Om Michael Jordan te onttronen als de Grootste Aller Tijden zal LeBron James zijn team naar nog minstens vier NBA-titels moeten leiden. Toch wordt King James op zijn 28e nu al door velen aangezien als een van de meest veelzijdige basketspelers ooit.

In de VS ging 8 juli 2010 de sportgeschiedenisboeken in als The Decision. Die dag maakte LeBron James op sportzender ESPN bekend dat “hij en zijn talenten” van Cleveland naar Miami verhuisden. Met supersterren Chris Bosh en Dwyane Wade wilde hij op South Beach een échte gooi naar zijn eerste NBA-titel doen, wat King James bij de Cavaliers niet meer voor mogelijk hield. Het werd de meest besproken én bekritiseerde transfer in de NBA-geschiedenis. Door de manier waarop (live en in primeur voor liefst 13,1 miljoen tv-kijkers) maar vooral omdat hij de Clevelandfans in zijn geboortestaat Ohio verweesd achterliet. Clubeigenaar Dan Gilbert noemde James’ vertrek een “harteloos, egoïstisch en laf verraad” en zelfs Michael Jordan en Magic Johnson omschreven zijn beslissing om met Bosh en Wade samen te smelten tot een Big Three als een gemakkelijkheidsoplossing. Toen The Chosen One elf maanden later met de Miami Heat in de NBA-finales verrassend verloor van de Dallas Mavericks (4-2) en James in het vierde quarter als een elastiek knapte onder de druk, werd hij dan ook hét mikpunt van spot bij al wie geen Heatfan was.

Twee jaar later heeft LeBron James zich aan vele, zo niet alle criticasters ontworsteld. Hen zelfs met ippon gevloerd. In twintig maanden, van november 2011 tot juni 2013, won hij met Miami twee NBA-titels, plus vier Most Valuable Playertrofeeën (regulier seizoen plus finales), én behaalde hij olympisch goud in Londen. Het gevecht met zijn sceptici heeft LBJ definitief ingewisseld voor een andere strijd: die met de geschiedenis. Afgelopen nacht, bij de start van het NBA-seizoen, was dan ook dé vraag die op de lippen van elke basketbalfan brandde: komt James weer een stapje dichter bij zijn ultieme droom, The Greatest of All Time worden? Over wie dat nog altijd is, bestaat voorlopig niet de minste discussie: Michael Jordan. Getuige daarvan de rangschikking met meervoudige MVP-winnaars die surfers van ESPN.com eerder dit jaar opstelden. Het Chicago Bullsicoon kreeg 18.147 kopstemmen. James, als tweede, 2714… Steeds meer volgers betwijfelen of de volgorde niet omgekeerd wordt wanneer LeBron (nu 28) over x aantal jaren voor de laatste keer van het parket stapt. In een internetenquête van dezelfde sportzender antwoordde vorige week al 43 procent ‘ja’ op de vraag of The King dan uitgeroepen wordt tot de allerbeste basketballer ooit.

MichaelJordan pookte de discussie enkele weken geleden zelf nog eens op: “In een een-tegen-eenduel had ik James allicht geklopt, Kobe Bryant (die andere erfgenaam van His Royal Airness, nvdr) is andere koek omdat hij al mijn bewegingen gestolen heeft.” Begin dit jaar had MJ ook al Bryant boven James verkozen omdat die al vijf NBA-titels had verzameld, tegenover (toen) slechts één voor de Heatspeler – geen onlogische keuze. Enkele maanden later mocht James echter een nieuwe diamant aan zijn kroon toevoegen, wat hem nog meer overtuigde van zijn queeste richting de allerhoogste sport van de NBA-ladder. Al beseft hij zelf ten volle dat de weg nog lang is. “I’m far from that“, zei LBJ voor de seizoenstart.

Nog betere speler

De op drie na best betaalde sportman ter wereld (LeBrons portefeuille dikte in 2012 met 43,4 miljoen euro aan, salaris plus sponsorcontracten) staat voor een cruciaal seizoen. Met een derde titel op rij zou hij zich bij Jordan en Bryant voegen als een van de weinige NBA-spelers met een three-peat op het palmares. Met dat verschil dat His Royal Airness met de Chicago Bulls een tweede drieklapper realiseerde en ook Kobe nog twee Larry O’Brientrofeeën in de prijzenkast van de LA Lakers zette.

Met een nieuwe MVP-titel – zijn vijfde – zou LeBron James zich wel al definitief naast Jordan, Wilt Chamberlain en Bill Russell, hijsen – één minder dan recordhouder Kareem-Abdul Jabbar en vier meer dan Bryant. De kans dat hij daarin slaagt is niet gering want, zo benadrukte The Chosen One onlangs: “Ik ben in élk aspect een nog betere speler dan vorig seizoen.” En dat voor iemand die in de MVP-stemming toen al 120 van de 121 eerste plaatsen wegkaapte, beschouwd wordt als de beste speler ter wereld en als een van de meest complete uit de NBA-geschiedenis.

