Van al te brute en volslagen onbekende bij zijn aankomst begin 2007 tot zijn huidige terugkeer: de Poolse international liet al tal van gezichten zien.

Leven 1: de bizon Zubr. Zo luidt de bijnaam van Marcin Wasilewski in het Pools. Dat betekent ‘bizon’ en het verwijst naar zijn door-zettingsvermogen, als mens en als voetballer. Op 15 november 2006 valt Anderlecht voor de speler. Tijdens een wedstrijd tussen België en Polen in het Heizelstadion legt de rechtsback van de bezoekers Emile Mpenza compleet lam. Wanneer Kevin Vandenbergh zich in dezelfde zone waagt, is ook hij een hapklare brok voor de Pool. Idem voor Luigi Pieroni, die na de rust invalt. Eindresultaat: 0-1, doelpunt van Radoslav Matusiak. Anderlecht, dat een alternatief zoekt voor Michal Zewlakow, die naar Olympiacos is verhuisd, denkt vanaf dan aan Wasilewski.

Een maand later is de overstap van de Pool naar de Brusselse club in kannen en kruiken dankzij de tussenkomst van de gewezen grote naam van het Poolse voetbal: Wlodek Lubanski, die na zijn carrière spelersmakelaar werd. Zijn toenmalige commentaar: “Na Tomasz Radzinski en Michal Zewlakow is Wasyl de derde speler die ik in het Astridpark binnenloods. De eerste twee waren een succes en dat zal met de nieuwkomer niet anders zijn. Hij heeft alles wat van een moderne flankverdediger vereist wordt: hij is onverzettelijk in de verdediging en trekt mee in de aanval. Zonder nog maar te spreken van zijn torinstinct op stilliggende fases.”

Leven 2: de houthakker

Wasyl sluit zich begin 2007 aan bij Anderlecht en voegt zich pas tijdens de stage in het Spaanse La Manga bij de kern. Hij heeft te weinig competitie in de benen, want het voetbal in Polen draait tot maart op een laag pitje wegens de winterstop. De nieuwkomer laat de eerste twee wedstrijden na de winterstop aan zich voorbijgaan, meer bepaald de thuismatchen tegen Bergen en Sint-Truiden. De derde keer is de goede, want hij mag van aan de aftrap meedoen in de uitmatch op Germinal Beerschot.

De Pool tekent er op het einde van de partij voor de 1-3 en stelt zo de paars-witte zege zeker. Tot op dat moment bevond hij zich het merendeel van de tijd in een benarde situatie: de Egyptenaar Ahmed Hassan, die op de flank iets hoger dan Wasyl zijn vaste stek heeft, loopt die hele wedstrijd constant heen en weer. Daardoor staat Wasyl vaak tegenover twee man binnen zijn zone: Pieter-jan Monteyne en Daniel Cruz. Op een bepaald moment kan hij niet anders dan de Colombiaan foutief af te stoppen. Eerste wedstrijd, eerste gele kaart. De week daarop, tegen Westerlo, is het weer van dat. En acht dagen later krijgt hij dezelfde straf tegen Club Brugge. Na drie wedstrijden heeft de Pool al zijn quotum aan kartonnetjes bereikt en moet hij de wedstrijd tegen Moeskroen vanuit de tribune volgen. In de 13 matchen tot het einde van het seizoen 2006/07 verzamelt hij 7 waarschuwingen.

“Zijn kopbalspel mag dan wel verwoestend zijn, zijn elleboogstoten zijn dat zeker ook”, merkt Igor de Camargo op die tijdens de vermaarde testmatchen tussen Anderlecht en Standard tegen zo’n elleboog aanloopt. “Bij hem doe je er goed aan je gezicht te beschermen. Maar hij is niet de enige die orde op zaken stelt met zijn armen. Het overkomt mij ook en je doet het vaak helemaal niet met opzet.”

