Een bezoek aan Mémé Tchité in Roemenië, dat betekent gesprekken over D’Hooghe, Rednic, Giggs, gevangenissen in Boekarest en elders, Hongkong, Chinees Nieuwjaar, grote families, zakkenrollers en een mogelijke toekomst bij Dinamo Boekarest.

Cluj, Craiova, Constanta, Brasov, Boekarest… Een greep uit de wegwijzers in Ploiesti. Duidelijk een stad uit de Roemeense eerste klasse. We vinden er Mémé Tchité (31) terug, die nu drie maanden voor het plaatselijke Petrolul speelt, na anderhalf jaar van grote leegte. Het laatste seizoen bij Club Brugge speelde hij nagenoeg niet en daarna zat hij zes maanden zonder contract. Nu is het comeback time voor ‘de jongen die altijd lacht’. Alhoewel… De lokale fotograaf heeft het onzalige idee om hem te vragen voor welke nationale ploeg hij speelt. Het antwoord komt even snel als de glimlach verdwijnt: “Ow, my friend, you don’t know my story? No national team for Mémé! FIFA killed Mémé. FIFA maffia!”

Hij heeft duidelijk enkele rekeningen te vereffenen. Met de FIFA, die hij ervan beschuldigt zijn carrière te hebben doodgemaakt, maar ook met Club Brugge. In drie dagen met Tchité in Ploiesti krijgen we tal van sappige anekdotes te horen over het leven en werk van de speler. Nadien begrijpen we beter waarom de Profvoetballer van het Jaar 2007 het nadien liet afweten en wat de enige voetballer die ooit voor Standard, Anderlecht én Club speelde, drijft in het leven. En we leren hoe het er dagelijks aan toegaat in de Roemeense Liga 1.De avond tevoren speelde Mémé… hij weet niet meer precies waar… “Ik kan de namen van sommige clubs maar niet onthouden.” Het blijkt Ceahlaul te zijn, in de stad Piatra Neamt, op zes uur rijden van Boekarest – onuitspreekbaar voor ons, we vergeven het hem. Hij heeft de negentig minuten volgemaakt, voor de tweede keer sinds hij eind februari in Roemenië arriveerde. Zijn coach is een oude bekende: Mircea Rednic. Hij wil Tchité niet opbranden. Meteen na aankomst speelde Mémé al tegen Steaua Boekarest. Hij scoorde, maar blesseerde zich ook. “Hij was niet klaar”, legt Rednic uit. “Ik wist dat, maar ik beschikte over geen andere spits. Ik heb het risico genomen en het draaide slecht uit. Hij lag enkele weken in de lappenmand.”

We wandelen door de stad, de appartementsblokken zijn somber grijs. De ene werf na de andere, de werklui nemen hier hun tijd… Bij een benzinestation tippelt een verfomfaaid meisje. “Ze staat daar soms al om zeven uur ’s ochtends. Maar wie gaat er nu naar de hoeren om zeven uur ’s ochtends?”

Mes in de rug

Tchité heeft ervoor gekozen om in Ploiesti in een hotel zonder luxe te gaan wonen. Boekarest ligt op een uurtje rijden. Daar vind je een moderne Europese stad, bijna al zijn ploegmaats wonen er. Maar Tchité focust zich op zijn comeback en dus verblijft hij op een kamertje in een gebouw dat eigendom is van de technisch directeur van Petrolul. We gaan aan tafel, hongerig ook naar zijn verhaal. We willen alles weten over het bochtige parcours tussen Brugge en Ploiesti. Tchité won een titel en twee supercups met Anderlecht, scoorde vlot in de Spaanse competitie, pakte een beker met Standard en versierde een rijkelijke transfer en dito salaris in Brugge. De KBVB wou van hem een Rode Duivel maken. Maar dat lijkt allemaal zo lang geleden. Wat is er misgegaan?

