De bouwwerken van Leonardo

© BELGAIMAGE

Wie zijn de kampioenenmakers in het topvoetbal van vandaag? In een nieuwe zomerserie ontleedt Sport/Voetbalmagazine de trainers die een garantie zijn voor succes. Leonardo Jardim verliet zijn eiland Madeira, van waar de conquistadores vertrokken om de Nieuwe Wereld te veroveren, voor zijn eigen veroveringstocht, die van een prinsdom aan de Middellandse Zee.

De hoogte ingestuwd door de goals van Radamel Falcao, gemodelleerd door de gouden linker van James Rodríguez en onder de supervisie van Eric Abidal werd de rots van het prinsdom stilaan weer een berg. AS Monaco werd door Russische investeerders overgenomen toen de club in de anonimiteit van tweede klasse verzeild was en koestert sindsdien grootse dromen als echte uitdager van het PSG van de Qatari. Claudio Ranieri zat op de trainersbank en tilde zijn ploeg in de lente van 2014 over de magische grens van de tachtig punten. PSG werd kampioen, maar Monaco leek klaar om de hegemonie aan te vechten.

Enkele weken en een beker later is alles te herdoen. Ranieri vertrekt, Real Madrid telt miljoenen neer voor James en Falcao wil de Premier League gaan ontdekken. Makelaar Jorge Mendes, goed ingeburgerd op de rots, plaatst zijn pionnetjes en maakt van Monaco een kruispunt voor de jonge talenten van zijn bedrijf Gestifute. En dus is het ook logischerwijze een Portugese coach die in de dug-out van het Stade Louis II komt te zitten. Het rijk van Leonardo Jardim begint met het wantrouwen dat meestal rond nieuwe werknemers hangt die door de vrienden van de baas een duwtje in de rug gekregen lijken te hebben.

Temeer daar de Portugese coaches in 2014 in vrije val zijn. De laatste gewonnen Champions League van José Mourinho dateert dan al van vier jaar terug en gezien de waan van de dag heerst, is men dat al vergeten na de mislukkingen van landgenoot André Villas-Boas, nochtans ‘de nieuwe Mourinho’ genoemd,bij Chelsea en bij Tottenham. Het profiel van Jardim lijkt wel een slechte copy-paste van Mou – geen noemenswaardige carrière als speler, wel een universitair cv – zonder dan de trofeeën.

Filosofie en biologie

Op zijn eerste, ambitieuze persconferentie spreekt Jardim niet alleen over zijn doelstelling om resultaten te koppelen aan jeugd en spektakel, maar heeft hij het ook over zijn trainingsmethode. ‘We gaan veel met de bal werken’, legt de Portugees uit – een complete stijlbreuk met de wat meer ouderwetse methodes van zijn voorganger. Zelfs tijdens de fysiektrainingen is de bal nooit ver weg. De stijl leidt tot tandengeknars, er wordt met de vinger gewezen naar het gebrek aan fysieke weerbaarheid wanneer Monaco na vijf speeldagen en een rampzalige start op de voorlaatste plaats staat. Maar in oktober zorgt Jardim in de kolommen van L’Equipe voor repliek na een overwinning in de extra tijd tegen Montpellier: ‘Ik heb in mijn loopbaan vaak Edgar Morin gelezen. Hij zegt dat je de zaken niet op een analytische manier kunt bekijken, maar dat je het totale plaatje moet zien. Je moet stoppen met te denken dat je verliest om deze of gene reden. Voetbal is complexer dan dat.’

Jardim praat graag en veel over Morin. Zijn spirituele ontmoeting met de Franse filosoof brengt ons door tijd en ruimte naar het eiland Madeira, midden de jaren negentig, op een moment dat Cristiano Ronaldo er nog niet de grote ster is. Jardim studeert er Lichamelijke Opvoeding en op de lijst met verplichte lectuur die een van zijn proffen hem geeft, staat Science avec conscience (Wetenschap met bewustzijn) van Edgar Morin. Het is liefde op het eerste gezicht. ‘Voetbal is een complexe aangelegenheid. Het zijn verschillende elementen die voor een dynamisch spel moeten zorgen’, legt de Portugese coach uit, die daar zijn beginselen vindt voor wat hij de ‘ecologische methode’ zal noemen. Jardim erkent het belang van Morin in Le Monde: ‘Edgar Morin heeft me geholpen om me bezig te houden met het globale plaatje en dus met de constructie van een ecologische methode.’

