‘DE BELGISCHE EERSTE KLASSE WORDT ERG ONDERSCHAT’

© BELGAIMAGE

KAS Eupen heeft er een half seizoen in eerste klasse opzitten en dat valt beter mee dan verwacht. Een gesprek met algemeen directeur Christoph Henkel, voorheen aan de slag in de jeugdafdeling van FC Köln.

Vier jaar geleden besliste Christoph Henkel (52) in te gaan op een aanbod om algemeen directeur te worden van de profclub die vanuit Qatar in Eupen werd gevestigd, nadat hij 24 jaar lang een leidende functie had bij de jeugdafdeling van FC Köln. ‘In de eerste plaats omdat ik hier de kans kreeg om met uiterst getalenteerde jongeren te werken, in een internationale omgeving’, zegt hij. ‘En om een structuur uit te bouwen van een voetbalclub die quasi van nul af aan begon.’

Dagelijks rijdt hij de 80 kilometer van Keulen naar Eupen, en dat doet hij haast fluitend na de recente resultaten in competitie en de beker, waar Eupen tegen Club misschien zijn beste wedstrijd ooit speelde. Na de zege tegen AA Gent eind oktober maakte hij zich sterk dat Eupen het behoud kon verzekeren als het halfweg de competitie 15 punten zou halen. Eupen zit dus helemaal op schema.

‘Ik schat dat 30 punten volstaan voor ons doel: het behoud’, zegt hij. ‘Omdat we overtuigd zijn dat onze jonge talenten zich veel beter in eerste klasse kunnen ontwikkelen dan in tweede. Een bewijs daarvan is dat ons basiselftal in eerste klasse jonger is dan het basisteam waarmee we in tweede aantraden. In eerste komen die talenten uit de academie beter tot hun recht.’

Is het moeilijker in eerste klasse te voetballen dan u vooraf inschatte?

CHRISTOPH HENKEL: ‘Het is zwaar, omdat voor elk punt hard moet gekampt worden. Alles moet meevallen, willen we punten halen. Hebben we een mindere dag, dan halen we niets. Wat meevalt, is dat we tegen alle tegenstanders open kunnen voetballen, ook buitenshuis. Nooit hebben we een muur opgetrokken, altijd hebben we geprobeerd ons eigen spel te spelen, pressing te zetten.’

Was dat de bedoeling, offensief voetballen?

HENKEL: ‘Dat is onze sterkte. Het zou fout zijn om ons spel om te buigen tot iets wat ons niet ligt: defensief voetballen. Aanvallend voetbal blijft ons handelsmerk. Dat we de amusementswaarde omhoogjagen in eerste klasse doet ons plezier. Een voetbalwedstrijd met Eupen is altijd aantrekkelijk. We kiezen daarvoor niet om de tegenstanders te behagen, maar omdat we overtuigd zijn dat dat voor onze spelers de beste aanpak is om resultaten te halen.’

Al voor het seizoen zaten jullie krap in de defensie. Toch werd beslist om geen extra verdedigers te halen. Integendeel. De enige echte nieuwkomer is een spits geweest. Terwijl de meeste stijgers voor vier, vijf ervaren spelers kiezen, onder wie een aantal verdedigers.

HENKEL: ‘We hebben bewust gekozen om de bestaande ploeg niet of amper te veranderen. Omdat we van mening zijn dat we met deze spelers concurrentieel kunnen zijn en omdat we de kansen voor onze jonge talenten wilden vrijwaren. Je kunt voor elk jong talent een extra ervaren speler halen, maar dan blokkeer je ze in hun ontwikkeling. We wisten al deze zomer dat in oktober of november een jonge rechtsachter zou komen, Moussa Wague, die dan pas achttien werd en die nu met ons mee traint. Hadden we in afwachting een ervaren verdediger gehaald, dan zou hij zich straks geblokkeerd weten. We hebben dat niet gedaan. Wel wetende dat de jongeren fouten maken die ons punten kosten. Anderzijds zijn ze ook onze troeven. In ons huidig elftal horen Henry Onyekuru, Lazare en Eric Ocansey ondanks hun geringe ervaring en jonge leeftijd bij de beteren. De fouten die ons zuur zijn opgebroken, zijn even vaak door ervaren als door jonge spelers gemaakt.’

VOETBALFILOSOFIE

Heeft de ontwikkeling van uw jonge spelers u verrast?

HENKEL: ‘We hoopten dat ze zich zo zouden ontwikkelen, maar we dachten dat ze meer tijd zouden nodig hebben. Dat Lazare een groot talent is, wisten we, niet dat iemand van achttien al meteen zo rustig zou voetballen.’