We zitten nog maar net of hij steekt van wal: “Ik moet het over Brugge hebben, daar kunnen we niet omheen. Mijn problemen zijn het gevolg van wat men me daar heeft aangedaan. De mensen kennen de waarheid niet. Het is rap gezegd dat ik mijn plaats bij Club verloor om sportieve redenen, dat ik niet goed genoeg meer was voor de Belgische top. Het doet me pijn dat de mensen dat beeld van mij onthouden.”

Hij vertelt ons over zijn compleet mislukte huwelijk met Club: “Ik tekende in 2012 met een specifieke reden: het bestuur beloofde me om mijn dossier in verband met de nationale ploeg op te helderen en de FIFA te overtuigen me voor de Rode Duivels te laten spelen. Michel D’Hooghe regelt dat wel, zeiden ze. Zonder de Duivels had ik België op dat moment verlaten. Door voor Brugge te tekenen dacht ik dat het makkelijker zou worden en zij speelden daarop in om me te overtuigen. Maar ik had snel door dat het zo niet zou lopen. Het bestuur vroeg me dat ik mijn klacht tegen de FIFA zou intrekken – wat ik gedaan heb – en dan begonnen ze me te vertellen dat de zaak nogal ingewikkeld was… Na een halfjaar staken ze me een mes in de rug. Alfred Raoul, mijn makelaar, belde me op: ‘Wat is dat allemaal met China? Ik hoor dat je daar wilt tekenen?’ Ik wist zelf van niks. Wat later telefoon van een Chinese club: ‘Alles is geregeld met Club Brugge, u hoeft alleen nog maar te tekenen.’ Brugge had alles achter mijn rug bedisseld. Georges Leekens was ontslagen, mijn dossier rond de nationale ploeg zat vast, ze konden me niet meer gebruiken.”

Hypocrieten en onnozelaars

Het is het begin van een zwarte periode. “Juan Carlos Garrido liet me minder en minder vaak spelen. Hij zei dat ik niet honderd procent fit was. Een leugen. Hij praatte gewoon het bestuur na. Dat wilde me op een zijspoor zetten, me wegpesten, me door het lint doen gaan… alles opdat ik maar zou vertrekken. Ik zei tegen Garrido: ‘Stop met die cinema, jij beslist hier niks.’ Dat gaf hij later ook toe. Vanaf dat moment was het over voor mij. Ik zat niet langer met mijn gedachten in Brugge. Wat ze me gelapt hebben met die transfer naar China, dat is beneden alle peil. Dat is onprofessioneel, een totaal gebrek aan respect. Het seizoen erna zat ik nog altijd in Brugge omdat er in de zomer geen enkel bod was binnengekomen dat Club en mijzelf beviel. Ik heb toen gedaan wat me opgedragen werd: trainen met de B-kern. Geen probleem. Als ik iemand van de staf tegenkwam, zei ik zelfs geen goeiedag meer. Mijn Brugse verhaal was over en uit. Ik wou geen woord meer wisselen met die hypocrieten.”

Zelfs de komst van Michel Preud’homme, die Tchité ooit zijn eerste profcontract had aangeboden bij Standard en hem nadien naar Saudi-Arabië had willen halen, veranderde niks. “Hij wou me terug bij de A-kern. Ik verbond daar twee voorwaarden aan. Ten eerste wilde ik een persoonlijk gesprek met Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert. Ik wilde hen in de ogen kijken, hen horen, zien, ruiken… Ten tweede wilde ik dat mijn contract aan het einde van het seizoen verbroken werd. Ik had dan nog een jaar contract en liet dus veel geld liggen, maar dat kon me niet schelen, het was de prijs die ik moest betalen voor mijn vrijheid. Ze aanvaardden dat. Uiteindelijk heb ik nog amper gespeeld. Begrijpelijk ook, want ik kon me niet meer concentreren op Club.”

