‘Dat aanvallende zullen ze nooit uit ons krijgen’

© belgaimage - yorick jansens

Ook in het Waasland hebben ze hun ‘project’ met de jeugd. Xian Emmers en Matthias Verreth, de ene nog eigendom van Inter, de ander overgekomen van PSV, over voetballen tegen de degradatie en hun jeugdervaringen in het buitenland.

Ongeveer twee tot drie jaar. Dat is de gemiddelde tijd die goeie, jonge talenten in eerste klasse doorbrengen bij de club waar ze doorbreken. Vaak worden ze daarna weggehaald. Mede daarom is het voor (een trainer van) Waasland-Beveren voortdurend herbeginnen. Zoeken naar jong talent (en in die zoektocht ook fouten maken), het verder opleiden, en daarna laten vertrekken, naar hoger aangeschreven clubs. Zo ging Aleksandar Boljevic naar Standard en vertrok Nana Ampomah naar Fortuna Düsseldorf, om maar twee recente voorbeelden te geven.

'Dat aanvallende zullen ze nooit uit ons krijgen'
© belgaimage – yorick jansens

Deze zomer streken op de Freethiel twee jonge middenvelders neer met veel potentieel, klaar voor eenzelfde traject: Xian Emmers (20) en Matthias Verreth (21). Twee spelers voor een positie in het centrum van de ploeg met een gelijkaardig profiel: naast veel technisch talent, allebei met een (deel van hun) opleiding in het buitenland. Xian Emmers, de zoon van ex-Rode Duivel Mark, heeft een verleden bij Inter. Matthias Verreth werd definitief overgenomen van PSV. Wij brachten beiden rond de tafel, voor een gesprek over hun dromen, hun verleden en de integratie in 1A.

Valt dat mee?

XIAN EMMERS: ‘Het was wennen: van de zeer fysieke, Italiaanse competitie terugkeren naar een voetballende.’

Interessante vaststelling, want wij denken altijd dat we hier ook fysiek hard bezig zijn.

EMMERS: ‘Fysiek is het inderdaad zwaar, maar in Italië is dat nóg meer en komt dat tactische er nog eens bovenop. Het is er zwaarder, maar ik ben mijn draai aan het vinden.’

MATTHIAS VERRETH: ‘Voor mij is dit véél fysieker, want ik kom uit de Nederlandse competitie.’

Anders dan Xian had jij vrij veel ervaring met competitievoetbal.

VERRETH: ‘Ik heb drie seizoenen met Jong PSV in de tweede klasse gespeeld, maar dat is toch anders. Meer fysiek voetbal dan in de Eredivisie, maar bij mijn ploeg kwam er minder druk bij kijken. Zakken konden we, maar promoveren niet en omdat we toch bovenin meedraaiden, was de druk anders dan in Beveren, waar we moeten strijden voor het behoud.’

EMMERS: ‘Daar heb ik dan weer een beetje ervaring mee, bij Cremonese vorig seizoen. In de Serie B streden we onderin. Héél ander voetbal. ( droog) Grof gezegd: je kan het daar vergelijken met rugby. Veel lange ballen en duels. ( nog droger) Je leert ervan.

‘De eerste maanden speelde ik nog veel, maar na een trainerswissel ben ik van de radar gevallen. Ik kan daarover mijn mening geven, maar misschien doe ik dat beter niet. Italianen hebben moeite om op jeugd te vertrouwen, laat het ons daar op houden. In Italië gaan trainers in de Serie B rond van ploeg naar ploeg en de onze had al met diverse jongens gewerkt. Diegenen die hij niet kende werden aan de kant geschoven.’

Was Nederland ideaal als leerschool?

VERRETH: ‘Op technisch vlak zeker. Hoe de fysieke trainingen er bij de jeugd in België uitzien, weet ik niet. Ik vertrok al op mijn achtste naar Nederland. Ik weet wel dat in Nederland heel veel op het technische aspect werd gehamerd. Op goeie velden. Voetballen op kunstgras is er met de tijd ingeslopen, maar dat willen ze er inmiddels weer uit. Ik voetbal ook het liefst op normaal gras, want uiteindelijk word je daar wél een beter voetballer door. Op kunstgras weet je hoe een bal botst, van gras met hier en daar een bult weet je dat nooit.’