Dát heeft James immers wel voor op Jordan en Bryant. Officieel is hij een small forward, maar in realiteit kan hij ook als point guard (spelverdeler), shooting guard, power forward én zelfs als center uit de voeten. Alsof Lionel Messi even goed zou renderen als linksachter of verdedigende middenvelder. Niet toevallig laat de speaker van de American Airlines Arena in Miami tegenwoordig de traditionele positiebenaming achterwege wanneer hij LBJ aankondigt. Hij roept alleen nog af: “Number6, LeBron James.” Of zoals Lee Jenkins, een journalist van Sports Illustrated, het omschreef: “De F van forward hoort niet bij zijn profiel te staan. Wel de E, van everything.”

Dribbelen, passen, dunken, shotten vanop korte en lange afstand, naar de korf driven, bewegingen onder de korf uitvoeren, rebounden, verdedigen, versnellen met en zonder bal: geen onderdeel van het basket waarin James niet uitblinkt. Al is ‘leren te excelleren’ allicht een betere omschrijving, want The King heeft zich tot veel meer ontwikkeld dan de eenzijdige dunkmachine die hij in Cleveland was, of de choker die in de NBA-finale van 2011 tegen Dallas bleef vastklampen aan (gemiste) halveafstandsshots. Sindsdien zag Miami Heatcoach Erik Spoelstra echter het licht. In plaats van te proberen James in een systeem te boetseren, bouwde hij een systeem rond hem. Hij laat LeBron zijn ding doen, of het nu als guard, forward of als center is.

Dat hij zo veelzijdig is al een Zwitsers zakmes heeft hij vooral te danken aan een lichaam waar zelfs Hercules jaloers op zou zijn. Al toen The Chosen One in 2003 debuteerde in de NBA, woog hij 110 kilo voor een lengte van 2m03, zonder ooit echt te hebben gefitnesst. Puur natuur dus. Pas vijf jaar later begon hij met doorgedreven work-outs, nadat hij in de voorbereiding op de Olympische Spelen gezien had hoe Kobe Bryant zich als een beest afbeulde. Een intensief trainingsregime – vier dagen per week, met sessies vol push-ups, pull-ups én fietstrainingen – resulteerde de jaren erna in minstens tien kilo extra spieren. Spieren, want het vetpercentage van James, die tijdens de play-offs ruim 3,5 liter water per dag drinkt, bedraagt nauwelijks vijf procent. De aderen lopen dan ook als miniautosnelwegen kriskras over zijn armen en kuiten.

Tel daarbij een schoenmaat 50, een spanwijdte van 2,14 meter, 23,5 centimeter grote handen, bovenop een ongelofelijk acceleratievermogen en explosiviteit, en het hoeft niet te verwonderen dat James een freak of nature genoemd wordt. Met zijn godenlijf wil hij, zo tweette hij vorig week, voor het einde van zijn carrière zelfs één American footballwedstrijd spelen. Allicht zou hij in die sport even onhoudbaar zijn als wanneer hij op een basketterrein naar de korf stormt en de bal met een oerkracht door het net ramt. Weliswaar met een iets minder spectaculaire zweefvlucht als Michael Air Jordan, want die sprong met zijn 98 kilogram verticaal 1,22 meter omhoog, terwijl James op ‘slechts’ 1,12 meter blijft steken.

Kleurrijk aanvalspalet

Toch heeft ook de tijd zijn impact op James, die op 30 december 29 jaar wordt. Zoals Jordan door een tanende explosiviteit evolueerde van een hoogvlieger tot een jump shooter, zo wordt ook The King langzaam een tikkel(tje) trager. Wegens onder meer ook een pijnlijke onderrug, die hij met massages én yoga dagelijks behandelt, laat hij de verwoestende drives en dunks steeds vaker achterwege.

