Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Gisteren (dinsdag) stapten de Rode Duivels op het vliegtuig naar Japan, waar ze deze week de Kirin Cup spelen, met wedstrijden tegen Chili (29/5) en het gastland (31/5). Op 2 juni kan de vakantie voor de Rode Duivels beginnen.

Met hoeveel ze in het vliegtuig zouden zitten en wie allemaal aanwezig zou zijn, was maandag bang afwachten. Om vier uur verzamelden de Rode Duivels voor een laatste training op Belgische bodem, pas dan was er meer duidelijkheid. Doelman Stijn Stijnen is er normaal gezien wel bij. Stijnen heeft last van de patellapees (knie), maar vermoedde zaterdag dat het euvel hem niet zou beletten om af te reizen. Stijnen: “Ik heb net drie dagen op stage verzorging gekregen. Ik had er de laatste twee, drie weken wat last van, na een verkeerde beweging.”

Met welke ingesteldheid begint een Rode Duivel na een lang seizoen nog aan dit verplichte uitje? Stijnen: “Het is anders dan bij een kwalificatiewedstrijd, dat is duidelijk, maar anderzijds is het ook geen vakantie. Je doet zoiets niet altijd met je volle enthousiasme, maar anderzijds ben je prof en samen zijn met andere internationals is positief. Tien dagen samen, twee interlands, dat doe je gewoon serieus, ook al is de kwalificatiespanning er niet. Het alternatief waren interlands op 6 of 10 juni, nog een stuk later. Dan vertrek ik liever al op 2 juni met vakantie, ook al moet je er tien uur voor op het vliegtuig zitten. Normaal beginnen we straks weer op 22 juni, maar de internationals krijgen een weekje langer. Lijkt me logisch, je moet toch een dag of dertig vakantie hebben.”

René Vandereycken is geschiedenis, Dick Advocaat, die de laatste details van zijn overeenkomst regelt, de toekomst. Tussenpaus is Frank Vercauteren. Hoe anders is dat? Stijnen: “Hij vult het in op zijn manier, je kunt daar weinig van zeggen. Ik zie zo’n nationale ploeg in momenten, wedstrijd per wedstrijd.”

Stijnen zit ook in zijn club tussen twee bazen. Heeft de nieuwe coach, Adrie Koster, al contact met hem opgenomen? Stijnen: “Neen. Die zal het wel druk hebben. Ik vermoed dat we elkaar wel spreken als de trainingen beginnen.” Maar zou het niet logisch zijn, mocht zo’n coach al eens vooraf praten met zijn belangrijkste spelers? Stijnen: “Dat klinkt logisch en ik ben altijd bereid om te helpen, maar hij zal werk genoeg hebben, denk ik.”

Tot slot: Stijnen heeft er een goed seizoen op zitten, maar eindigde toch slechts achtste in de verkiezing van Doelman van het Jaar. Niet populair, zo blijkt bij de collega’s. Stijnen: “Blijkbaar niet, neen. Vorig jaar was ik derde, nu achtste. Als mijn club, onze supporters en ik tevreden zijn, lijkt dat me het belangrijkste. Ik lig van populariteit onder de collega’s niet wakker. Over die verkiezing wil ik wel nog dit zeggen: Copa had een schitterend jaar, hij hoort thuis in de top drie en stond op twee bij mij, maar dé doelman van het jaar voor mij is Mark Volders. Veel punten gepakt, dat Moeskroen zich redde, is dankzij hem.” S

peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content