De blauw-zwarte jaren van Akpala (KVO): een jongen die nooit opgaf

© BELGAIMAGE
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Werkloos, de voorbije maanden fit geraakt bij de beloften van Club Brugge, een onverhoopt contract bij KV Oostende getekend en woensdag bekeren tégen Club Brugge, een oude liefde. De blauw-zwarte jaren van Joseph Akpala (33).

Vier seizoenen Club Brugge, 56 goals en 20 assists in 168 matchen. Voor een spits niet meteen statistieken om over naar huis te schrijven en toch zit Joseph Akpala in de blauw-zwarte harten. Een wroeter. Nooit opgeven. Alsof No Sweat No Glory voor hem lijkt uitgedacht. Bescheiden, ook wanneer hij in de zomer van 2008 voor om en bij de drie miljoen euro naar Club (in reconversie) trekt. ‘Ik zal gewoon mijn best doen’, zegt hij in zijn eerste interview in Brugge.

Vijf jaar ervoor voetbalde hij nog bij Bendel United FC Benin City, een amateurclubje, maar het was snel gegaan. Via Bendel Insurance en de Super Eagles was hij op voorspraak van Raymond Mommens – scout bij Sporting Charleroi die jaren later naar Brugge zou verkassen – in de winter van 2006 bij de Carolo’s beland. Negentien jaar jong en een veelbelovende spits, had ook assistent-bondscoach Daniel Amokachi gezien. Maar de kennismaking met de Belgische voetbalcultuur en de strenge winter valt tegen. ‘Ik deed drie paar kousen aan tegen de koude, waardoor ik met voetbalschoenen van iemand anders speelde. Twee maten te groot.’

De energie die ik in mijn spel stop, maakt het anderen makkelijker.’ Joseph Akpala

Hij zit geregeld op de bank, scoort in zijn eerste anderhalf seizoen weinig – 7 competitiegoals – en het doet pijn wanneer supporters hem na nóg maar eens een gemiste kans uitfluiten, maar hij is ook een vechter. Gehard door zijn jeugd in Jos, in 2001 het toneel voor zware rellen tussen moslims en christenen. Duizenden doden. ‘Ik zie nog altijd de lijken liggen op straat, een paar lagen hoog… Als tiener wil je zoiets niet meemaken.’ Levenslessen. En: God kijkt mee. Hij rijdt elke zondag naar een kerkje in Waterloo, waar de mis in het Engels wordt opgedragen. De bijbel is zijn trouwste partner.

Jacky Mathijssen is ook een believer en ziet een leergierige jongen die individueel bijtraint met T2 Mario Notaro, Mommens en Thierry Siquet, die Mathijssen in de zomer van 2007 mag opvolgen. De ploeg voetbalt matig, achtste plaats, maar van de 41 goals neemt de Nigeriaanse spits er 18 voor zijn rekening. Hij wordt niet meer uitgefloten. Akpagoal versiert als topschutter van de Belgische competitie een transfer naar Club Brugge, op dat moment in handen van… Jacky Mathijssen, waar hij de opvolger van François Sterchele moet worden.

Twee kerstfeestjes

In een kleedkamer waar ego’s regeren, is hij een en al rust. Geen uiterlijk vertoon, geen blingbling rond nek of polsen, de focus ligt op het veld. En daar klikt het meteen met Wesley Sonck, zijn maatje in de spits. In zijn eerste officiële match, op bezoek bij nieuwkomer Tubeke, opent hij met twee goals zijn Brugse rekening. Detail: de twee assists komen van Philippe Clement en Ivan Leko, de laatste twee trainers van blauw-zwart.

‘We voelen elkaar goed aan. Hij luistert goed, is snel en sterk. Niet de meest technische speler, maar hij heeft andere kwaliteiten. Eerder een loper’, taxeert Sonck zijn nieuwe spitsbroeder, die zelfs na een tegenvallende seizoenstart met een glimlach door het Brugse leven glijdt. Want, weet hij: boos zijn helpt je niet. Hij legt het in dit blad uit met een Afrikaans spreekwoord, over een mannelijke geit, een dier met een heel stuurs uitzicht. ‘Dat luidt: hoe erg dat beest ook fronst, het zal toch naar de markt gebracht worden voor de verkoop.’