Hoewel Leonardo Jardim in Venezuela werd geboren – in een stad Barcelona genaamd, wat al een voorbestemming voor het voetbal lijkt in te houden – groeide hij op in Madeira, waar hij op zijn vierde aankwam met zijn familie die naar haar land terugkeerde. Het is daar, in het restaurant aan de zee dat door zijn ouders werd uitgebaat, dat hij aan zijn moeder verkondigde dat hij op een dag coach van Sporting zou worden. Leonardo is dan amper vijftien en koestert een grote bewondering voor de ploeg van Carlos Queiroz. De droom wordt 24 jaar later ook realiteit. Jardim rijpt op dat verloren eiland in het midden van de Atlantische Oceaan, waar hij ook een grote interesse in de zee vertoont, zodat hij zelfs een carrière als mariene bioloog overweegt. Alleszins nestelt het ecologische gedachtegoed zich stevig in zijn zienswijze en kleurt het reeds de eerste aanzetten van zijn methode: ‘Het veld is de natuurlijke habitat van de voetballer. De bal moet in het centrum van zijn bestaan blijven opdat hij zich kan uitleven.’

Tactische periodisering

De principes van Leonardo Jardim worden verfijnd in de auditoria, waar hij balanceert tussen zijn universitaire opleiding en zijn vorming als trainer, die hem het pad laat kruisen van Manuel Sergio, de stichter van de faculteit Menselijke Motoriek in Lissabon en de leermeester van José Mourinho. De professor is de auteur van de fameuze frase: ‘Wie alleen maar voetbal kent, kent niks van voetbal’, meermaals gebezigd door The Special One doorheen zijn carrière. ‘Ik heb aan José gezegd dat voetbal een humane wetenschap is en dat je in de eerste plaats de mens moet bestuderen’, vertelde Manuel Sergio aan So Foot. Jardim borduurt daarop voort: ‘Een trainer is de manager van een grote onderneming, die meerdere domeinen moet beheersen.’

De student Jardim raakt ook bekoord door de studies van Vitor Frade, die in Portugal wordt beschouwd als de vader van de tactische periodisering, de methode die alle componenten van de voorbereiding (fysiek, techniek, tactiek, psychologie) op het veld en rond de bal integreert. Het totaalbeeld van Morin toegepast op het voetbal in feite. Mourinho, die de tactische periodisering op het hoogste niveau heeft toegepast – want in het voetbal zijn methodes pas goed als ze prijzen winnen – vat ze samen in zijn aforisme van de pianist: ‘Een groot pianist bereidt zich niet voor door rondjes rond zijn piano te lopen en zich een aantal keer op te drukken. Om zich voor te bereiden speelt een groot pianist piano. Zo eenvoudig is dat. Van ’s ochtends tot ’s avonds en met vele kleine variaties, maar altijd speelt hij piano. De piano van een voetballer is de bal.’

‘Zelfs wanneer er op de fysiek gewerkt wordt, blijft de bal het instrument van de voetballer’, bevestigt Jardim, die al snel kiest voor de principes van Vitor Frade. ‘Ik verafschuwde de klassieke seizoensvoorbereiding wanneer de spelers hun tijd verdeden met lopen en trappen op en neer rennen. Zo realiseerde ik me dat die methode niet echt de meest efficiënte is’, legt de coach van Monaco uit wanneer hij gevraagd wordt om zijn manier van werken toe te lichten. ‘Fysieke conditie is niet het belangrijkst. Het belangrijkste is spelen. Diego Maradona of Lionel Messi zullen nooit de honderd meter of de marathon winnen.’

