Wanneer je na de lange vlucht naar Japan blij bent weer vaste grond onder de voeten te voelen, realiseer je dan meteen dat dit hier een zeer relatief gevoel is.

Japan is namelijk vulkanisch van oorsprong, zodat erupties en aardbevingen niet uitzonderlijk zijn. In 1923 werd Tokyo met de grond gelijk gemaakt met een geschat aantal slachtoffers van om en bij de 140.000. Veel recenter, in 1995, kende Kobe, nabij Osaka, een aardbeving met een intensiteit van 6 op de Japanse schaal van 9. Balans : 6000 doden. De overheid schoot schromelijk tekort. De hulpverlening kwam erg laat op gang, de organisatie was zoek, de verantwoordelijkheid werd doorgeschoven van administratie naar administratie.

Het is heel onwaarschijnlijk, hoewel niet geheel onmogelijk, dat een ramp van die omvang zich uitgerekend tijdens het WK zal voordoen. Wel bijna zeker is dat de teams één of meer aardbevingen zullen meemaken. Bevingen, variërend in waarden van 2 tot 4, komen haast dagelijks voor ergens in Japan. Meestal duren ze erg kort en is er geen of weinig schade. Tenzij wat huisraad dat op de vloer klettert. Toch even schrikken de eerste keer. En de volgende keren.

Nu zijn zowat alle gebouwen in Japan erop voorzien om de zwaarste schokken te weerstaan. Binnenblijven is dan ook het veiligst. Het hoofd beschermen door onder een tafel te duiken, wegblijven van vensters en proberen een deur op een keur te krijgen om te voorkomen dat die kan dichtklemmen. En voilà, weer iets om thuis te gaan navertellen.

Nu is de grond niet het enige onstabiele tegenwoordig in Japan. De grondprijzen zijn aan een indrukwekkende daling bezig sinds de late jaren tachtig. Sommige gebouwen en gronden hebben ruim tachtig procent van hun topwaarde verloren. Dat heeft verstrekkende gevolgen. Vele firma’s, banken en burgers hebben zwaar geïnvesteerd in the bubble periode toen de hemel echt de limiet leek te zijn. Die eigendommen werden als waarborg gebruikt voor leningen. Aangezien het inkomen uit verkoop en verhuur van eigendommen enorm is gedaald, slaagden velen er niet meer in de leningen af te lossen. De banken echter, die de leningen van insolvabele of failliete klanten inriepen, bleven achter met haast waardeloze real estate.

D

e economie draait slecht en uiteraard lijdt ook het voetbal daaronder. Temeer omdat alle ploegen, op enkele uitzonderingen na, eigendom zijn van Japanse bedrijven. Die bedrijven zijn dus niet enkel hoofdsponsor van een team, maar dragen ook de totale financiële eindverantwoordelijkheid ervan. Het zal er in 2003 toe leiden dat de J-League het wellicht heel moeilijk zal hebben om te overleven.

Toch proberen de eigenaars zich niet uit hun teams terug te trekken, omdat door het nakende WK alles wat voetbal betreft met argusogen wordt gevolgd in de pers. Niemand die gezichtsverlies riskeert. Maar de vraag blijft of Mitshubishi zijn Urawa Red Diamonds, Nissan zijn Yokohama Marinos, Hitachi zijn Reysol, et cetera nog verder zullen kunnen zogen eens het wereldbekercircus is vertrokken.

Ik meen dat we in 2003 een evolutie naar het Europese model zullen zien, waarbij een team wel nog gesponsord wordt door een bedrijf, maar dat bedrijf niet langer de eigenaar ervan zal zijn. Dat betekent wel dat het management ook een verantwoord financieel en sportief beleid zal moeten voeren. Mijn vrees is dat de meesten daar niet klaar voor zijn, en dat we verscheidene faillissementen zullen zien in J-League I en II.

Of de J-League die klap zal overleven ? Weer vrees ik negatief te moeten antwoorden. Maar het einde van het profvoetbal in Japan hoeft dat nog niet te betekenen. Tenminste niet als er op de puinen van de J-League een clubgerichter opvolger ontstaat. Dan, sterker en gestructureerder dan ooit, zal het voetbal in Japan de kloof met het Europese en het Zuid-Amerikaanse continent kunnen dichten. Maar reken daar maar twee generaties voor.

(*) Brief uit Japan

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content