Jullie hebben een duidelijke voetbalfilosofie. Wie van elders komt en niet opgeleid is door Aspire, moet daarin passen.

HENKEL: ‘Vaak gaat men er in het voetbal van uit dat, hoe meer spelers je haalt, hoe beter een ploeg wordt. Onze filosofie is dat het drie, vier jaar kost om met automatismen een ploeg te bouwen. Wanneer je eindelijk een team hebt, moet je zeer zorgvuldig afwegen wie je erbij haalt. Eén verkeerde speler halen kan alles kapotmaken, omdat het groepsgebeuren in een teamsport erg belangrijk is. Het vergt veel aanvoelen vanwege de trainer om een team zo samen te stellen dat het als een eenheid functioneert. Naast de kwaliteit van onze jonge talenten is ook onze teamspirit belangrijk. Als het in ons team verkeerd loopt, kunnen we het wel schudden om in eerste te blijven.’

Is het daarom dat jullie vorig jaar afscheid namen van een paar ervaren spelers?

HENKEL: ‘Het is zeker zo dat we daardoor een sprong naar voren gemaakt hebben in de rangschikking. Soms ga je niet vooruit door een speler toe te voegen, maar door iemand weg te nemen.’

Dat is een opvallende uitspraak in een tijd waarin elke speler zijn eigen bedrijfje is dat alleen met de eigen marktwaarde bezig is.

HENKEL: ‘Ik ben overtuigd dat succesvolle ploegen ook hechte teams zijn. Je speelt geen Champions League als je geen goeie kleedkamer hebt. Als wij een ervaren speler halen, vragen we ons ook af: hoe gedraagt hij zich in de kleedkamer? Dat is een aspect dat erg onderschat wordt. Wanneer een ploeg die met veel ambities aan het seizoen gestart is faalt, ligt het vaak niet aan wat op het veld gebeurde, maar aan wat in de kleedkamer verkeerd is gelopen.

‘Vorig jaar deze tijd zaten we sportief op een dood punt, omdat we riskeerden buiten de eerste acht in tweede klasse te vallen. Toen hebben we een speler uit de Duitse vierde klasse gehaald, Peter Hackenberg, niet meteen het profiel dat je bij Eupen verwachtte, wel iemand die de mentaliteit in de kleedkamer helemaal deed kantelen.’

Jullie leggen wel erg weinig druk op je spelers. Alleen toen Eupen vorig jaar kort na Nieuwjaar uit de eerste acht in tweede klasse dreigden weg te zakken, maakten jullie hen duidelijk dat bij de eerste acht eindigen een must was om het project te vrijwaren. Werkt druk contraproductief voor profvoetballers?

HENKEL: ‘Jonge spelers hebben vooral veel vertrouwen nodig om te kunnen presteren. Dat geven we hen. Belangrijk is dat ze hier niet te maken krijgen met tal van mensen die extra druk zetten, maar met slechts een paar man die het voor het zeggen hebben: Josep Colomer, trainer Jordi Condom en algemeen directeur van het project Andreas Bleicher.Wij zitten al zo lang in de topsport dat we weten dat drie keer na elkaar winnen geen euforie moet losweken, maar ook dat je na drie keer verliezen weer uit de put kunt geraken. En dat dingen beter lopen wanneer je elkaar ondersteunt en vertrouwen geeft.’

Betekent dat dat u ook rustig op uw stoel zit wanneer jullie thuis van Excel Mouscron verliezen?

HENKEL: ‘Natuurlijk vind ik dat niet fijn, maar het is niet zo dat we, als het niet loopt zoals we graag hebben, gaan denken dat we het misschien anders hadden moeten aanpakken. Wij laten ons niet leiden door stemmingen, door de waan van de dag. We hebben een visie en bekijken alles op middellange en lange termijn.’

Dat betekent dat jullie trainer hier niet bang moet zijn dat hij vliegt na twee of drie nederlagen?

HENKEL: ‘Natuurlijk niet. Dat we als promovendus verliezen in pakweg Genk, is toch niet onlogisch? Met ons budget van 12 miljoen euro hoor je bij het onderste derde van eerste klasse.’

Zulte Waregem heeft niet veel meer, maar is wel kanshebber voor de titel.

HENKEL: ‘Je hebt altijd uitzonderingen, maar als je de budgetten over vijf jaar bekijkt, zul je altijd kunnen voorspellen waar een club in de rangschikking zal belanden.’