Graag gezien door iedereen, voor iedereen ook goed willen doen. Té goed zelfs. Wanneer hij door twee families op een kerstfeestje wordt uitgenodigd, wil hij niemand teleurstellen en aanvaardt hij beide uitnodigingen. Gevolg: bij de ene familie vertrekt hij te vroeg, bij de andere is hij – tegen zijn gewoonte in – veel te laat.

Wisselvallig

Hij scoort en laat scoren, maar de vele wedstrijden met Nigeria kruipen in de snelle benen. ‘Joseph is moe’, laat Mathijssen zich al in oktober, enkele maanden na zijn komst, ontvallen. Zes uur vliegen naar Nigeria en een vlucht van 10 uur naar Colombia, om ’s nachts om drie uur Belgische tijd een halfuurtje te voetballen… Zijn rapport is behoorlijk – 15 goals in 32 matchen -, maar toch haalt sportmanager Luc Devroe een extra aanvaller naar Brugge. Dorege Kouemaha, een Kameroense tank, verbaast iedereen: 10 goals in 13 basisplaatsen. ‘Kouemaha wordt dé spits van Club Brugge. Sterk in de duels, balvast, snel en koel in de afwerking’, analyseert Gert Verheyen.

Voor Akpala is na de winterstop slechts een bijrolletje weggelegd en sluipt ook de twijfel in het hoofd. Té goed willen doen, de aard van het beestje. Geen spits die negentig minuten in de zestien meter op die paar kansjes wacht, maar een aanvaller die zich in de eerste plaats voor de ploeg wil nuttig maken. Niet toevallig is Dirk Kuijt, de werkmier uit Katwijk die zich tot in Liverpool heeft gewroet, zijn grote voorbeeld. ‘De energie die ik in mijn spel stop, maakt het anderen makkelijker. Het team komt eerst, daarna ik.’ Nobel, maar een spits wordt op goals getaxeerd.

Na een zware knieblessure wordt ook zijn derde Brugse seizoen een afknapper, waarna het kooplustige bestuur aan een nieuwe rekruteringstocht door spitsenland begint. Björn Vleminckx is dé zomertransfer van 2011 en Akpala lijkt op weg naar Zulte Waregem, tot hij beseft dat blijven misschien geen slecht idee is. Mushaga Bakenga en Carlos Bacca komen er na de winterstop ook nog bij, maar de cijfers van de Nigeriaan kleuren het mooist: 22 goals en 7 assists. ‘Zelfs al haalt Club een vijfde spits, dan nog blijf ik het beste van mezelf geven. Ik zal blijven doen wat ik altijd gedaan heb: in mezelf geloven.’ Matej Vydra en Stefan Scepovic waren ook al de revue gepasseerd. En af geserveerd. Conclusie: Akpala is een overlever.

‘Hij wordt onderschat’, zegt Christoph Daum, onder wie de Nigeriaan zijn beste seizoen speelt. ‘Vleminckx, die leeft van het vleugelspel, komt in onze manier van voetballen niet aan zijn trekken. Hij is iemand voor de box. Daarom speelt Akpala. Die kan de bal bijhouden en de anderen laten aansluiten en meetrekken.’

Hij heeft nog een contract voor een seizoen en er is belangstelling uit Engeland (West Bromwich Albion en West Ham United) en Schotland (Celtic), maar hij zou het liefst in Brugge blijven. Alleen: een verlenging springt af op een te hoge verkoopclausule. ‘Ik was bang dat ik niet meer zou weggeraken.’ In augustus verkast hij voor anderhalf miljoen naar Werder Bremen. Zonder rancune. ‘Ik heb vier prachtige jaren in Brugge gekend. Big fun!’

56

Het aantal doelpunten dat Joseph Akpala in vier seizoenen Club Brugge scoorde. In 168 matchen tekende de Nigeriaan ook nog voor 20 assists.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content