Leven 3: de goalgetter

In zijn debuutmatch op Germinal Beerschot scoort hij een eerste keer met het hoofd. Een week later volgt tegen Westerlo een tweede kopbalgoal, goed voor de drie punten want Anderlecht wint met het kleinste verschil: Wasyl heeft duidelijk torinstinct. Hij heeft dat overgehouden aan zijn verleden in Polen, waar hij tot zijn zestiende als aanvaller werd opgesteld bij Hutnik Krakau. Nadien schoof hij achteruit naar de positie van flankverdediger.

“Wat mij bijzonder aanspreekt bij hem is zijn uitstekende kopbalspel, zowel op defensief als op aanvallend vlak”, benadrukt Bertrand Crasson, gewezen rechtsachter van paars-wit. “Bij veel spelers is het het ene of het andere, maar hij kan duidelijk de twee. In mijn tijd moest onze spits Jan Koller af en toe bijspringen om achterin alles onder controle te houden bij stilstaande fases. Het huidige Sporting heeft nog meer van dergelijke verdedigers, want naast Wasyl beschikt Roland Juhász over net dezelfde troeven in het luchtverkeer, zowel in het eigen strafschopgebied als in dat van de tegenstander. Ondrej Mazuch kent er ook wel wat van, maar valt offensief niet met de twee anderen te vergelijken. Met drie verdedigers die een winnende kopbalgoal kunnen maken, verkeert Anderlecht in een luxepositie.”

Leven 4: de publiekslieveling

Lang voordat de Anderlechtsupporters in de 27e minuut van de wedstrijden (het nummer op zijn truitje) Wasyl begonnen te scanderen op de tonen van Brasil, was de Pool al bijzonder geliefd bij de fans. “Hij zit steevast in de top drie van de bestverkochte truitjes”, weet Jurgen Van Buggenhout, een van de bedienden in de fanshop van de club. “In het begin had hij concurrentie van Ahmed Hassan en Lucas Biglia. Nu moet hij het opnemen tegen Romelu Lukaku en Mbark Boussoufa. Op bepaalde ogenblikken was hij de onbetwistbare nummer 1, onder meer na zijn tragische blessure, toen acht op de tien fans uit medeleven een jasje met het nummer 27 vroegen. De laatste tijd zien wij hetzelfde fenomeen weer opduiken. Sinds hij weer op het veld staat, kopen de fans opnieuw zijn shirtje.”

Toegegeven, zijn verhaal heeft ongetwijfeld in zijn voordeel gespeeld. Maar velen staan er nog altijd versteld van dat iemand met veel meer fysieke dan technische vaardigheden, zo veel waardering geniet in een club waar veeleer de balkunstenaars op prijs worden gesteld. “Het voetbal is in de loop der jaren natuurlijk veranderd”, getuigt Georges Heylens, nog zo’n vermaarde paars-witte rechtsback. “Tegenwoordig volstaan de vaardigheden met de bal aan de voet niet meer om het verschil te maken. Er is inzet nodig, om niet te zeggen verbetenheid. Wasyl, die altijd zijn volle gewicht in de strijd gooit, is daarvan een voorbeeld. Ik heb iets gelijkaardigs meegemaakt als hij. Net als hij was ik rechtsback en liep ik rond mijn dertigste een kuitbeenbreuk op. Het enige verschil is dat Sporting mij de kans niet heeft gegeven om terug te keren. Tijd was geld en het feit dat ik niet beschikbaar was, kostte geld. Vanuit dat standpunt bekeken is voorzitter Roger Vanden Stock menselijker dan zijn vader. Wat pure voetbalkwaliteiten betreft, kon ik de vergelijking met jongens als Paul Van Himst, Jef Jurion of Pierre Hanon moeilijk doorstaan, maar qua inzet moest ik voor niemand onderdoen. Voor Wasyl geldt exact hetzelfde.”