Hoekschoppenscriptie

Gewapend met de principes van zijn late adolescentie stapt Jardim op zijn 29e echt het voetbalmilieu binnen, vijf jaar nadat hij, op een recordleeftijd, het hoogste trainersdiploma van de UEFA heeft behaald. De universitair sluit zijn vorming af bij Funchal met een scriptie gewijd aan een analyse van de hoekschoppen op het EK’96. Hij trekt het plunje van assistent van AD Camacha uit om zelf de teugels van de ploeg in handen te nemen. We schrijven dan 2003 en zijn opgang begint. De Portugese coach profiteert van de precedenten die Mourinho in het land gecreëerd heeft, en vóór hem Carlos Queiroz: ‘Met hen is het niveau van de trainers de voorbije 25 jaar in Portugal veranderd: mensen hechten nu meer belang aan competentie.’

Jardim voelt zich als een vis in het water in een milieu waar diploma’s zwaarder doorwegen dan iemands verleden als speler en hij springt er voluit in. Hij brengt nooit meer dan twee seizoenen in dezelfde club door, tot hij in 2014 in het prinsdom arriveert. Zijn doel is duidelijk. Op zijn 32e, toen hij het eiland Madeira verliet om zijn kans te wagen op het vasteland en daarbij zijn familie achterliet, kondigde hij al aan: als hij op zijn 40e niet aan het hoofd van een topclub zou staan, dan zou hij zijn trainerscarrière beëindigen.

Op de dag van zijn 40e verjaardag staat Jardim op de trainingsvelden van La Turbie. Enkele weken eerder had hij het Sporting van zijn dromen verlaten om coach van Monaco te worden en aldus een club toe te voegen aan een palmares waarop al passages bij Braga en Olympiakos prijkten, naast kampioenstitels in de Portugese tweede klasse (met Beira Mar) en de derde klasse (met Chaves). Een fraai parcours, maar niettemin onvoldoende om te verhinderen dat hij het etiket opgekleefd krijgt van ‘stroman van Jorge Mendes’.

Wanneer de kritieken in Frankrijk dan verstommen, weerklinken ze op internationaal vlak. Na een nederlaag met het kleinste verschil tegen de mannen van Jardim kan Rudi Völler, sportief directeur van Bayer Leverkusen, zijn frustratie niet verbergen: ‘Wat Monaco doet op het veld, heeft niks met voetbal te maken.’ Terwijl het in de eigen competitie niet goed weg weet met strak georganiseerde defensies, verricht het elftal van het prinsdom wonderen wanneer het in de Champions League de bal aan de tegenstander mag laten. De kwalificatie voor de achtste finales wordt bewerkstelligd met amper vier goaltjes op de teller, tegenover één enkel tegendoelpunt (in een groep met verder ook nog Zenit en Benfica). Het etiket van ‘stroman van Mendes’ wordt vervangen door dat van ‘defensieve trainer’ en ook alle clichés over de vele Portugese immigranten in Frankrijk die in de bouw werken, worden uit de kast gehaald. Maar de muur die Jardim in de achtste finales bouwt, is te sterk voor Arsenal, dat in Londen onderuitgaat tegen een erg realistisch voetballend Monaco. In de volgende ronde gaat het wel mis tegen Juventus. De Portugees heeft Monaco alleszins op de kaart gezet en doet er een jaartje bij op de rots.

Eerst resultaten

Terwijl hij zichzelf uitroept tot Gouden Truweel – een ironische verwijzing naar zijn afwezigheid in de lijsten van genomineerden voor Trainer van het Jaar – haalt Jardim al zijn werktuigen uit de kast om de volgende zomer een elftal te bouwen. Tekenend voor de aderlating die zijn kern heeft getroffen, is het vertrek van de drie spelers die in het Emirates Stadium de weg naar het doel vonden: Dimitar Berbatov was eigenlijk al fin de carrière, maar de transfers van Geoffrey Kondogbia (naar Inter) en Yannick Carrasco (naar Atlético Madrid) brachten ettelijke miljoenen op. De exodus wordt helemaal voltooid met het vertrek van Anthony Martial naar Manchester United, helemaal op het einde van de transferperiode. Het bestuur had dat niet voorzien en Jardim zit opeens met een tekort aan offensief talent.

