Bij Club Brugge hoeft Patrick Orlans niet meer op het podium te staan. Na de woelige jaren in Aalst en de rust van Daknam wil hij er vooral een goeie teamspeler zijn.

Het is, midden in de week, aanschuiven vanaf de snelweg naar het Jan Breydelstadion, waar Patrick Orlans (54) er bijna zijn eerste werkdag bij Club Brugge op heeft zitten. Zou het een iets met het ander te maken hebben?

De voorbije tien jaar zorgde Orlans bij Sporting Lokeren voor de extrasportieve inkomsten. Zonder Orlans, rekent een ingewijde uit, verliezen de tricolores gegarandeerd een derde van de inkomsten, tv-gelden niet inbegrepen. Voor Lokeren werkte de Gentenaar bij Aalst. Toen hij er in 1991 aan de slag ging, stond in zijn bureau alleen een stoel. Een paar jaar later was het commerciële budget vertienvoudigd, speelde Eendracht Europees tegen AS Roma, vloeide de champagne bij beken en duurde het carnaval het hele jaar door in plaats van vier dagen. Na de zondagmiddagwedstrijden reden de dames uit de omtrek om kwart voor vijf mooi opgetut de parking op voor de après-footfeestjes, terwijl de echte voetbalfans huiswaarts keerden.

Na een paar jaar was het geld op en ging het sportief bergaf. Na de miraculeuze redding in de lente van 1997 richtte het bondsparket een onderzoek in naar mogelijke omkoping. De tussenpersonen die een aantal spelers benaderden, Bart De Bruyne en Eddy Roelandt, werden veroordeeld, maar het onderzoek vond geen verband tussen de betrokkenen enerzijds en Aalst en Patrick Orlans anderzijds. Zij werden vrijgesproken. Vanaf toen ging het met de club snel bergaf.

Een fusie Aalst-Lokeren zag Lokerenvoorzitter Roger Lambrecht uiteindelijk niet zitten, maar Orlans haalde hij wel binnen. Via Clubbestuurder Bart Coeman van speelgoedgigant Fun, ook jeugdsponsor van Lokeren, werd Orlans meer dan een jaar geleden een eerste keer benaderd door Club Brugge. De tweede poging was raak. Orlans : “De eerste keer dat Club me contacteerde, heb ik gezegd: ‘Op dit moment kan het niet.’ Op dat moment was er bij Lokeren het project om met een aantal familiebedrijven het stadion uit te bouwen, met tribunes achter de goals, maar dat miserabel seizoen van vorig jaar heeft dat project weggeduwd. Toen werd duidelijk dat een club als Lokeren niet het risico mocht nemen om veel geld in immobilia te stoppen. Toen dat project begraven werd, heb ik me opengesteld voor Club Brugge.”

In oktober leek het nog zo goed als vast te staan dat je naar Gent zou gaan.

Patrick Orlans: “Gent was een beetje een never ending story. Op het einde van Aalst zaten we al samen met Ivan De Witte en Roger Lambrecht voor het project ‘FC Oost-Vlaanderen’. We zijn nog samen gaan eten met Marcel De Kerpel zaliger van Standaard Wetteren, omdat Wetteren centraal lag tussen de drie steden. Met mondjesmaat zijn er later nog gesprekken geweest over mogelijke samenwerkingen, maar de laatste twee, drie jaar minder. Ivan De Witte heeft altijd gezegd dat hij eerst moest weten wanneer dat stadion er zou komen, voor hij een ploeg samenstelde die daaraan ging werken.”

Bij Lokeren zag je geen uitdaging meer?

“Het product voetbal stond er afgelopen jaar op een laag pitje. Eerlijk: na tien jaar was mijn liedje daar een beetje uitgezongen. Ik moest op de duur ook zaken doen waar ik niet meer mee kon leven. Met 4-0 verliezen en nadien zorgen dat een feestzaal uit de bol gaat, dat begon lastig te worden. Er dreigden mensen af te haken, met of zonder Patrick Orlans. En er komen geen nieuwe meer bij. Mijn ambitie was weg. Als er dan een opportuniteit komt zoals Club Brugge, maakt dat je wakker.”

Waarin verschilt dit project van je vorige?

“De vorige projecten zijn me overkomen, hier heb ik vooraf goed over nagedacht. Bij RCH Gent mocht ik van toenmalig voorzitter Vanderdussen naast mijn schoolactiviteiten wat spielereien opzetten, bij Aalst belandde ik via een sponsor, Hugo De Rouck. Ik durfde mijn vader niet te zeggen dat daar 40 miljoen frank schuld was toen ik er begon. Later kwam Lambrecht naar mij. Hij wilde ook een restaurant en een feestzaal.”