Leven 5: de sfeermaker

Wasyl staat niet alleen in de gunst van het publiek, ook zijn ploegmakkers waarderen hem allemaal. Niemand kan beter iedereen aan het lachen brengen dan hij. Niet met woorden, want daarom beheerst hij onze landstalen onvoldoende, maar wel met zijn practical jokes. Een van zijn favoriete slachtoffers is Jonathan Legear. Op een dag wil de paars-witte aanvaller trots zijn BMW X5 aan zijn teamgenoten tonen en treft hij zijn wagen volgeplakt met Anderlecht-kampioenstickers aan. Een andere keer wordt een grap uitgehaald met zijn Smart: met de hulp van enkele ploegmaats deponeert Wasyl het autootje gewoon in een container.

“Gedurende heel zijn herstelperiode heeft hij zich afzijdig gehouden”, weet Jona. “We kunnen natuurlijk begrijpen dat hij niet in de stemming was om te lachen. Sinds zijn laatste operatie vorige zomer is hij weer zijn oude zelf. We moeten alles weer achter slot en grendel steken en de deur van onze persoonlijke kastjes goed sluiten als we ons hemd of zo niet ergens anders willen gaan zoeken. Het is leuk dat hij er weer bij is, want we misten iemand van zijn slag. Tijdens zijn afwezigheid heeft Van Damme het van hem overgenomen om de boel op te vrolijken. Sinds hij naar Wolverhampton vertrok, was er geen echte leider meer op het vlak van grappen uithalen, al mochten Juhász en ikzelf tot de grootste grappenmakers worden gerekend. Maar nu: Wasyl is back. En je mag er zeker van zijn dat wij het gemerkt hebben.”

Leven 6: de martelaar

“De uitdrukking souffrir le martyre (zeer veel pijn ondergaan, nvdr) is natuurlijk van toepassing op hem, als je ziet wat hij de voorbije maanden heeft doorstaan”, stelt Philippe Godin, voorzitter van de Franstalige vereniging voor sportpsychologie in België. “Zijn pijn greep de Anderlechtaanhang des te meer aan omdat die werd veroorzaakt door een tackle van een Standardspeler, de aartsvijand. Er zou ongetwijfeld veel minder om te doen zijn geweest indien het in andere omstandigheden was gebeurd. Dit geval heeft een ware symboliek gekregen in de strijd tussen beide clubs. Op het terrein, tegen Standard, heeft de speler zich met hart en ziel gegeven, met de kwalijke gevolgen die we kennen. Door de ernstige aard van zijn blessure zagen velen dit als het einde van zijn carrière, maar de speler is ondanks alles toch herrezen. Voor het publiek komt deze terugkeer neer op een overwinning op de eeuwige rivaal. Het is een gewonnen veldslag binnen een context waarin de clubs elkaar niet sparen.”

De testmatchen, de tv-rechten, de terugkeer van Mémé Tchité, de dubbele affaire- Van Damme, de hervorming van de competitie: het zijn maar enkele dossiers waarbij beide clubs de voorbije maanden tegenover elkaar stonden. De mannen van Standard hadden daarin vaak het laatste woord. Met de terugkeer van Wasyl trekt Anderlecht aan het langste eind. De Luikse clan dringt overigens al lang aan op een toenadering tussen beide spelers, maar dat stuit tot nu toe nog op een categorisch njet van paars-wit.

Leven 7: het werkpaard

“Sinds ik ben begonnen aan mijn revalidatie na mijn operatie aan de ligamenten van de rechterenkel, dwing ik mezelf om dagelijks 4 of 5 uur te werken met de clubkinesisten”, vertelt Olivier Deschacht. “Wasyl doet bijna altijd met me mee vooraleer hij naar de training gaat. Hij doet dezelfde oefeningen als ik om dat gewricht soepeler te maken. Na zo’n voormiddag ben ik volkomen uitgeput. Maar wat dan gezegd van de Pool, die tijdens zijn lange revalidatie altijd vóór alle anderen aanwezig was en die altijd als allerlaatste het stadion verliet? Ik heb alleen nog maar meer respect voor hem gekregen.”