De Rode Duivels vormen een andere kras op zijn ziel. “De FIFA zei uiteindelijk tegen de Belgische voetbalbond dat ik een vrije speler was, dat ik voor België kon uitkomen. De KBVB wilde echter een officiële bevestiging op papier, de FIFA heeft die nooit gegeven. Die onnozelaars bleven elkaar de bal maar terugkaatsen. De Belgische bond had niet de ballen om me te laten spelen en ondertussen kraakte de FIFA mijn carrière. Wie weet waar ik nu zou staan als ik Rode Duivel geworden was? Dat jarenlange gevecht heeft me totaal uitgeput. Mentaal leeggezogen. Financieel ook: Luc Misson werkt niet voor een appel en een ei…”

Burgemeesters in de bajes

Ploiesti, een woensdagavond die anders is dan de andere. Heel Roemenië loopt storm voor de clash tussen Steaua Boekarest en ASA Târgu Mures. De leider ontvangt de runner-up en kan bij een nederlaag voorbijgestoken worden. Wij hebben afgesproken met Mircea Rednic in het restaurant van Tchités hotel, waar ook de hele ploeg van Petrolul verblijft, dat morgen speelt. Rednic is open als altijd, lachend, vol humor. Een man met klasse. Het is niet omdat hij een van de grootste palmaressen van het Roemeense voetbal bezit, dat hij zichzelf overdreven ernstig neemt. Hij is naar het restaurant gekomen om de wedstrijd te bekijken. En waar Tchité zijn gal spuit over Brugge, kan Rednic het niet laten om het Standardbestuur te gispen.

Hij wijst naar het scherm. “Kijk, het stadion zit niet vol. Dat komt doordat de fans van Steaua overhoop liggen met het bestuur. Zoals bij Standard, hé…” De camera zoomt in op de coach van Târgu Mures, Liviu Ciobotariu. De oud-speler van Standard en Mons is quasi onherkenbaar, zijn gezicht is in omvang verdubbeld. “En dan is hij nog een beetje vermagerd”, zegt Rednic. “Op een dag heb ik hem gezegd: wat eet jij in godsnaam!?” Enkele weken geleden had Steaua nog een ruime voorsprong op Târgu Mures, maar die smolt als sneeuw voor de zon. Ciobotariu is aan een straffe stoot bezig.

Rednic doet er nog een schepje bovenop: “Târgu Mures is al aan zijn derde coach toe dit seizoen. Zoals Standard… Het is erg hier. Ik ben ook de derde coach van Petrolul. Mihai Teja, die bij Standard mijn assistent was, is ontslagen bij Dinamo Boekarest na amper drie wedstrijden. Er zijn dit seizoen al 36 trainerswissels geweest! Alleen Steaua en Botosani hebben nog dezelfde coach. Maar als Steaua vanavond verliest, dan is het daar mogelijks ook prijs.” En Steaua zal verliezen: de wedstrijd én de eerste plaats.

Die instabiliteit is een plaag in de Roemeense competitie. Net als de financiële malversaties. Een andere man op wie de tv-camera’s inzoomen: Gigi Becali, zakenman, politicus, een van de rijkste mannen van het land en grote baas van Steaua. “Weet je waarom hij in beeld komt?”, vraagt Rednic. “Omdat hij net uit de gevangenis komt… De voorzitter van Petrolul zit daar trouwens ook. Net als die van Rapid Boekarest, Dinamo Boekarest, Astra Giurgiu en nog twee eersteklasseclubs. En ook de burgemeesters van Ploiesti en Târgu Mures… In de meeste gevallen voor witwaspraktijken. Als het gerecht zo streng blijft, dan gaan ze gevangenissen moeten bijbouwen. Dat is de prijs die betaald moet worden om Roemenië weer op het rechte pad te krijgen. We hebben rijkdommen genoeg: de zee, de bergen, olie… Maar gesjoemel is hier een levenswijze. Deze regio, bijvoorbeeld, is in Roemenië de hoofdstad van de olie. Er worden hier specialisten in die sector opgeleid die overal ter wereld gaan werken.”

Maar wat komt Rednic hier dan in vredesnaam doen? Een voorzitter en een burgemeester in de bajes… “Ik was hier toen Standard me eind 2012 contacteerde. Ik had een opstapclausule van 200.000 euro, maar de voorzitter, een vriend van me, liet me gaan voor niks. Ik legde hem uit dat Standard trainen mijn droom was. Toen hij me in januari dit jaar vroeg om terug te komen, was dat een mooie gelegenheid om iets terug te doen voor hem. Ik doe het ook gratis, want de financiële toestand van Petrolul is dramatisch.”

