De Argentijn was de smaakmaker van paars-wit in de eerste wedstrijden van dit seizoen, maar dat was in het verleden weleens meer zo. Kan hij het dit keer tot het einde volhouden? Vijf bevoorrechte getuigen hebben er een goed oog in.

Flashback naar de stage van Anderlecht in Tegelen tijdens de voorbereiding op het lopende seizoen. Matías Suárez, meestal niet de man van grote woorden, verbaast de verzamelde pers met een sneer aan het adres van coach Ariël Jacobs. “Hij houdt niet van mijn stijl”, beweert de Argentijnse aanvaller. “In die omstandigheden is het misschien beter dat onze wegen scheiden.”

Jacobs is verrast door die uitlating van Suárez en gaat een paar dagen later met hem praten. “Ik was niet alleen verrast, maar ook ontgoocheld door zijn voorstel om de club te verlaten”, zegt de trainer van paars-wit. “Ik begreep zijn kritiek niet, want ik heb hem nooit persoonlijk geviseerd. In ons onderhoud heb ik nog eens herhaald wat ik hem de voorbije drie jaar al heb gezegd: wat ik van hem verwacht, wat hij moet doen en laten en hoe hij zich nuttig kan maken voor de ploeg. Dat is alles. Als mijn woorden voor zijn boost hebben gezorgd, zoveel te beter, maar ik zie daar geen nieuwe dingen in. Ik heb hem hetzelfde verteld als bij andere gelegenheden.”

Paul Van Himst: ‘Altijd basisspeler’

“Suárez is geen supersub meer, hij is basisspeler geworden, en dat is het vooral wat hem die boost gegeven heeft”, onderstreept clubicoon Paul Van Himst. “Gezien zijn kwaliteiten is Suárez een speler die altijd in de basis moet staan. Hij is op dit moment de beste speler op de Belgische velden. Eigenlijk had hij al veel langer moeten doorgebroken zijn, maar men is niet altijd goed met hem omgesprongen. Vaak werd hij na een goede wedstrijd alweer opgeofferd. Bij elke basisplaats of invalbeurt speelde hij met die angst en zo verloor hij veel van zijn kwaliteiten. Ik heb nooit goed begrepen waarom de technische staf hem nooit wat meer krediet gegeven heeft. Sommigen beweerden dat hij mentaal broos was, maar diezelfde mensen hebben er nooit wat aan gedaan om hem vertrouwen te geven. Integendeel, ze duwden hem nog wat dieper in de put door hem na elke mindere prestatie meteen weer naar de bank te verwijzen. Hoe kun je je in die omstandigheden nu verweren? Een jong talent kan niet elke week uitblinken. Als hij nu in de ploeg mag blijven staan zal hij dat honderdvoudig belonen, daar ben ik zeker van.”

Philippe Collin: ‘Een beetje Rensenbrink’

Die mening is ook Philippe Collin toegedaan, de secretaris-generaal van Anderlecht die drie jaar geleden de hoofdverantwoordelijke was voor de aankoop van de Argentijn. “In Argentinië krijgt elke goede voetballer meteen een bijnaam”, legt hij uit. “Voor Nicolás Frutos luidde die la garza, de reiger. Voor Lucas Biglia was dat el principito, de kleine prins. En Matías Suárez werd in Córdoba el artista genoemd, de artiest. Tijdens de drie matchen dat ik hem met zijn club Belgrano aan het werk heb gezien, liet hij inderdaad staaltjes van genialiteit bewonderen. Schitterende acties, met daartussen evenwel periodes dat je hem helemaal niet meer zag. In die zin doet hij me een beetje denken aan de jonge Robbie Rensenbrink. De Nederlander had ook klasse te over, maar in het begin van zijn carrière wisselde hij hoogtes en laagtes af. Toen hij 24 was en hij van Club Brugge naar ons kwam, kon hij nog altijd geen regelmaat in zijn spel leggen. Het was pas twee, drie jaar later dat hem dat lukte. Suárez was amper 20 toen we hem aantrokken. Het lijkt me logisch dat hij nog niet aan zijn top zit, ook al komt hij er stapje per stapje dichter bij. Eén ding staat vast: hij bezit het zeldzame vermogen om met een geniale actie een wedstrijd te beslissen. Zie maar wat hij op Lokeren deed.”

Werner Deraeve: ‘Unieke polyvalentie’

Op Daknam sloeg Suárez tien dagen geleden iedereen inderdaad met verbazing. Hij scoorde het enige doelpunt van de wedstrijd na een slalom voorbij vier tegenstanders en een knap schot voorbij doelman Barry Copa.

Werner Deraeve, verantwoordelijk voor de scouting van paars-wit in Zuid-Amerika, beoordeelt de Argentijn: “Hij is uniek in die zin dat hij de enige Anderlechtspeler is die op elke aanvallende positie kan spelen. Meestal beperkt polyvalentie zich tot twee posities, zoals Olivier Deschacht, die als linksachter of centrale verdediger kan spelen. Zo zijn er nog voorbeelden: Cheikhou Kouyaté kan als verdedigende middenvelder of centrumverdediger spelen en Mbark Boussoufa voelde zich in zijn sas op de flank of in steun van de aanval. Maar Suárez kan echt elke aanvallende positie innemen. In de 4-2-3-1 die we meestal brengen speelde hij zowel op rechts – vooral in het begin – als op links – met name na het vertrek van Bous. Op de rechterflank kon hij naar binnen kappen en schieten of centeren met zijn goede voet. Maar Mati werd ook al uitgespeeld als nummer 10 of achter een diepe spits. En bij Belgrano Córdoba heb ik hem als enige spits aan het werk gezien, een beetje zoals hij op Bursaspor speelde. Daar trekt hij zich ook prima uit de slag.