“Zijn programma is maandenlang nagenoeg hetzelfde gebleven”, vertelt Kristof Sas, hoofd van de medische staf van de club. “Als hij op de club toekwam, begonnen we eerst met massages. Daarna schakelden we over op een reeks spierversterkende oefeningen onder leiding van kinesist Koen Walravens. ’s Namiddags was er aquajogging met Christophe Brams, gevolgd door fietsen, trampoline of step en, nadien, lopen met of zonder bal. Als afronding was er de verzorging, waarna de speler om klokslag 18 uur naar huis mocht. Hij heeft als geen ander afgezien, maar hij heeft nooit geklaagd. Integendeel, we moesten hem vaak afremmen. Zoals Lieven Maesschalck zegt, bij wie hij wekelijks twee of drie keer langs ging: ‘Wasyl zou het Kanaal zijn overgezwommen als dat nodig was geweest.’ Iemand met meer wilskracht vind je niet.”

Leven 8: de als bij wonder herstelde speler

“Op een bepaald moment vroeg hij mij: ‘ Doc, football when?‘”, vervolgt Kristof Sas. “Ik antwoordde dat hij opnieuw zou spelen, maar in mijn binnenste had ik toch twijfels: een dubbele open beenbreuk voor een speler van 29, dat was niet niks. Al speelde één element wel in zijn voordeel: zijn vastberadenheid. Hij dacht alleen maar aan zijn terugkeer op het veld.”

Jan Van Melkebeek, de orthopedisch chirurg die Wasyl opereerde in Deurne, is dezelfde mening toegedaan. “Het allereerste wat hij mij vroeg, was of hij met Polen zou kunnen meespelen om de wereldbeker”, zegt hij. “Ik heb hem geantwoord dat Polen zich wel eerst moest plaatsen.”

Kristof Sas: “Hij heeft voor het eerst echt opnieuw gespeeld in de laatste play-offwedstrijd tegen Sint-Truiden. Maar het was veeleer een morele opsteker dan iets anders, want hij was helemaal nog niet klaar voor het hoogste niveau. Ondanks alles was het een hoopgevend wederoptreden, al moest hij bij de competitiestart weer afhaken. Tijdens de voorbereidingsstage in Oostenrijk had zich een knobbel gevormd tussen het scheen- en het kuitbeen. Hij moest dus een zesde keer worden geopereerd. Op dat moment was ik, voor de tweede keer, bang dat hij niet zou herstellen. Maar het draaide anders uit: vanaf dan verliep alles in een stroomversnelling en kon Wasyl weer worden ingezet. Dat neemt niet weg dat zijn terugkeer een klein mirakel is.”

Leven 9: het icoon

“Sommigen groeien dankzij hun voetbalkwaliteiten bij Anderlecht uit tot legendarische spelers”, besluit Herman Van Holsbeeck. “Dat is zo bij Robbie Rensenbrink, Paul Van Himst of Juan Lozano, om maar die drie te noemen. Wasyl zit niet in de categorie van de allergrootsten, maar hij behoort wel tot de cultfiguren door de verbetenheid waarmee hij wilde terugkeren. Hij is op dat vlak een waar voorbeeld. En op zijn manier heeft hij zijn stempel gedrukt. Acht op de tien jongens zouden het in dezelfde situatie al lang hebben opgegeven. Hij niet. Hij is een voorbeeld van doorzettingsvermogen. En de Anderlechtfans vergissen zich niet in hem, ze klampen hem dagelijks aan om een handtekening te vragen. Hij is hier een icoon. Hij verdient trouwens een standbeeld voor al zijn afzien. Niet iedereen kan dat zeggen.”

DOOR BRUNO GOVERS – BEELDEN: REPORTERS

“Wasyl is back. En je mag er zeker van zijn dat wij dat gemerkt hebben.”

Jonathan Legear

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content