EMMERS: ( pikt in) ‘Ik had de velden van Inter beter verwacht. De aandacht gaat in Italië vooral naar het voetbal, de accommodatie is er niet top. Italië heeft het in het algemeen moeilijk om oude dingen los te laten. Dat zie je ook in het dagelijkse leven. Sommige straten in Milaan liggen er echt héél slecht bij.’

Ben je er meer modebewust geworden?

EMMERS: ( droog) ‘Neen!’ ( lacht)

PSV? Nooit van gehoord

Vertel eens over jullie leven in het buitenland.

VERRETH: ‘Ik heb de basisschool afgemaakt in België, de secundaire school in Nederland, al ben ik altijd op en neer blijven gaan naar huis. Op mijn achttiende ben ik in Nederland gaan wonen. Ginds op school zitten was… anders. ( lacht) Daar was het naar mijn gevoel meer bezigheidstherapie. En hoe sommigen praatten met hun leraar…Als je dat hier zou doen, kan je een andere school zoeken.’

EMMERS: ‘Ik zat in Italië eerst op een privéschool van Inter, met allemaal voetballers. Maar omdat de jaren niet overeenkwamen – ik moest een jaar lager beginnen omdat ik de taal niet machtig was – ben ik online gaan studeren. Belgisch onderwijs met examens via de middenjury. Niet evident, maar het lukte.’

Waarom besloten jullie de opleiding over de grenzen af te maken? Vind een achtjarige dan al dat het ginder beter is?

VERRETH: ‘Als ik heel eerlijk ben: ik had op mijn achtste zelfs nog nooit van PSV gehoord. Maar toen ik er kwam, zag ik wel direct dat het een topclub was. Ik ben blij dat ik die stap heb gezet.

‘En PSV verlaten… Tot afgelopen zomer had ik nooit het gevoel dat ik moest vertrekken. Er was ook geen reden: ik speelde altijd. Alleen: op een gegeven moment komt er toch een tijd waarop je in een eerste ploeg moet staan en minuten moet maken op het hoogste niveau. Dat was nu.’

Xian, jij werd opgeleid bij Genk. Wij denken allemaal: dat is een topopleiding. Waarom dan toch de stap naar Italië op je vijftiende?

EMMERS: ‘Die opleiding is ook top, maar toen Inter zich meldde, heb ik nagedacht. De opleiding in Genk concentreert zich op het technische, maar zou ik niet beter naar Italië trekken om er een completere speler te worden, om het fysieke óók onder de knie te krijgen? Ik heb met mijn papa overlegd, maar hij liet de keuze volledig aan mij.’

Had het ook met centen te maken?

EMMERS: ‘Neen. Ik ben er begonnen met niet veel. Toen ze de cijfers in Genk hoorden, boden ze me hetzelfde aan.’

Ben je dan een avonturier?

EMMERS: ‘Ook niet. Eerder een rustige jongen die zich op zijn gemak voelde binnen zijn comfortzone. Ook daarom vond ik het niet slecht, om mezelf als persoon wat uit te dagen. Op je vijftiende alleen naar Italië gaan, is niet evident. Ik was er ook niet klaar voor, maar ik ben wel blij dat ik het heb gedaan. Het was een hele rollercoaster. Voor mijn ouders en mezelf. Er zijn wat downs geweest, maar ook ups. Italiaans onder de knie krijgen, dat lukte in twee maanden. En de ploegmaats ontvingen me goed, moet ik zeggen. Ik was verlegen, geen jongen die met een dikke nek aankwam.’

Leven in de villa

Xian, toen je bij Inter zat, woonde je er eerst in een villa met andere spelers. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

EMMERS: ( lacht) ‘Dat is een heel groot huis met heel veel spelers. Dat kan niet goed komen, hé. Kamers waar ze binnenvielen terwijl jongens met iets bezig waren… Er waren toezichthouders, maar die hielden het nooit lang vol. Deuren die soms kapot waren, bedden ook. Jongens in hun puberteit, het zal normaal zijn, zeker?’