Dat compenseert de artiest uit Ohio echter met een veel kleurrijker aanvalspalet. Vooral zijn afstandsschot vormde hij om van een speelgoedpistool tot een AK47. Noodzakelijk, want in James’ eerste NBA-jaren was de tactiek van veel verdedigers simpel. Verhinder tot elke prijs dat hij naar de korf snijdt en laat hem maar shotten. Want dat deed hij niet goed. Als rookie werkte LeBron slechts af aan 41,7 procent (ondanks al zijn dunks) en knalde hij amper 29 procent van zijn driepunters binnen. Te wijten aan een foute shottechniek: in een poging om Michael Jordan te imiteren, viel James te veel achterover, loste hij de bal te ver achter zijn hoofd en stak hij, zeker bij driepunters, telkens zijn rechterbeen uit, waardoor hij te veel uit balans raakte. Pas in 2008 begon LBJ aan zijn shot te sleutelen en daar maniakaal op te oefenen. Eerst vanop halve afstand, later in de zomer van 2012 van achter de driepuntlijn. Niet dat James intussen een pure schutter is, maar het uitstekende rechterbeen is verdwenen, waardoor hij meer zijn evenwicht bewaart. Hij gaat nu recht naar boven, lost de bal op zijn hoogtepunt en houdt zijn shotarm loodrecht. Met resultaat: vorig seizoen zoefden 40,6 procent van zijn driepunters binnen, een stijging van liefst 7 procent tegenover zijn carrièrepercentage.

Daarbovenop heeft James zijn shotselectie flink bijgesteld. In zijn Clevelandperiode en in zijn eerste seizoen bij Miami ondernam hij te veel pogingen vanop middellange of driepuntafstand. Pas na de verloren finale tegen Dallas in 2011 besefte The King dat zijn Zwitsers zakmes veel meer opties had. Vooral onder de korf moest hij zijn. Dus trok hij naar Houston om er met Hakeem Olajuwon, een van de beste centers ooit, vijf dagen intensief te werken aan zijn post-up moves. De hele zomer oefende James de bewegingen in en op trainingskamp in oktober verscheen hij als een andere speler. Veel meer ging hij als een power forward/center onder de basket kamperen. Getuige daarvan zijn aantal driepuntpogingen per match in het daaropvolgende seizoen 2011/12: slechts 2,4 tegenover 5,1 in zijn laatste campagne bij Cleveland.

Het bleek een cruciale zet. Dicht bij de korf profiteerde James nog meer van zijn superieure fysieke capaciteiten waardoor zijn afwerkingspercentage steeg van 51 procent (2010/11) naar 53,1 procent (2011/12) en liefst 56,5 procent vorig seizoen. De Heatspeler zette zelfs een NBA-record neer door in 21 matchen op rij meer dan 60 procent van zijn pogingen binnen te knallen, ook omdat hij intussen zijn driepuntshot had bijgeschaafd en zelfs weer meer pogingen ondernam (3,3 per match). Het maakte LeBron zogoed als oncontroleerbaar, aangezien hij ook meer gebruikmaakte van de offensieve hulp van zijn ploegmaats. Vorig seizoen kwam de helft van zijn gelukte pogingen onder de korf voort uit een assist, in 2006/07 was dat slechts een derde, de rest waren eenmansacties.

Succesrecept

Van James’ nieuwe game plan profiteerden ook de andere Heatspelers. Zij kregen meer ruimte, want als de defensie van de tegenstander zich concentreerde op LBJ, deed die een beroep op een ander wapen: vista gekoppeld aan gemillimeterde passes (7 assists per wedstrijd). Meer dan ooit moesten verdedigers kiezen tussen de pest en de cholera: James volop laten scoren of de passinglijnen afsnijden richting dodelijke sluipschutters als Ray Allen, Shane Battier en Mike Miller.

Het bleek het succesrecept voor twee opeenvolgende NBA-titels van Miami, maar het heeft de honger van James niet gestild. Vorig seizoen was hij zelfs bijzonder ontgoocheld toen hij als tweede strandde in het klassement van Defensive Player of the Year (na Marc Gasol). Ook dat onderdeel heeft The King in de loop der jaren immers geperfectioneerd. Van spelverdelers tot centers, weinig tegenstanders die hij met zijn power en sublieme voetenwerk nog niet aan de ketting heeft gelegd.

Heeft LeBron James dan geen enkel zwak punt? Jawel, en ironisch genoeg in het makkelijkste onderdeel van het basketbal: vrijworpen. Vorig seizoen werkte hij die af aan 75,3 procent, exact het NBA-gemiddelde. Niet slecht, maar wel pover voor een speler die in alle andere categorieën ruim boven average scoort. 78 à 80 procent wordt daarom James’ nieuwe, persoonlijke uitdaging voor dit seizoen. Geen mens die eraan twijfelt dat hij ook daarin zal slagen. Want was hij de voorbije zomer niet in elk aspect een nog betere speler geworden? En zei The Chosen One eind vorig seizoen niet dat hij alles kon bereiken waar hij een doel van maakt? Misschien moet Michael Jordan zich toch lichtjes ongerust beginnen te maken.

DOOR JONAS CRETEUR – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Het gevecht met zijn sceptici heeft LBJ definitief ingewisseld voor een andere strijd: die met de geschiedenis.

“De F van forward hoort niet bij zijn profiel te staan. Wel de E, van everything.” Lee Jenkins, Sports Illustrated

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content