DE BEVRIJDING VAN EEN DUITSER IN PARIJS

© BELGAIMAGE

Tot Kerstmis ging Julian Draxler gebukt onder het verwachtingspatroon dat sinds zijn zeventiende op hem drukt. Tegen Barcelona toonde hij met PSG dat hij ver van huis volwassen is geworden. Portret van een jongen die nooit echt jong is geweest.

Hij kan het gefluit van zijn vader uit elke hoek van het stadion horen, hoe groot dat ook is of hoe luid de fans ook zingen. Julian Draxler kent dat geluid sinds hij op zijn achtste voor het eerst voor 3000 man speelde, in een indoorhal in Ulm. Sindsdien is vader Draxler overtuigd dat het goed voor de zoon is wanneer Julian voor de aanvang van elke wedstrijd weet waar papa en mama ergens in het stadion zitten.

Zo stapt Julian een kwartier voor de aftrap van de eerste EK-wedstrijd van Duitsland in Rijsel na de opwarming terug naar de kleedkamer, wanneer hij ondanks het gejoel in het stadion iets hoort, het hoofd wendt en zwaait. Ja, daar zitten ze, op rij 33, naast de ouders van Mario Götze.

Bij de laatste voorbereidingswedstrijd op het EK in Gelsenkirchen tegen Hongarije wacht de hele clan-Draxler op de zoon, die nog in de kleedkamer zit. Papa gaat nog eens naar het buffet, neemt een biertje. Wanneer hij terug aan tafel komt, heeft Julians vriendin Lena een sms ontvangen. ‘Julian heeft gedoucht. Ik moet weg’, zegt ze. Om er, terwijl ze haar handtas mee grist, gauw aan toe te voegen: ‘Hij heeft nog twee koffers, die hij niet mee naar boven wil brengen.’ Even kijkt Hans-Jürgen Draxler haar aan, alsof hij het niet goed begrepen heeft. Dan wendt hij zich tot de rest van het gezelschap, en zegt op ernstige toon: ‘Onze Jule komt vanavond niet meer.’

Julian Draxler staat onder druk. Hij wil uitblinken op dat EK dat hem moet helpen een transfer af te dwingen naar een echte topclub, een met meer internationale uitstraling dan Wolfsburg. Op 26 juni, na de 3-0-zege van Duitsland tegen Slowakije, toont PSG interesse. Op 9 juli, twee dagen na de uitschakeling in de halve finale tegen Frankrijk, belt Draxler Dieter Hecking, op dat moment nog zijn trainer bij Wolfsburg. Hij benadrukt dat hij echt weg wil. Daar kan geen sprake van zijn, antwoordt de trainer. Die heeft kort daarvoor gehoord wat op de bestuursvergadering is beslist. Daar zitten vooral managers van Volkswagen en die staan er niet om bekend dat ze op een genomen besluit terugkomen. Ze hebben net beslist dat Draxler moet blijven, ook al is Wolfsburg tiende geworden en speelt het geen Europees voetbal. De speler is razend en probeert in een interview met Bild op 2 augustus een transfer te forceren door de club te beschuldigen van woordbreuk. Het helpt niet. Eén dag later bevestigt de club dat er geen sprake kan zijn van een vertrek. Draxler heeft nog een contract tot 2020 en kan daar alleen maar onderuit wanneer een geïnteresseerde club de in het contract opgenomen afkoopsom van 75 miljoen betaalt.

De fans keren zich tegen de vedette, begin december belandt hij zelfs op de bank, waarbij hij verrassend aangeeft dat hij de trainer best kan begrijpen. Tot op kerstavond het verlossende nieuws komt: PSG koopt Draxler voor 36 miljoen. Een bedrag dat tot 42 miljoen kan oplopen, bonussen inbegrepen.