De Portugees, die door de beperkte kern niet het ‘kwaliteitsvolle voetbal’ weet te produceren dat hij een jaar eerder had beloofd, speelt op veilig in zijn nieuwe race naar het podium. Met zes 1-0-overwinningen en veertien draws weet AS Monaco op de valreep OGC Nice van de derde plaats te houden. De kritiek op het spel van de Monegasken is heftiger dan ooit, temeer omdat in de lijst van de topschutters de eerste speler uit het prinsdom pas opduikt voorbij de twintigste plaats. En dat is dan nog een middenvelder, want de ’trefkracht’ van Monaco komt van Bernardo Silva met zeven goals, voor Thomas Lemar en Fabinho. De beste aanvaller van ASM is Guido Carillo, met slechts vier goals op een heel seizoen. Jardim werkt graag met de sterke punten van zijn kern en de aanval is er duidelijk geen van.

‘Goed spelen, dat is gewoon een goal meer maken dan de tegenstander’, bevestigt de Portugese coach, die in januari 2016 in L’Equipe in de bres springt om de balans van zijn spelers te verdedigen. Hij voegt eraan toe dat ‘winnen op een mooie manier iets voor Barcelona is’ en dat hij ‘nog nooit een supporter heeft horen klagen als zijn club kampioen is geworden’. Het derde trapje van het podium én een overwinning tegen Villarreal (dat weliswaar in chaos verkeert na het vertrek van zijn trainer) in de play-offs naar de Champions League laten Jardim eindelijk toe om rustig van start te gaan in zijn derde seizoen. Het is ook voor het eerst dat hij ergens een derde seizoen blijft. Aan de nostalgische estheten van het voetbal van gisteren geeft hij telkens hetzelfde antwoord: ‘Veel vrienden zeggen me dat de spelers vroeger mooier voetbal speelden. Dat klopt, maar ze hadden toen meer tijd om na te denken en dus meer tijd om beter te voetballen.’

Halve finales

De Monegaskische mercato is die zomer ook rustiger verlopen. Niemand toonde veel interesse in die ploeg zonder franjes, zodat Lemar en Bernardo Silva nog een jaartje in het Stade Louis II konden blijven. De komst van Djibril Sidibé en Benjamin Mendy zorgen voor meer zuurstof op de posities van de backs, zodat Fabinho door zijn coach kan omgevormd worden tot middenvelder, terwijl de Poolse patron Kamil Glik vanuit Turijn overkomt om de defensie te leiden. Vooraan zorgen de terugkeer van Valère Germain en de heropstanding van Falcao voor de rest.

Monaco stelt zich op in een 4-2-2-2, met spelmakers op de flanken (Lemar en Silva), die voortdurend tussen de lijnen lopen om de bal op te pikken en loopruimte laten aan de flankverdedigers die onvermoeibaar mee naar voren trekken. Het systeem haalt het beste uit de kwaliteiten van de spelers en zorgt eindelijk voor het voetbal dat Jardim twee jaar eerder had beloofd tijdens zijn persconferentie op La Turbie: ‘Mijn visie op kwaliteitsvol voetbal begint bij druk zetten op de tegenstander wanneer we de bal niet hebben. Daarna, wanneer we hem wel hebben, zullen we op zoek gaan naar kwaliteit in onze passing en het benutten van de ruimte op de flanken.’

Het systeem met twee spitsen laat toe om hoog druk te zetten wanneer de tegenstander uitverdedigt. En wanneer de bal veroverd wordt, doet het genie van Bernardo Silva en Lemar de rest. Zij bedienen Falcao, die in het seizoensbegin in een dusdanige flow zit dat bijna al zijn schoten in het net eindigen. Het spektakel is compleet en schakelt nog een versnelling hoger met de ontbolstering van Kylian Mbappé, zodat Monaco tot de drievuldigheid komt die het al sinds de komst van Jardim verwacht: resultaten, spektakel en jongeren uit het opleidingscentrum. De Franse tiener leidt Monaco naar de halve finales van de Champions League en brengt de Monegaskische rots naar de top van Frankrijk, daarmee een einde stellend aan vijf jaar Parijse hegemonie. Om PSG te onttronen onderging Monaco een gedaanteverwisseling steunend op zijn offensieve talenten. Waar er in Jardims eerste seizoen amper 1,24 keer per match werd gescoord, ligt dat gemiddelde nu op 2,68. Dat spreekt natuurlijk aan.

