‘Schat jullie Belgische competitie niet te hoog in. Hoeveel Rode Duivels spelers er in jullie kampioenschap? Geen enkele!’ De Duitser Christoph Daum, bondscoach van Roemenië en ex-trainer van Club Brugge, windt zich op en probeert niet eens zijn woorden te wikken wanneer de waarde van de Jupiler League ter sprake komt. Zijn weelderige snor trilt mee op het ritme van zijn stem. ‘Ken jij spelers of trainers die zin hebben in een verplaatsing naar Moeskroen, Westerlo of Sint-Truiden? Ik was telkens blij wanneer ik het stadion van dat soort clubs mocht verlaten. In België heb je twee categorieën van clubs: degene die supergeorganiseerd zijn en de andere… Jullie mogen best trots zijn op de kwaliteit van de competitie – voor elke Roemeense voetballer is België een fantastische springplank – maar ik zou het niveau niet overwaarderen.’
En toch beschouwt Daum ons land als een prima transitzone voor zijn pupillen. In het verleden deden Dorinel Munteanu, Tibor Selymes, László Bölöni, Liviu Ciobotariu en Mircea Rednic het goed in België. Dit seizoen werken de Belgische clubs lustig mee aan de doorbraak van de toekomstige generatie Roemeense voetballers. Wie weet zit de volgende Maradona van de Karpaten er ook tussen. ‘Veel alternatieven zijn er niet voor mijn spelers’, weet Daum. ‘Duitsland en Engeland zijn te hoog gegrepen. Italië is het land waar spelers te pas en onpas uitgeleend worden en in Nederland denken ze dat voetbal in de eerste plaats spektakel moet opleveren. Geef mij dan maar België, dat het midden houdt tussen de Duitse en Nederlandse mentaliteit. In België wordt ook aandacht geschonken aan tactische discipline.’
Ook assistent-bondscoach Rudi Verkempinck juicht de plotse exodus van Roemeense voetballers richting België toe. Volgens de voormalige T2 van Club Brugge zullen Nicolae Stanciu, Alexandru Chipciu, Razvan Marin en Dorin Rotariu op een jaar tijd vooruitgaan. ‘In het voetbal kun je met één parameter het verschil maken: snelheid. Dan heb ik het over de snelheid van uitvoering, de snelheid waarmee je een situatie inschat en de snelheid van je verplaatsingen met of zonder bal. In Roemenië zie ik vaak wedstrijden waarvan ik denk: het moet rapper vooruitgaan. Ik heb ooit een Noorse hoogleraar opgezocht die mij wist te vertellen dat de scanning, de manier waarop je je omgeving waarneemt, een invloed heeft op je gedrag. Om het in voetbaltermen te zeggen: hoe sneller je weet wat er rondom jou gebeurt, hoe preciezer de passing. Niemand die in dat onderdeel beter scoort dan Xavi. Hij scant zijn omgeving voor hij de bal ontvangt en daardoor kan hij makkelijker anticiperen op een bepaalde situatie. Snelheid is een complex gegeven. Vaak associëren mensen dat met sprinters als Usain Bolt. Maar je kunt de snelste benen ter wereld hebben, als je reactietijd te traag is, zul je nooit aan de top van het voetbal komen.’