Kleine en middelgrote dingen

Wat heb je bij Lokeren geleerd?

“In Lokeren heb ik niet veel geleerd, van Lambrecht wel. Onder Lambrecht heb je nooit de druk van het financiële. Hij kan veel aan op dat vlak. Zijn motto is: eerst geld hebben, pas daarna het uitgeven. Net zoals bij RCH Gent met Vanderdussen.

“Bij Aalst hadden we geen geld, maar we gaven het wel uit. Als je failliet gaat, komt dat omdat je meer hebt uitgegeven dan je binnenkreeg. Dat zal Lambrecht nooit overkomen. Toen ik kwam, beloofde hij dat we een feestzaal zouden bouwen. ‘Maar ik ga eerst een tent zetten’, zei hij. ‘Gij gaat me bewijzen dat er daar champagne vloeit, en dat we daar geld aan overhouden.’ Het tweede jaar was het geen enkel probleem om daar een zaal te bouwen.”

In Aalst zouden jullie die zaal meteen bouwen.

“We verkochten Okpara voor 42 miljoen BEF en op de volgende vergadering beslisten we waarin we dat geld zouden investeren: een restaurant en een synthetisch veld. Enkele maanden later was het op, maar die beslissing hebben we met twaalf genomen, hé. Patrick Orlans deed dat niet alleen.”

Bij Lokeren kwam je amper nog in de publiciteit. Een bewuste keuze?

“Ook hier bij Brugge heb ik geen behoefte om alle dagen in de krant te staan. Bij mijn vorige clubs heb ik kunstmatige dingen moeten doen om naambekendheid te krijgen. Dat is hier niet nodig.”

Met het sportieve hield je je niet meer bezig bij Lokeren.

“Dat kan en wil ik niet meer, ik ben daar te lang uit. Op de duur zit je in een andere wereld. In het stadion kijk ik niet in de eerste plaats naar de spelers, maar naar wie er sponsort.”

Ben je hier gehaald voor het nieuwe stadion?

“De Belgische club die het eerst dat nieuwe stadion realiseert, en daar een visie bij heeft, neemt jaren voorsprong op de rest van België.”

Jij moet de ratrace helpen winnen?

“Ik ga hier operationeel de leiding nemen naar alle cellen, behalve de sportieve. Ik ben hier niet de commerciële directeur, dat is Evarist Moonen. Ik ga mijn talent als verkoper en mijn netwerk ten dienste van dit team stellen. De te verkopen stock is hier bijna op. Dan moet je nieuwe dingen zoeken. Ik heb in mijn carrière altijd zaken uitgevonden die uitgevonden moesten worden. Creativiteit stopt niet. Als jij vandaag een artikel kan schrijven, kan jij dat morgen ook.”

Het is elke dag weer bang wakker worden, hoor.

“Evarist is erin geslaagd om topsponsors naar hier te lokken, en aan de basis heb je een fantastische supportersschare. Tussen die twee uitersten ligt nog een groot verhaal. De kleine en de middelgrote dingen, daar kan hier nog veel gebeuren. De mensen moeten hier tien euro en twee miljoen euro kunnen uitgeven, maar ook een som daartussen.

“Als ik centen moet gaan zoeken, vind ik die meestal. Ik heb altijd meer bijgebracht dan ik kostte. Ik heb daar talent voor. Vaak was ik makelaar tussen sponsors, zodat die onderling aan netwerking konden doen. Dat wil ik hier ook. Maar het team dat nu de commerciële exploitatie van Club verzorgt, is nog niet groot genoeg. Bij Zulte Waregem zijn er zeven mensen die publiciteit verkopen.”

Plezante mensen

Wat is er bij Aalst verkeerd gelopen?

“Clubs als Aalst en Lokeren krijgen geen enkele vorm van steun. Met zo’n verouderde accommodatie zonder steun moeten leven, is moeilijk. Van Lambrecht heb ik geleerd, weliswaar te laat: ‘Ik stop mijn geld niet in stenen.’

“In Aalst was er niets, we hebben alles moeten kopen of schooien. Het was een prestatie om het allemaal te realiseren, maar we zijn daar allemaal een beetje verblind geweest door het succes. We hebben een paar jaar gedacht dat we koning Midas waren, dat alles wat we aanraakten, in goud veranderde. Toen het misliep, konden we dat niet opvangen. We dachten dat we altijd iets zouden kunnen verkopen, maar op een bepaald moment stopte het. Dan zit je snel in de dieperik als je geen Roger Lambrecht hebt. Onlangs noemde onze voorzitter ( bedoelt Roger Lambrecht, nvdr) het bedrag dat hij afgelopen seizoen heeft bijgelegd. Dat was ongeveer evenveel als de honderd miljoen frank die Aalst op het einde te kort kwam.”