VW TOEAREG

Julian Draxler is nog altijd maar 23 jaar. Piepjong, noemt zijn vader dat. Op zijn 17e debuteerde hij al in de Bundesliga en won hij met Schalke de Duitse beker. Anderhalf jaar geleden dokte Wolfsburg 36 miljoen euro voor hem, maar slechts sporadisch schitterde zijn ster in de stad van de Volkswagenfabrieken. Tijdens het voorbije EK viel de jongeman, die nog steeds geldt als een van de grootste Duitse talenten, slechts zelden op. Dat EK moest van Draxler een echte voetbalpersoonlijkheid maken, hoopte zijn omgeving vooraf.

Maar hoe word je volwassen als je nooit echt jong bent geweest?

Draxler maakt deel uit van een nieuwe generatie die leerde voetballen op een voetbalschool en niet langer op een pleintje, zoals bijvoorbeeld de vijf jaar oudere Jérôme Boateng. Daar worden jonge talenten niet alleen tot technisch perfecte machines gekneed, maar ook tot voorbeeldfiguren, die zich op en naast het veld aan de regels houden en altijd hoffelijk blijven, ook als iemand tegenover hen onvriendelijk is. Reeds als kind worden ze omgevormd tot kleine volwassenen. ‘Volhouden’, antwoordt Draxler op de vraag wat hij op de voetbalschool geleerd heeft. Wie nerveus wordt en bij wie de stoppen doorslaan, haakt af.

Zo kweek je een generatie die zich al met twintig jaar volwassen voelt, maar nog niet echt op eigen benen kan staan. Op een voetbalschool leer je namelijk niet zelfstandig te leven. De jonge talenten worden op alle vlakken bemoederd, zodat ze zich enkel op school en sport moeten concentreren. Hun was wordt gedaan, hun schoenen worden gepoetst. Om de huur van huizen, appartementen en auto’s en het onderhoud ervan bekommeren managers of clubmedewerkers zich. Draxler was nog minderjarig en dus niet eens in het bezit van een rijbewijs toen Schalke voor hem een Volkswagen Toeareg liet voorrijden. In zo’n gouden kooi is het moeilijk volwassen worden.

Om echt door te breken, wist Draxler al snel, moest hij weg bij Schalke, waar hij al sinds zijn kinderjaren voetbalde. Weg uit het veilige, beschermde nest dat hij thuis had.

Twee clubs waren geïnteresseerd: Wolfsburg en Juventus. Zijn vriendin Lena Terlau was al op zoek naar rechtstreekse vluchten tussen Düsseldorf en Turijn, om tot de vaststelling te komen dat die er (nog) niet zijn, toen zijn manager hem waarschuwde dat hij bij Juventus misschien weleens uit beeld zou kunnen geraken.

GRIESMEELPAP

Zo belandt hij in Wolfsburg. Een nieuwe stap in zijn leven, omdat hij voor het eerst alleen woont, weg van zijn ouders die het goed, maar soms ook te goed met hem meenden. Fijn vond hij het om ’s avonds niet meer in het ouderlijke huis naar bed te gaan. Heerlijk om zich eens te verslapen, wat thuis bij zijn ouders nooit kon gebeuren omdat zij hem altijd mooi op tijd wekten, uit schrik dat hij te laat op training zou zijn. Opgelucht was hij ook dat de dagelijkse discussies die zijn vader met hem voerde achter de rug waren. Gesprekken waarin elke slechte pass, elke verkeerde actie tot op het bot geanalyseerd werd, en hij tot vervelens toe te horen kreeg wat hij anders had kunnen doen. Vaak, herinnerde hij zich, zat zijn vader na een verloren wedstrijd urenlang thuis aan tafel zonder een woord te zeggen en hielp hij met zijn slechte humeur de ganse avond om zeep.