WEINIG VOLK

Ondanks het aantrekkelijke voetbal scoren jullie het slechtst qua toeschouwersaantallen. Samen met Mouscron zijn jullie de enige eersteklasser die geen 5000 kijkers gemiddeld haalt.

HENKEL: ‘Afgemeten aan het aantal inwoners scoren we dan weer heel goed. Maar het moet hoger. Als we 4000 toeschouwers gemiddeld kunnen halen in eerste klasse, zou dat fantastisch zijn voor een stad als Eupen. Momenteel krijgen we vooral mannen over de vloer, in de oudere leeftijdscategorie. Weinig vrouwen en weinig jonge mensen. Terwijl in pakweg de Bundesliga steeds meer vrouwen en gezinnen in de tribunes zitten.’

Wordt u hier na vier jaar aanvaard door de plaatselijke bevolking?

HENKEL: ‘Onze businessseats zijn uitverkocht. Er blijven kritische stemmen, die liever spelers uit de eigen regio zien, maar daarmee kun je geen eersteklassevoetbal spelen.’

Hoe kijkt u terug op de voorbije vier jaar? Had de promotie naar eerste niet sneller gekund?

HENKEL: ‘Ik ken dat verhaal dat Eupen de voorbije jaren niet wilde promoveren. Dat klopt niet. Onze middelen zijn jonge talenten. Misschien was het sneller gegaan hadden we voor ervaren profs gewerkt. Maar dat was ons project niet. Met een jonge ploeg promoveren is in elke reeks aartsmoeilijk. Dit seizoen was de opdracht aantonen dat we sportief in eerste klasse thuishoren. Dat lukt ons.’

Had u de Jupiler Pro League sterker of zwakker verwacht?

HENKEL: ‘Ook onderin zie ik ploegen die niet zo slecht zijn. Lokeren bijvoorbeeld vond ik op basis van hun wedstrijd tegen ons en de kwaliteit die ik op het veld zag een ploeg die veel hoger had kunnen staan. In het algemeen vind ik dat deze competitie zichzelf veel te slecht verkoopt. Het voetbal dat ik hier zie, is niet saai, maar aantrekkelijk, technisch en tactisch van een hoog niveau. De Belgische eerste klasse wordt slecht in de markt gezet, het is een erg onderschatte competitie, en dat zeg ik niet alleen om u te plezieren. Qua sfeer en uitstraling is het een stuk minder dan in de Bundesliga, maar op het veld ligt de kwaliteit hier soms hoger dan in Duitsland. Het moet de bedoeling zijn het Belgisch voetbal beter in de markt te zetten. Per wedstrijd krijgen we hier 15 tot 40 scouts in de tribune. Uit de Bundesliga, Nederland, Frankrijk, Spanje ook.’

Russische scouts ook?

HENKEL: (lacht) ‘Soms. Er is interesse voor Henry Onyekuru, maar ook voor andere spelers is er meer belangstelling dan de vorige jaren. In eerste klasse is het voor geïnteresseerde clubs beter in te schatten wat onze jonge talenten waard zijn. In tweede klasse vroegen ze zich toch nog vaak af: zou hij het ook op het hoogste niveau kunnen?’

Wil u Henry in januari verkopen, als er een goed bod komt?

HENKEL: ‘In de winterpauze laten we niemand gaan, dat is hier afgesproken.’

Ook bij een heel goed bod niet?

HENKEL: ‘Als er in de winter een goed bod komt, zal die speler in de zomer nog meer waard zijn.’

Worden jullie aanvaard door de andere eersteklassers of blijven jullie een vreemde eend in de bijt?

HENKEL: ‘We worden super behandeld, beter dan ik had verwacht. De eerste twee jaar in tweede klasse was dat heel anders, dan werden we heel kritisch bekeken en behandeld.’

Wanneer zal dit project voor u geslaagd zijn?

HENKEL: ‘Voor Aspire wanneer een jong talent in een ploeg speelt die top is in de Champions League. Voor Qatar als de jonge Qatari die hier zijn en straks nog komen, uitgroeien tot goeie internationals. En voor ons hier als KAS Eupen een stabiele eersteklasser zal geworden zijn.’

DOOR GEERT FOUTRE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Soms wordt een ploeg niet beter door een speler toe te voegen, maar door iemand weg te halen.’ – CHRISTOPH HENKEL

‘Jonge spelers hebben vooral veel vertrouwen nodig, en dat geven we hen.’ – CHRISTOPH HENKEL

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content