny nu echt zonder complexen. In Metz was dat aanvankelijk ook zo, maar dan is dat beginnen veranderen. De ambitie van de club werd almaar minder, Danny raakte steeds minder goed omringd, de sfeer was niet meer zo…

“Hij is altijd braaf gebleven, heeft altijd alles opgekropt, tot hij ineens is geëxplodeerd. Ik zat in de tribune te kijken toen hij ineens zo deed ( steekt beide middenvingers in de lucht). Ik was stomverbaasd, het was alsof ik een emmer water over mij had gekregen. Ik dacht : wat doet die nu, dat kan niet… Het was de dag van mijn verjaardag, ik zal het nooit vergeten. Het draaide niet meer zo goed, het publiek begon te fluiten en Danny hoorde langs de kant hoerenzoon roepen. Dat was de druppel teveel.”

Marie-Christine gaat de kinderen afhalen op school, waarna ze met Yentl naar de dokter in Hasselt moet. Maar eerst passeert ze nog eens aan hun nieuwbouw in Binderveld. Er zitten al ramen en deuren in, elektriciteit ligt er ook al, maar het is nog niet gevloerd, er zit nog geen keuken in, ook de badkamer is nog niet ingericht – en ook het grote zwembad tussen de keuken en de woonplaats staat nog in ruwbouw, maar waarschijnlijk is dat iets minder prioritair. “Half januari moeten we erin”, zegt Marie-Christine. “Minder dan twee maanden tijd nog, ja, maar als het moet, lukt het wel. Deze week nog wordt de keukenvloer gelegd – de andere vloeren zijn nog niet gearriveerd. Volgende week wordt de keuken geplaatst, dat is toch al iets.”

Om 16 uur staat Danny op om ons weer binnen te laten. Na een fotosessie met Jako gaat de televisie aan. VT4. Boys Meet World. The Simpsons. Om halfzes komt Marie-Christine thuis met de kinderen. Na het avondeten gaat Danny weer voor tv liggen. Zappen. Marie-Christine helpt Alyssa en Yentl bij hun huiswerk, wast ze en stopt ze in bed. Daarna kijkt ze met Danny naar de film The Other Sister op VT4, maar niet tot het einde. Rond 23 uur gaan ze slapen. (Danny zal slapen tot 12u.15, tot Marie-Christine hem wekt.)

door Christian Vandenabeele

‘Danny is altijd een twijfelaar geweest, iemand die te weinig in zichzelf gelooft.’

‘De eerste stemronde voor de Gouden Schoen ? Was dat niet nadat we met 5-3 van Brugge hadden gewonnen ?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content