Wat heb jij bij Aalst fout gedaan?

“Mijn goeie punten heb ik maximaal geëxploiteerd, voor mijn zwakke punten had ik geen dekking. Ik had me beter moeten omringen. De mensen die er waren, hebben mij gezegd: doe maar. Op dat moment stond ik alleen, niemand heeft me daar geholpen.”

Je bent ook niet iemand die graag meeloopt aan iemands handje.

“Nee, maar soms is dat veel gemakkelijker. Bij RCH Gent stond Vanderdussen altijd naast mij. Bij Aalst had ik carte blanche.Ik zorgde ook voor alle inkomsten.”

Zodat niemand daar nog zicht op had.

“Niet waar. We hadden een financieel directeur, een financieel comité met een boekhouder en een revisor. En we hadden leningen, niet bij een bank, maar bij de rsz en de btw. Was dat slim? Nee. Was ik op dat moment een kalf? Ja, maar nu niet meer. Er zijn daar fouten gebeurd, beleidsfouten, maar geen diefstal. Als Aalst op dat moment Lambrecht heeft, spelen ze nu misschien nog in eerste klasse.”

Zeg je nu: er was een zwak bestuur?

“Het waren en zijn nog allemaal mijn vrienden. Plezante mensen. Om lid te worden van de vzw moest je één miljoen frank betalen. Ik heb dat gedaan, mijn vader en mijn zoon ook. We hebben dat geld nooit teruggezien, evenmin als de 52 andere leden. Wij konden er op de duur alleen nog uitkomen door een nieuw stadion te bouwen aan de Siesegemlaan. Dat is niet gelukt …

“Misschien moet je in België besluiten dat er acht clubs meekunnen, en dat de rest daar niet aan moet beginnen. Ik heb altijd geijverd voor een gesloten competitie, zoals de NBA. In een gesloten competitie kan je de kelk van te veel uitgaven tijdens het seizoen al eens aan je voorbij laten gaan, in een open competitie kan je dat niet als je dreigt te zakken.”

Maar bij Aalst was jij de man die de zaken naar zich toe trok terwijl het bestuur een glas champagne dronk.

“Niet waar. Macht, dat pak je. Lam-brecht gaf geen macht, want hij had het geld. Bij Aalst was ik de uitvoerder, maar met twaalf roepen dat we dit moesten doen en dan zeggen: Orlans heeft het gedaan, dat is een beetje laf, hé.

“We hadden maandelijks vergadering met twaalf man, en om de drie maanden met die zes van het financieel comité. Ik heb het bestuur niet zat gemaakt, hoor, maar we leefden wel in een roes. De laatste drie jaar zijn we voorzichtiger geweest, maar als je té voorzichtig bent en géén goeie spelers koopt, zak je. Een voorbeeld: onze doelman Nico Vaesen wordt uitgefloten in ons stadion, we moesten een andere keeper hebben. Philippe Vande Walle kostte zeven miljoen frank, maar dat geld hadden we niet! Maar het publiek bleef schreeuwen en mijn bestuur bleef aandringen, dus gingen we op zoek naar die zeven miljoen die we niet hadden. Het is niet dat ik dat even heb doorgedrukt, hé. Roger Lambrecht mag zulke spelers halen, want hij kan ook het verlies dragen als het tegenvalt. Wij, Eendracht Aalst, hadden dat niet mogen doen.”

Mensen die met je werkten, zegden: Orlans heeft ideeën, maar je moet hem van kortbij volgen. Een voorbeeld: Aalst bestelt reclameborden. Plastics Hofstade wil die leveren, maar jij had al een akkoord met Deschacht Plastics, dat voor dezelfde borden bijna het dubbele aanrekende.

“Niet waar! Ik krijg altijd van iedereen de beste prijzen en de beste commerciële deal voor mijn club. Daar wil ik de ogen van mijn twee kinderen op verwedden.”

Je had een bescheiden basisloon, plus op alle commerciële inkomsten – ticketing incluis – een commissie van tien – later dertien – procent.

“Twee keer heb ik, in Aalst en Lokeren, mijn vergoeding vrijwillig verminderd, omdat het de pan uitswingde. Wie me kent, weet dat ik geen geldwolf ben.”

Stonden er in die muur van reclameborden geen borden die na een paar jaar niet meer betaald werden?