Ontdekkingsreizigers

Leonardo Jardim is dus een interessante figuur geworden. De media volgen hem op de voet, hebben een ontmoeting geregeld met Edgar Morin en willen alles weten over zijn fameuze ecologische methode, die in zijn eerste maanden op La Turbie zo beschimpt werd. In zijn eigen land, waar hij altijd in de schaduw van zijn charismatische voorgangers heeft vertoefd, wordt hij nu gevraagd om het woord te nemen op congressen voor lokale trainers. Het is tijdens een van die evenementen dat hij de vraag kreeg waarom zijn landgenoten in de vier windstreken van Europa de dug-outs bevolken. ‘Portugese trainers zijn graag gezien in het buitenland omdat ze over voetbal kunnen praten, maar ook wegens hun uitgebreide kennis van sportgeneeskunde en psychologie’, legde Jardim uit. En passant loofde hij ook de globale wereldvisie van Morin en het onderricht van Manuel Sergio.

In Journal du Dimanche gaat de coach van Monaco nog een stapje verder om die trend van Portugese trainers te verklaren, want ook in Frankrijk is hij niet meer de enige sinds Sérgio Conceição slaagde bij Nantes: ‘Het heeft ongetwijfeld te maken met onze vertrouwdheid met migratie. Portugezen weten zich gemakkelijk aan te passen aan culturen, verschillen, omstandigheden…’

Afkomstig uit een land van ontdekkingsreizigers en al op jonge leeftijd geconfronteerd met migratie heeft Leonardo Jardim aan dat Portugese DNA een meer dan gemiddelde hang naar exploratie en nieuwigheden ontleend. Het is geen toeval dat hij altijd snel zijn koffers pakte, ook in clubs waarmee hij succesvol was. Evenmin toeval is het dat zijn enige langere verblijf zich afspeelt in Monaco, in een club waarvan de kern sinds zijn aanstelling elk jaar werd dooreengeschud.

Jardim is tuk op vernieuwing. Het werk aan zijn scriptie over corners op het EK’96 interesseerde hem heel bijzonder omdat niemand dat vóór hem al had gedaan. Toen hij als jonge twintiger jeugdploegen begon te coachen, nam hij de pols van zijn spelers door zijn vinger op een slagader te leggen op een moment dat hartslagmeters nog niet wijdverspreid waren in voetbalclubs. Zijn methodes zijn geevolueerd, met trial and error, want hij geeft zelf toe dat ‘het maanden of jaren vergt om te begrijpen wat het betekent om een ploeg te leiden’ en dat een confrontatie met de werkelijkheid van kapitaal belang is in zijn methode: ‘Wij zijn mensen van het veld, geen theoretici.’

Het voetbal van Leonardo Jardim is even moeilijk te definiëren als zijn complexe 4-4-2, die bij balbezit allerlei vormen kan aannemen in functie van de profielen die hij heeft opgesteld. Zijn methode daarentegen is glashelder. Ondanks de resultaten, die hem de wind in de rug geven, loopt Jardim niet te pronken. Hij beperkt zich eenvoudig tot: ‘Het is gewoon mijn methode. Die is daarom niet beter dan andere, het is gewoon de mijne.’ De coach van ASM beseft dat ondanks jaren van studie voetbal geen exacte wetenschap is. Het bewijs daarvan in één zin: ‘Iemand die echt van voetbal houdt, heeft geen zekerheden. Hij heeft meningen, maar hij weet heel goed dat alles snel kan veranderen.’

DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik verafschuwde de klassieke seizoensvoorbereiding wanneer de spelers hun tijd verdeden met lopen en trappen op en neer rennen.’ Leonardo Jardim

‘Fysieke conditie is niet het belangrijkst. Het belangrijkste is spelen. Maradona of Messi zullen nooit de 100 meter of de marathon winnen.’ Leonardo Jardim

‘Veel vrienden zeggen me dat de spelers vroeger mooier voetbal speelden. Dat klopt, maar ze hadden toen meer tijd om na te denken en dus meer tijd om beter te voetballen.’ Leonardo Jardim

Jardim heeft aan het Portugese DNA van de ontdekkingsreizigers een hang naar exploratie en nieuwigheden ontleend.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content