Trokken leraars je vroeger bij een dictee punten af als je de ‘f’ in je achternaam met een hoofdletter schreef? ( lacht) “Nee. Ik had ook vrij snel door hoe het moest. Mijn naam is al onnoemelijk vaak fout geschreven. Ik ben dat gewend. Als het niet voor iets belangrijks is, verbeter ik het niet meer.

“Bij de inschrijving van de pa van mijn pa moet een foutje gemaakt zijn. Het exacte verhaal kennen we niet. In elk geval is het nooit rechtgezet. Eigenlijk vind ik het wel leuk, het is een beetje apart.”

Wat doe jij op je pannenkoeken?

“Een bolletje ijs. Vooral Cindy lust graag pannenkoeken, zij zou er elke week willen gaan eten. Af en toe bakt ze er zelf, zonder aanleiding. Gisteren maakte ze plots een cake. Haar koekjestaart is ook heel lekker. Dat is er zo een met petit-beurretjes en iets mokka-achtigs. Ik leerde dat kennen bij vrienden in Aalter, waar ik opgroeide.”

Waar plakte je in je kindertijd stickers die je kreeg?

“Toen ik in mijn jeugd bij Club Brugge speelde en hevig fan was van blauw-zwart, kreeg ik elk jaar zo’n ronde sticker van de club. Die kleefde ik op de achterruit van onze lichtblauwe Renault. Ieder seizoen was er een nieuwe. Op den duur hingen er vijf of zes op een rij. Dat was toen mode.”

Van welke knappe Nederlandse moeten wij dringend een poster boven ons bed hangen?

“Mijn ploegmaats toonden me foto’s van Doutzen Kroes, een model. Die mag er wel zijn.”

Heb je ’s avonds aan de hemel al eens de stip van het ISS gevolgd, het internationaal ruimtestation met Frank De Winne aan boord?

“Nee. Op dit moment lijkt de dag waarop iedereen de ruimte in kan nog ver weg, daarom spreekt het me niet aan. Klasgenoten gaven daar spreekbeurten over, maar ik dus zeker niet. Nico, mijn acht jaar oudere broer, stopte me meestal dingen toe waarover ik voordrachten kon geven. ( lacht) In het laatste jaar van het middelbaar was mijn eindwerk over anorexia bij jongens bijvoorbeeld super. Nico had psychologie gestudeerd aan de UGent en had een van zijn scripties teruggevonden. Ik gaf op school die bundel af, zo’n honderd pagina’s. Er stonden echt heel moeilijke woorden in, ik snapte er niks van. Bij mijn verdediging las ik gewoon hele teksten af. De leraar had niks door. ( lacht) Ik kreeg negen op tien.

“Mijn broer hielp me graag bij grote taken. Ik kwam vaak maar om acht uur moe terug van de training. Eindwerkjes en verhandelingen nam hij dan voor zijn rekening. We hebben nog altijd een heel goede band, bellen dagelijks en vertellen elkaar bijna alles. Hij noemt mij ‘ kleinen’ en ik hem ‘ groten’. Zo deden onze ouders dat ook. In mijn telefoonboek staat Nico als ‘Gsm Groten’.”

Heb je je eerste tandjes nog?

“Dat denk ik niet. Ik ben trouwens bang van tandartsen. Toevallig ging ik enkele weken geleden nog eens langs, voor een controle. Dat was meer dan acht jaar geleden. Mijn broer maakte vroeger vaak afspraken voor mij, maar meestal ging ik niet.

“Bij de controle bleek de schade mee te vallen. Deze week moet ik terug. Dan trekken ze twee verstandskiezen. Sorry, zo zeggen ze dat in Nederland. Wijsheidstanden dus. Voor die ingreep kan ik naar een Hollandse tandartskliniek waar ze me helemaal zullen verdoven. Ik zal er niks van merken, dat stelt me gerust.”

Als jij vroeger in de kerk een hostie in je mond stak, bleef die bij jou dan ook aan je gehemelte plakken?

( lacht) “Ja, bij wie niet? Eerlijk gezegd vond ik in de kerk de kaarsjes nog leuker dan de hosties. Als ik met mijn ouders naar de mis ging, staken we er altijd aan, voor onze familie. Eens per jaar trokken we naar Oostakker, ook daar deden we er branden. Die gewoonte zit er bij mij nog altijd in, hoewel ik niet supergelovig ben. Onlangs gingen Cindy en ik shoppen in Keulen, toen zijn we even in de dom geweest. Daar staken we acht of negen kaarsjes aan. Vroeger deed ik er één per persoon branden. Nu delen we op in groepen.”

KRISTOF DE RYCK

Mijn werk over anorexia bij jongens was super

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content