DE BELGISCHE NOLITO

© BELGAIMAGE

Ruim anderhalf jaar geleden verliet Théo Bongonda geruisloos het Belgische voetbal om zijn tenten op te slaan bij Celta de Vigo. Morgen keert hij door de grote poort terug naar België voor het Europa Leagueduel met Standard.

Théo Bongonda staart even voor zich uit. Hij is duidelijk aangeslagen door het nieuws dat de Caterpillarvestiging in Gosselies straks de deuren sluit. Opnieuw wordt zijn Charleroi – Bongonda groeide op in de wijk Charleroi-Nord – getroffen door een sociale tragedie. ‘Ik heb te doen met mijn stadsgenoten die straks op zoek moeten naar nieuw werk’, zucht de twintigjarige vleugelaanvaller. ‘Ik kom niet vaak meer in Charleroi, maar bij elke passage heb ik de indruk dat de stad lichtjes uitdooft. In de straat waar ik vroeger woonde, zag je destijds spontaan mensen op straat met elkaar keuvelen, nu is het daar doods. Toch hou ik zielsveel van Charleroi.’

Hoe vergaat het je intussen bij Celta? Je bent een plaats opgeschoven in de hiërarchie na het vertrek van sterspeler Nolito naar Manchester City.

THÉO BONGONDA: ‘Ik vond het normaal dat ik vorig seizoen vaak op de bank zat voor Nolito, hij deed tenslotte de ploeg draaien. Zijn transfer was dus goed nieuws voor mij. Toen hij vertrok, zei de coach, Eduardo Berizzo, er meteen bij: we zoeken geen vervanger want we hebben Bongonda al. Met het oog op het drukke programma in de competitie en in de Europa League wilde de trainer defensieve versterking halen.’

Voel je je belangrijker dan pakweg een jaar geleden?

BONGONDA: ‘Voorlopig is iedereen tevreden over mij. De trainer op kop. Hij sprak al meermaals zijn vertrouwen in mij uit en toont het ook: ik speelde bijvoorbeeld de hele match tegen Real Madrid. Voorlopig ben ik dus basisspeler maar dat betekent niets voor het vervolg van het seizoen. Ik moet de verwachtingen inlossen. Maar het kan de komende maanden alleen maar beter gaan. Na een jaar ben ik volledig aangepast aan het Spaanse voetbal.’

Celta eindigde knap als zesde vorig seizoen. Zit er nog rek in deze ploeg?

BONGONDA: ‘Met deze spelersgroep zijn we tot veel in staat. Vorig seizoen klopten we Barcelona in eigen huis met 4-1 en we gingen bij Atlético winnen. Dat is een teken dat er veel kwaliteit rondloopt bij ons.’

MET DURY IN MARBELLA

Jullie zitten in de EL-poule met Ajax, Panathinaikos en Standard. Hoe hoog schat je de Rouches in?

BONGONDA: ‘Ik kan geen objectief oordeel vellen over de sterkte van dit Standard want vanuit Spanje is het moeilijk om de wedstrijden van de Belgische competitie te volgen.

‘Met Zulte Waregem speelde ik wel graag tegen hen. Eigenlijk had ik een zwak voor het Standard van drie seizoenen geleden met Batshuayi, Vainqueur, Kawashima, Bia en co. Die ploeg was haast onklopbaar en toch wonnen ze dat seizoen de titel niet. Nu kijk ik uit naar de duels met mijn maatje Edmilson.’

Tijdens je laatste bezoek aan Sclessin bezegelde je met een doelpunt het lot van Standardtrainer Guy Luzon.

BONGONDA: ‘Die match op Sclessin was… speciaal. (lacht) Ik scoorde in de eerste helft en na rust zag ik een paar stoeltjes de lucht in vliegen. Ik herinner mij niet waarom de supporters toen zo boos waren. Voor ons was het een leuke herinnering. We stonden toen laatste en pakten in Luik onze tweede zege van het seizoen. Met sommige jongens van die ploeg – Verboom, Mendy, Sylla – ben ik nog in contact. Dury ben ik zelfs tegengekomen tijdens mijn vakantie in Marbella. Hij was blij mij te zien. Ik zal zijn exacte woorden niet vergeten: ik ben fier op jou en doe vooral zo voort.’

EIGEN LABEL

Behalve een goede voetballer ben je ook een degelijke voetbalanalist, weten we sinds deze zomer. Je werd door de RTBF als analist opgevoerd voor de match Kroatië – Spanje. Is dat iets dat je in je achterhoofd houdt voor later?

BONGONDA: ‘Ik doe het graag en de manier waarop ik een wedstrijd analyseer viel in de smaak. Achteraf kreeg ik wel commentaar omdat ik live op televisie een petje droeg. Achterstevoren nog wel. Ik trek mij daar niets van aan: als ik zin heb om een pet te dragen, dan doe ik dat gewoon.’ (grijnst)

Je droeg een hoofddeksel van je eigen kledingmerk Ca Campell.

BONGONDA: ‘Ik heb Ca Campell ongeveer een jaar geleden met mijn twee jeugdvrienden uit de grond gestampt. Het is begonnen als een grap, maar intussen loopt de verkoop van petjes en T-shirts goed in Brussel. In Spanje ook trouwens, mijn ploegmaats zijn er helemaal weg van.’

Ga je dezelfde weg op als Praet, De Bruyne en Defour, die ook hun eigen kledinglijn hebben?

BONGONDA: ‘Ik wil die jongens niet beconcurreren en ik heb helemaal geen ambities om met mijn merk door te breken in de modewereld. Het mag kleinschalig blijven, ik zie mij niet als CEO aan het hoofd staan van een gigantisch bedrijf. Soms verwijs ik naar het merk door mijn pink en wijsvinger te strekken wanneer ik scoor. That’s it. Nogmaals: ik doe het puur voor het amusement. Voetbal blijf mijn prioriteit, mijn label is een leuke afwisseling. Maar het is verstandig om iets achter de hand te houden voor na je carrière.’

Je bent een duizendpoot. Op Twitter heb je een video gepost waarop je met John Guidetti spontaan begint te rappen.

BONGONDA: ‘Ik rap voor de fun. Als ik geïnspireerd ben, dan durf ik weleens een volledige songtekst op papier te zetten. Daarmee trekken we dan naar een studio om een liedje in te blikken. Vervolgens zet ik de opname op een USB-stick en we luisteren ernaar in de auto. Ik ben 50 Cent niet, maar ik probeer rijmpjes en zinnen te combineren die coherent zijn.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO BELGAIMAGE

‘De coach zei: we zoeken geen vervanger voor Nolito want we hebben Bongonda.’ – THÉO BONGONDA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content