Van Mémé Tchité tot Patiyo Tambwe : de beste aanvallers van de voorbije competitie.

1 Mémé Tchité (Anderlecht, 17 punten)

De kloon van Emile Mpenza was de achtste en laatste transfer van Anderlecht vorige zomer. Nadat hij pas op het laatste moment een overgang van Standard naar het Israëlische Beitar Jeruzalem afblies, brak de Afrikaanse spits onder Frank Vercauteren volledig door. Met twintig treffers werd hij geen topschutter, maar door zijn tien assists en enkele kapitale goals had Tchité een groot aandeel in de titel. Hij werd door zijn collega’s verkozen tot Profvoetballer van het Jaar. Tchité is explosief, razendsnel, sterk met het hoofd en duikt goed in de ruimte. Een echte woelwater, perfect complementair naast targetman Nicolás Frutos.

2 Adnan Custovic (Moeskroen, 17 punten)

Toen Marcin Zewlakow in de zomer van 2005 vertrok naar FC Metz zocht Moeskroen zijn heil bij Adnan Custovic, die voordien vooral in Frankrijk (bij Le Havre, Laval en Amiens) zijn schutterskwaliteiten had getoond. De Bosnische aanvaller vervulde zijn contract tot nu toe met brio, want hij blijkt een echte sluipschutter. Custovic is geen aanvaller die een afwachtende houding aanneemt in de zestien meter van de tegenstander. Hij werkt negentig minuten lang en maakt optimaal gebruik van zijn uitstekende traptechniek.

3 François Sterchele (Germinal Beerschot, 16 punten)

Bij Germinal Beerschot wrijven ze zich nog in de handen dat ze korter op de bal speelden dan de Franse eersteklassers Straatsburg en Troyes bij de aanwerving van de Waal bij Charleroi. François Sterchele werd niet alleen met 21 doelpunten topschutter, hij bracht vaak de fans op het Kiel in vervoering met zijn nummertjes én zijn Luca Toni-gebaar bij het vieren van een treffer. Sterchele ligt altijd op de loer, speelt randje buitenspel en heeft weinig kansen nodig om te scoren. Een koele afwerker.

4 Patrick Ogunsoto (Westerlo, 16 punten)

Westerlo koestert zijn vlotscorende spitsen en de traditie die het de laatste jaren opbouwde. Na eerder Toni Brogno, Jaja Coelho en Tosin Dosunmu werd bij het Griekse Ergotelis transfervrij het Nigeriaanse schutterskanon Patrick Ogunsoto weggehaald. De pocketspits, met ongelooflijk kromme benen en de witgekleurde haardos, drukte al snel zijn stempel met zijn snelheid en de bijbehorende doelpunten. Ondervond echter moeilijkheden om zich door te zetten tegen de topclubs.

5 Adekanmi Olufade (Gent, 10 punten)

Togolese sprintbom, die van Georges Leekens een nieuwe kans kreeg nadat de lichtvoetige aanvaller in Qatar voor het grote geld was gaan voetballen. Olufade koos dus opnieuw voor het sportieve aspect. Bij Gent ontpopte de springveer zich al snel tot een dribbelwonder en scoringsmachine. De oud-aanvaller van Lokeren en Charleroi is een explosief type, een woelwater die vaak de flanken opzoekt en ruimte maakt voor de opkomende infiltrerende middenvelders.

6 Gervinho (Beveren, 9 punten)

Na eerder Venance Zézé Zézéto en Ndri Romaric was het de jonge Gervinho die het gewicht van de aanval moest dragen en samen met Mahamadou Dissa voor de doelpuntenoogst moest instaan. Het laatste Ivoriaanse goudhaantje uit de voetbalschool van de Fransman Jean-Marc Guillou toonde zich een waardige speerpunt van de aanval, maar miste steun vanuit het middenveld. Moest al te vaak uitpakken met individuele acties en klasseflitsen, maar toonde zijn maturiteit door zijn verantwoordelijkheid niet te ontvluchten.

7 Dominic Foley (Gent, 6 punten)

Georges Leekens houdt van atletische voetballers, die knokken voor elke bal. Hij zocht begin vorig seizoen naar een toren om de lange bal van achteruit te deviëren of bij te houden voor de opkomende mensen uit het middenveld. De Ier Dominic Foley is de perfecte targetman, die bruikbare ballen aflegt maar ook assists geeft en het overgrote gewicht van de aanval op zich neemt. Onmisbare pion op het schaakbord van zijn coach en afgelopen seizoen zelf goed voor tien doelpunten.

8 Peter Van Houdt (STVV, 5 punten)

Na buitenlandse omzwervingen via Nederland (Roda JC) en Duitsland (Borussia Mönchengladbach en MSV Duisburg) kwam Peter Van Houdt weer thuis op Staaien, waar hij al van 1994 tot 1996 speelde. Keerde gelouterd en vol ervaring terug, want na een experiment als rechtsbuiten toonde de Limburger zijn echte waarde als diepste spits. Was een lastpost voor elke verdediging, scoorde vlot (in totaal tien goals) en bleek eigenlijk onmisbaar. Want na zijn geblesseerd uitvallen kon niemand zijn rol overnemen.

9 Kristof Snelders (Lierse, 4 punten)

Pocketspits, die vorige zomer transfervrij en na een mislukt seizoen de overstap maakte van FC Brussels naar Lierse. Had het aanvankelijk moeilijk om zich door te zetten, ook al door een blessure bij het begin van het seizoen, maar vertolkte toch een belangrijke rol bij de inhaalrace van zijn ploeg. Was de eerste aanjager, scoorde na Mustapha Jarju de meeste doelpunten en durfde zijn emoties (tranen van vreugde en verdriet) uitgebreid te tonen.

10 Milan Jovanovic en Patiyo Tambwe (Standard en Lokeren, elk 3 punten)

De linksvoetige spits Milan Jovanovic mag je gerust de meest onvoorspelbare speler uit de Belgische eerste klasse noemen. De Serviër ontpopte zich tot een dribbelkoning, een driftkikker, die teert op zijn overvloedige temperament en levensgevaarlijke infiltraties om de bezoekende verdedigers op het verkeerde been te zetten. Zorgde op de moeilijke momenten met zijn geniale ingevingen en doelpunten (veertien in totaal) plus assists (zes) voor vuurwerk.

Na het vertrek van Aristide Bancé hoopte voorzitter Roger Lam-brecht op de snelheid en het opportunisme van de Congolese belofte-international Patiyo Tambwe om het bestaande afwerkersprobleem te verhelpen. Ondanks het feit dat de snelheidsduivel al sinds april 2006 meetrainde op Daknam, duurde de aanpassingsperiode aan het Belgische voetbal meer dan een jaar. Pas naar het einde van de competitie toonde Tambwe zich echt goed bij schot.

door frédéric vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content