“Nee. Ik heb altijd correct met mijn sponsors gewerkt: zij deden iets voor de club, ik deed iets voor hen. Vraag maar aan deze voorzitter: die is gaan praten met de mensen waarmee ik gewerkt heb, bij Aalst en Lokeren. Allee, zie jij nu echt schimmen?

“Als je schuldig bent wanneer je niet gestructureerd werkt, waren we schuldig. We waren in elk geval niet voorzichtig.”

Conclusie: Aalst is geen voetbalstad?

“Wel qua beleving, maar voetbal draait om geld. Het stadion zat vol, maar dat waren maar 6000 man, hé: er stonden maar twee tribunes. Om het stadion vol te krijgen, hebben we eerst zelf veel geïnvesteerd in infrastructuur. Dat hadden we nooit mogen doen.

“Wij hadden Honda naast onze deur, maar de sponsoring waar wij op hoopten, konden we daar niet bedingen. Hier moet ik Evarist Moonen feliciteren voor de bedragen die hij van zulke grote sponsors krijgt.”

De vermeende omkoopaffaire

Sportief werd in 1996/97 Aalst beschuldigd van poging tot omkoping. Het zou de matchen tegen Germinal, Charleroi, KV Mechelen, Cercle en Gent gekocht hebben. Uiteindelijk werden jullie vrijgesproken, en zijn Bart De Bruyne en Eddy Roelandt veroordeeld omdat ze herkend zijn door de spelers die ze benaderden. In wiens opdracht dat gebeurde, is nooit uitgeklaard.

“Daarover ga ik kort zijn: ik heb altijd gezegd dat wij met die zaak niets te zien hadden. Of andere mensen daar iets mee te maken hadden, weet ik niet. Wat ik weet, is dat mensen constant prooien aan het zoeken waren. Deze zaak heeft het bondsparket zeer grondig onderzocht, goed geholpen langs alle kanten, maar men heeft niets gevonden. Ik ben vrijgesproken. Die zaak is blijven hangen, maar de zaken die we gedaan hebben om de ploeg te motiveren in die degradatiestrijd, die is men vergeten.”

Nee hoor: jullie hebben een helderziende betaald om jullie mentaal te steunen tijdens de wedstrijden.

“Ja, maar dat was niet mijn idee, ik geloofde daar niet in, maar een bestuurslid vond dat we dat moesten doen, dus deed ik dat.”

Kende jij mensen als Bart De Bruyne?

“Ja. Van Bart De Bruyne hadden we een paar spelers, hij bekommerde zich echt om hen. Ik heb daar wel eens een pint mee gedronken en ik kon daar ( bij kapper Staf Blanckaert,nvdr) mijn haar laten knippen, maar wat die mensen verder deden, wist ik niet. Ik hoorde daar wel eens iets over, want Aalst was het mekka waar die figuren rondliepen, maar ik denk dat van de honderd zaken waar ze het over hadden negenennegentig mislukten of door hen verzonnen waren. Zoals zij rondlopen en alles uitbazuinen. Met die mensen beraam ik geen moord, want het komt zeker uit.”

Kan jij je inbeelden dat een sponsor iets namens Aalst heeft proberen te regelen?

“De betrokkenheid in Aalst kennende, kan ik me voorstellen dat mensen zaken doen voor Aalst. Maar wij waren nergens bij betrokken. Om zulke zaken te doen moet je geld hebben, en centen hadden wij op dat moment niet.”

Wat heb je uit je eigen verleden geleerd?

“Ik ben zeer voorzichtig geworden. Niet dat ik hier in de schaduw wil blijven, ik ben geen schaduwmens, maar mijn enige wens hier is geapprecieerd te worden door de mensen voor en met wie ik werk. In andere clubs heb ik extra zaken rond het voetbal gebracht. Hier is dat niet nodig.”

Ga je hier je ei nog kwijt kunnen?

“Ja. Dat mensen dit keer niet voor mij komen, geeft een ongelofelijke voldoening.”

Zo ijdel ben je dus niet.

“Maar ik ben niet ijdel, ook niet jaloers of haatdragend. Ik heb bij Aalst mijn best gedaan. Naar Sofia met Eendracht Aalst, dat was gelijk de schoonste schoolreis met kinderen. Dat vond Jan Ceulemans, die alles al meegemaakt had, ook. Nog eens: ik ben niet trots op het einde daar. Maar daar kan ik nu niets meer aan doen.”

door geert foutré – beelden: reporters

Als ik centen moet gaan zoeken, vind ik die meestal.

Bij Aalst hebben we een paar jaar gedacht dat we koning Midas waren. Toen het misliep, konden we dat niet opvangen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content