“Hij bevindt zich momenteel op een scharnierpunt in zijn ontwikkeling. Je voelt dat hij vertrouwen heeft. In het verleden denk ik dat hij geleden heeft onder de vroegtijdige uitschakelingen in de CL-voorrondes tegen BATE Borisov en Partizan Belgrado. Ik denk dat die telkens een rol speelden in zijn terugval. Kwalificatie voor de poules van de Europa League zou ook in zijn voordeel moeten spelen.”

José García: ‘Uit zijn schelp gekomen’

Inspireren Turkse clubs Matías Suárez tot grootse daden? Twee jaar geleden schitterde hij tegen Sivasspor en had hij een voet in twee van de vijf doelpunten die Anderlecht thuis scoorde. In Bursa vorige week had hij een groot aandeel in de 1-2-overwinning. Over het algemeen is Suárez altijd geïnspireerd in het begin van het seizoen en deemstert hij nadien wat weg. Kan hij zijn vormpeil dit keer langer aanhouden? Teammanager José García is er rotsvast van overtuigd.

Matí moest twee hindernissen overwinnen,” legt García uit, “zijn verlegenheid en de bevroren velden. In Argentinië had hij nooit iets anders gekend dan droge of drassige velden. Hier kwam hij terecht op velden die keihard bevroren waren. En dan spreken we nog niet van de sneeuw. In het begin had hij geen flauw idee met wat voor schoeisel hij daarop moest spelen. Hij kon zich amper rechtop houden, voelde zich ongemakkelijk en zijn prestaties leden eronder. Daarom deed hij het minder goed dan in de zomer. Maar dat zou nu niet meer mogen gebeuren, want gaandeweg heeft hij zich daaraan aangepast. Kijk maar naar zijn wedstrijd tegen Hajduk Split vorig jaar. Het was 16 december, putje winter, en Matí was de ster van het veld.

“Hij heeft ook moeten leren om voor zichzelf op te komen. In tegenstelling tot Frutos, Biglia of Nicolás Pareja, die uit de grote Argentijnse metropolen kwamen, woonde Matí tot zijn twintigste in een klein provinciestadje. Hij was minder extravert. Aanvankelijk hoorde je hem nooit in de kleedkamer. De laatste maanden is hij zelfzekerder geworden, hij spreekt een mondje Frans en neemt deel aan het clubleven. Hij heeft vertrouwen getankt en wil absoluut tonen dat Anderlecht terecht in hem gelooft. Hij is eindelijk uit zijn schelp gekomen. Ik denk niet dat het nu nog met ups en downs zal gaan.”

Marc Degryse: ‘Zelfzuchtiger worden’

Ondanks zijn behoorlijke statistieken uit het seizoensbegin (zie kader) blaast Suárez nog geregeld warm en koud binnen een en dezelfde wedstrijd. Na zijn wereldgoal tegen Lokeren had hij die wedstrijd in een beslissende plooi kunnen leggen toen hij weer voor Copa verscheen, maar zijn zwakke pass op Guillaume Gillet kon nog door de doelman onderschept worden en Anderlecht moest tot het einde bibberen. In Bursa liet hij het na om met een doelpunt de kroon op zijn werk te zetten, hoewel hij oog in oog met keeper Scott Carlsson kwam.

“Suárez kan scoren, maar hij heeft niet het instinct van een killer”, weet Marc Degryse, ex-goalgetter van paars-wit. “In Turkije had hij de bal binnen moeten trappen en op Lokeren ook. Daar toonde hij zich wat te altruïstisch of durfde hij zijn verantwoordelijkheid niet te nemen. Een echte goleador was zelf zijn kans gegaan, zeker weten. Suárez moet wat zelfzuchtiger worden en het laken meer naar zich toe trekken. Maar kan hij dat? Qua zuiver talent is hij in mijn ogen de gedoodverfde opvolger van Boussoufa, maar hij heeft bijlange nog niet dezelfde impact op zijn medespelers. Zijn statuut van basisspeler kan hem wel het nodige vertrouwen schenken om daarin te groeien. Hij is immers de enige die momenteel zeker is van zijn plaats in de aanval. Milan Jovanovic mist nog wat ritme, Dieumerci Mbokani is geblesseerd, Tom De Sutter is nooit een certitude en Jonathan Legear komt nog maar eens terug uit blessure. Fernando Canesin is beloftevol, maar moet nog wat sterker worden. Suárez heeft bovendien het voordeel dat hij op elke positie kan spelen. Ik zie hem alleen niet in de rol van targetman om verstevigde defensies te ontwrichten zoals Romelu Lukaku of Mbokani. Daarvoor mist hij wat fysieke présence. Maar als diepe spits in een systeem zoals tegen Bursaspor bevalt hij me wel. Hij kan een bal bijhouden, goed de diepte in gaan en hij zorgt voor constant gevaar. Jammer dat hij niet meer een afwerker is, maar als hij die kwaliteit ook nog zou bezitten, dan speelde hij niet meer in België.”

DOOR BRUNO GOVERS

“Hij bezit het zeldzame vermogen om met één geniale actie een wedstrijd te beslissen.” Philippe Collin”Als hij ook nog een afwerker was, dan speelde hij niet meer in België.” Marc Degryse

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content