In Wolfsburg woont Julian Draxler in een veel te groot huis, met een veel te grote tuin waarin hij nooit komt omdat anders de buren hem kunnen zien. Zijn drang naar zekerheid, het feit dat hij risico’s schuwt, zit hem soms in de weg, heeft ook zijn vader al bij jeugdwedstrijden vastgesteld: ‘Bij de jeugd had Julian altijd twee verdedigende middenvelders achter zich, zodat hij alle vrijheid kreeg om creatief te zijn.’ Als prof belandde hij vaker in het centrum of op de flank, waar balverlies dodelijk kan zijn. Daardoor moet hij nog een evenwicht zoeken tussen aanvallen en verdedigen, en dat zorgt voor twijfel. Twijfel die er dan weer voor zorgt dat hij ook bij de nationale ploeg nog niet de sterkhouder is die de anderen op sleeptouw neemt.

Hoe gewetensvol hij met zijn vak omgaat, blijkt op de donderdag voor de laatste competitiewedstrijd van vorig seizoen, Wolfsburg-Stuttgart. In Trattoria Tarallo bestelt hij voor zijn gezelschap een fles Lugana, zijn lievelingswijn. Zijn vriendin vraagt of hij ook een glas meedrinkt. ‘Als het dinsdag geweest was, had ik dat gedaan, maar vandaag is het donderdag.’ Twee dagen voor een match een glas wijn drinken? Neen, dat is een te groot risico, daar waagt Julian Draxler zich niet aan.

Op het eind van vorig seizoen heeft hij het in Wolfsburg wel gezien. De stad is hem te klein geworden. In de kleine voetgangerszone loopt hij altijd dezelfde mensen tegen het lijf, in restaurant Vapiano zitten altijd dezelfde gezichten. Veel valt er verder in Wolfsburg niet te beleven. Er is een minigolf, maar die is meestal dicht op de uren dat hij wil spelen. Julian kan ook naar de bioscoop, maar de laatste filmvoorstelling is al om negen uur. Wanneer men hem vraagt wat hij leuk vindt aan Wolfsburg, zegt hij: ‘Dat het zo kort bij Berlijn ligt.’

Om zich fit te houden betaalt hij een eigen technische staf: een kine, die een paar keer per week uit Essen komt, en een kok die ontbijt, middageten en/of avondeten bereidt. Allemaal met bioproducten, natuurlijk. Voor elke maaltijd somt de kok bij Draxler aan tafel tot in de details op wat er allemaal geserveerd wordt.

Het voorgerecht van die dag? Gebakken scampi met kruidenpesto en vleestomaten, risotto met basilicum, wilde sla met een limoensausje en gepofte amarant (een kruidige plant).

Hoofdgerecht? Zalm met pompoenpuree, worteltjes, ravioli gevuld met pompoen en pastinaak, en een groentestoofpotje.

Nagerecht? Citroengebakje op een bodem van chocolade met aardbeien, mousse van yoghurt, notenpralines en bosbessenkwark.

Draxler luistert geduldig, maar al die details hoeft hij niet te weten. Het volstaat dat hij weet dat wat hij eet gezond is. Op de vraag wat hij het liefst eet, antwoordt hij spontaan: ‘Griesmeelpap.’

BOEKENKAST

Op het EK hoopt Draxler op een magisch moment waarmee een topvoetballer in één keer op het voorplan kan staan, al beseft hij dat zo’n toernooi een dubbeltje op zijn kant kan zijn. Zonder doelpunt of bepalende actie blijf je onder de radar.

Op een persconferentie voor een EK-match zit hij naast André Schürrle, zijn ploegmaat bij Wolfsburg, die het woord voert. Stiekem hoopt Draxler dat hij zelf niets moet zeggen. Hij lacht luid en hard, maar let toch op, want als hij lacht, ziet hij er jonger uit dan zijn leeftijd en zo wil hij zich niet gefotografeerd zien.