Afrikaanse familie

Het zijn zaken waar Mémé Tchité niet mee bezig is. Hij is alleen in Ploiesti om weer voetballer te zijn. Nadat zijn contract bij Club verbroken was, vertrok hij naar Santander, waar zijn moeder en broers wonen sinds hij in de Primera División speelde. “Omdat ik me ongelukkig voelde, zijn mijn zoontje en enkele neven ook afgekomen om me te steunen”, vertelt hij. Zijn vader woont nog in Rwanda, zijn ex en zijn zoontje in Luik. Mémé lacht: “Bij jullie is het man, vrouw, kinderen, huis. Bij ons zijn er neven, moeders, tantes, nonkels: het is niet georganiseerd zoals in Europa. Mijn familie… ’t Is moeilijk om uit te leggen. Ik heb heel wat broers, zussen, halfbroers, halfzussen… Mijn vader blijft maar geven, hij is nog niet moe…”

En dus bleef hij daar ruim zes maanden zonder een cent te verdienen. “Ik doe mezelf soms wat aan… Het geld was goed in Brugge, maar ik wilde wat anders. Ik moest mezelf heruitvinden. Ik heb geen spijt van dat halfjaar zonder voetbal. Ik ben blijven trainen, want ik wist dat ik wel een club zou vinden. Ik trainde met de profkern van Santander, ik had een persoonlijke coach en ik ging lopen op het strand. Soms las ik ergens dat mijn carrière voorbij was, dat ik nooit meer op niveau zou geraken. Gezever! Alsof je het voetballen verleert op zes maanden tijd. Ik heb nog alles om dezelfde goalgetter te zijn van bij Standard, Anderlecht, Brugge in mijn eerste seizoen, Spanje… Ik ben nog maar 31. Hoelang heeft Ryan Giggs gespeeld bij Manchester United? Hossam Hassan won de Afrika Cup toen hij 40 was. Ik sta nog altijd even scherp.”

Hongkong

Begin januari besloot Mémé Tchité dat de klucht lang genoeg had geduurd. Hij begon te onderhandelen met clubs in Finland, Turkije, Azerbeidzjan… Ei zo na had hij getekend in China. “Ik vond het stilaan tijd om weer te voetballen en ben ginder een test gaan afleggen. Mijn visum in Brussel krijgen zou me meerdere dagen kosten, in Hongkong zou dat sneller gaan. Dus ben ik naar Hongkong gevlogen. Ik heb daar getraind en met een Chinese club enkele vriendschappelijke wedstrijden gespeeld. Ze wilden me, maar ik moest een aantal dagen geduld hebben, want ze vierden net hun Nieuwjaar. Ik besloot dan maar terug te keren naar België en in Hongkong werd ik gecontacteerd door Impact Montréal, de club van Laurent Ciman. Per toeval kwam ik ook de directie tegen van New York Cosmos, de ploeg van Raúl, die daar een stage deed. Hun coach zei dat ze geïnteresseerd waren en ik trainde een keer mee. Maar ook zij vertelden me nog wat geduld te hebben. Dan heb ik de eerste vlucht naar België genomen. Vervolgens drong een Finse club aan dat ik snel zou komen, maar ik verwachtte eerder nieuws uit China. Standard meldde zich ook, ik kon eventueel tekenen als Igor De Camargo naar Qatar zou vertrekken… En op dat moment belde Rednic me. Hij bood me hier direct een contract aan en ik heb toegezegd.”

DOOR PIERRE DANVOYE IN PLOIESTI – BEELDEN: BELGAIMAGE / COSMIN IFTODE

“De Belgische bond had niet de ballen om me te laten spelen.” Mémé Tchité

“Ik kom van de straat. Ik weet wat het is om honger te hebben.” Mémé Tchité

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content