Meisjes toegelaten?

EMMERS: ‘Officieel niet.’

Vond een Limburger daar zijn draai?

EMMERS: ‘Ja hoor, ik deed gewoon mee, binnen de grenzen van het toelaatbare. Heftige maar plezante tijden, gelukkig kon ik later in mijn eigen appartement terecht waar het wat rustiger was.’

Wanneer verdwijnt de fun en wordt het ernst?

VERRETH: ‘Vanaf het uitdelen van contracten. Dan beginnen jongens te roddelen over wie een contract heeft en over hoeveel die of die verdient. Dan komen er ook concurrenten uit het buitenland.’

Roddelen over geld? Zijn jullie daar onderling niet open over?

VERRETH: ‘Ik ga niet aan de grote klok hangen hoeveel ik verdien. Ook niet in de kleedkamer. Dat is een ongeschreven regel binnen het voetbal. Vooral omdat het soms om heel veel centen gaat. Als je een goeie bent, verdien je op je zestiende soms meer dan je ouders samen. Dan heb je wel nood aan een goeie omkadering om je voeten op de grond te houden.’

PSV haalt veel Belgen naar zijn jeugd, maar weinigen breken er echt door. Ook jij uiteindelijk niet. Hoe komt dat?

VERRETH: ‘Ik weet het écht niet. Oprecht. Het is een topclub die meestal Champions League speelt, de standaard wordt bepaald door het niveau van de anderen. En zoveel Nederlanders groeien er uit de eigen jeugd óók niet door.’

Italië heeft een reputatie van lange trainingskampen en veel afzonderingen. Is dat ook zo bij de jeugd?

EMMERS: ‘Ja. Twee tot vier weken trainingskamp, dat hadden wij ook. In de Serie B gingen we altijd op afzondering, ook voor thuiswedstrijden. Ze vragen heel veel discipline en dat is aanpassen, vooral mentaal. Je bent er een dag op voorhand om naar een wedstrijd toe te leven en als je dan iemand bent die veel nadenkt, word je toch moe in je hoofd. En voetbal is tachtig procent mentaal. Door daar zo jong al mee geconfronteerd te worden, heb ik misschien sneller dan anderen beseft dat het serieus werd.’

Favoriete positie

Dachten jullie hier direct een basisspeler te zijn?

VERRETH: ‘Tot de trainerswissel heb ik vrij veel gespeeld. Toen kwam de nieuwe coach, net toen ik weg was met de Belgische U21 en zijn er andere spelers gekomen. Het is voor mij nog altijd aanpassen. Je hoopt natuurlijk op veel kansen, maar ik laat het op me afkomen.’

Wat is je favoriete positie?

VERRETH: ‘Ik sta waar de trainer me wil zetten. ( lacht) Ik moet de bal voor me hebben, maar ik heb best wel scorend vermogen. In de jeugd was ik altijd spits.’

Leuk!

VERRETH: ‘Het is vooral lang wachten op een bal en meestal op een eiland. Liever wat meer de bal in de voet en van daaruit spelen.’

Xian moet talent koppelen aan rendement en efficiëntie, gaven ze jou deze zomer mee.

EMMERS: ‘Dat is normaal, zou ik zeggen. Ik ben nog jong, ik moet daarin nog een stap zetten. Mijn papa zegt altijd: hoe verder we gaan, hoe minder overeenkomsten ik zie tussen ons. Hij werd gebruikt als polyvalente speler, maar dat doen ze ook met mij. Ik zie mezelf voorlopig nog als een acht, om ook aanvallend mijn ding te kunnen doen.’

VERRETH: ‘Als je aan mij zou vragen: win je liever de match of houd je liever de nul, dan…’

Dan kies je voor dat laatste!

VERRETH: ( lacht) ‘Dan win ik liever! Dat aanvallende zullen ze nooit uit ons krijgen, denk ik.’

EMMERS: ‘Bij mij lukte dat in Italië ook niet.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content