Na de persconferentie heeft hij veel gelachen en weinig gezegd. Zelf is hij opgelucht, de journalisten in de zaal zijn minder tevreden. De media vinden spelers als Draxler te glad. Weer zo’n jongen die tijdens zijn opleiding geleerd heeft dat hij, hoewel hij miljoenen verdient, bescheiden moet overkomen en aangeven dat hij niet zo’n luxebeest is. In Draxlers geval is dat ook zo. Geen dure hobby’s, geen voorliefde voor snelle bolides. Een vrouwenversierder is hij evenmin. Voor smeuïge privéverhalen moet de pers niet bij hem zijn. Zijn vriendin Lena kent hij al sinds de middelbare school. Dat vindt Julians vader fijn: een vrouw die hem al kende toen hij nog niet bekend was. In zijn boekenkast in zijn huis in Wolfsburg staan maar twee boeken: de Bijbel en het gepaste zelfhulpboek Finanzplanung für Fussballprofis.

Niet dat hij zelf zijn zaken runt. Zijn broer helpt hem als financieel adviseur en zijn ouders beheren nog altijd zijn rekeningen en zorgen voor zijn huis in Gelsenkirchen. Mama poetst, papa rijdt het gras af. Soms moppert papa Draxler nog eens wanneer hij vindt dat zijn zoon meer geld uitgeeft dan gewone mensen zouden doen. Wanneer hij zich een mooie trui koopt van 1000 euro, of 2500 euro betaalt om een feestje te organiseren. Of wanneer hij vier tv-toestellen koopt voor zijn huis in Wolfsburg: één voor elke kamer. Uitgaven die niet echt levensnoodzakelijk zijn, maar wel kleingeld voor een topvoetballer die per jaar miljoenen verdient.

PARIJS

Sinds hij alleen woont, blikt Julian Draxler milder terug op de discussies met zijn vader. Zoals die keer toen Lena de dag voor een belangrijke match ten huize Draxler was blijven slapen, hoewel de ouders zoiets not done vonden. De volgende dag speelde Draxler een barslechte eerste helft, maar herpakte zich na de rust. Waarna papa Draxler tegen Lena zei: ‘Had Jule in de tweede helft gevoetbald zoals in de eerste, had ik je de nek omgedraaid.’

Stilaan toont de jonge middenvelder dat hij op weg lijkt om eindelijk de verantwoordelijkheid te nemen die bij een toptalent hoort. Soms duurt zo’n proces lang, zoals bij Toni Kroos. Ook die leek lang zo’n eeuwig talent, tot hij bij Bayern openbloeide en een transfer kreeg naar Real. Daar is hij vandaag een van de voortrekkers die er altijd staan op de grote momenten. Zoals vorige week, toen hij in de Champions League tegen Napoli voor de zoveelste keer een topprestatie neerzette.

Een dag eerder heeft Draxler met PSG tot verbazing van heel Europa het grote Barcelona ingepakt. Parijs was meteen in de wolken. Wat altijd helpt bij een veelbesproken transfer, is een sterk debuut bij de nieuwe club. Draxler is de eerste nieuwkomer sinds Zlatan Ibrahimovic in 2012 die in zijn eerste match meteen scoort. Hij bewijst op de linkerflank een meerwaarde te zijn voor het Parijse sterrenteam. Het enige wat hij na zijn sterke start nog nodig heeft om te bewijzen dat hij ook buiten de heimat en het ouderlijke huis kan functioneren, is een knalprestatie tegen een topper.

Bijvoorbeeld een 4-0-zege tegen Barcelona.

Gevraagd wat er voor hem veranderd is de laatste maanden, zegt hij: ‘De omgeving. Ik speel nu bij een topclub met grote persoonlijkheden en mijn werkplaats is de wereldstad Parijs. Verder is er niets veranderd. Ik ben nog altijd Julian.’

DOOR RAFAEL BUSCHMANN, MARC HUJER EN GEERT FOUTRÉ – FOTO’S BELGAIMAGE

Hoe word je volwassen als je nooit echt jong bent geweest?

Julian Draxler had nog niet eens een rijbewijs toen Schalke voor hem een Volkswagen Toeareg liet voorrijden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content