De oudste liet op de luchthaven van Zaventem een bom ontploffen, de jongste reist naar de Spelen in Rio. Het verhaal van twee broers die elkaar al lang uit het oog verloren zijn.

Hij stond in het labo van zijn hogeschool een schroef vast te draaien aan een kraan van plastic onderdelen toen een medestudent hem zijn smartphone toonde. ‘Lees dit eens.’ Op het schermpje verscheen een nieuwsbericht: ‘Explosie op de luchthaven Brussel- Zaventem’. Het was de ochtend van 22 maart, grijze hemel, zeven graden.

De luchthaven ligt op slechts enkele kilometers van de Haute Ecole, de hogeschool voor economie en techniek waar Mourad Laachraoui elektromechanica studeert. Nog meer studenten die met hem cursus volgen, halen hun smartphone boven. Nieuwsflash: doden bij een explosie. Nieuwsflash: de autoriteiten gaan uit van een aanslag.

Mourad wou nadien nog naar de training gaan. Het was al tegen de middag toen het volgende nieuwsbericht opdook: een van de vier daders werd naar verluidt al geïdentificeerd. Het zou gaan om een 24-jarige man. Mourad leest zijn naam: Najim Laachraoui. Op dat moment volgt er nog een ontploffing. In Mourads hoofd.

Aanvankelijk zegt hij niks tegen zijn medestudenten. Maar die hebben het nieuws ook vernomen. ‘Hei, Mourad’, roept er eentje in het labo, ‘die heet hetzelfde als jij, is het soms je neef?’ Het is bedoeld als grap.

SPIJKERBOM

Mourad Laachraoui vertelt het allemaal op een zonnige meidag in een Brussels restaurant, twee maanden na de aanslag waarbij 35 mensen het leven lieten en 300 gewonden vielen. Mourad draagt een grijze sweater over een wit hemd. Zijn zwarte haren zijn kort aan de zijkant en boven op zijn hoofd langer en dik. Wie hem de hand schudt, kan niet anders dan het grote litteken op de rug van zijn hand opmerken. Hij doet aan taekwondo en is lid van de Belgische nationale ploeg. Een paar jaar geleden brak hij tijdens een kamp een middenhandsbeentje. ‘Ik merkte het pas na het gevecht’, zegt Mourad, ‘omdat mijn handschoen vol bloed was.’

Het heeft meerdere weken geduurd voor hij instemde met dit interview. We hebben afgesproken dat hij het gesprek kan beëindigen wanneer hij wil, maar hij antwoordt op alle vragen. Wanneer het om zijn grote broer gaat, om Najim Laachraoui, breekt zijn stem en begint hij op zijn vingernagels te bijten. ‘We hebben het heel moeilijk gehad de voorbije weken, mijn twee jongere broers, mijn ouders en ik. Als er vroeger iets slechts in mijn leven gebeurde, dan kon ik me daar snel overzetten, het snel vergeten. Maar dit is wat anders. Het was voor mij onvoorstelbaar dat mijn broer zoiets heeft gedaan.’ Mourad pauzeert even, herpakt zich dan. ‘Men heeft ons aangeraden om onze naam te veranderen. Maar dat is ook geen oplossing. Het is mijn naam, de naam van mijn vader.’

Het verhaal van Mourad en Najim Laachraoui is dat van twee broers die elkaar al lang uit het oog verloren hebben. De ene komt voor België uit in taekwondowedstrijden. De andere liet op 22 maart in opdracht van Islamitische Staat een spijkerbom ontploffen in Zaventem.

Hoe is het zover kunnen komen? Waarom heeft hij niks gemerkt? Die vragen moest de 21-jarige Mourad Laachraoui al twee dagen na de aanslagen beantwoorden. Omdat hij een bekende sporter is, moest hij een persconferentie geven. Maar hij had geen antwoorden, geen verklaring, geen woorden. ‘Ik had nog niet de tijd gehad om alles te kunnen bevatten. Maar ik had geen keuze, ik moest dat doen, ik moest de vragen aanhoren.’

Zullen die vragen ooit stoppen?

Twee uur na het interview in het restaurant traint Mourad in een turnzaal in het zuiden van Brussel. Uit de boxen schalt dancehall en hiphop, en er hangt een zweetgeur in de lucht. Hij vecht tegen een collega van de nationale ploeg. In taekwondo tellen alleen treffers op het bovenlichaam en het hoofd van de tegenstander. Bij elke aanval die hij uitvoert, kreunt Mourad als een tennisser. Tegen een klimrek aan de muur naast de mat leunt Leonardo Gambluch. Hij roept: ‘Hou jullie handen hoger, jongens!’ Gambluch, 42 jaar, rond gezicht en een stoppelbaard, is afkomstig uit Argentinië. Hij is Mourads coach, maar sinds maart is hij eigenlijk nog veel meer: beschermer, psycholoog en woordvoerder. Na de aanslagen heeft hij twee dingen tegen Mourad gezegd, zo vertelt hij. Ten eerste: ‘Niemand kiest zijn eigen broer.’ Ten tweede: ‘Je moet zo snel mogelijk weer komen trainen.’

Vijf dagen na de bommen staat Mourad in de trainingszaal voor een levensgrote gummipop. Taekwondobeoefenaars oefenen met zulke poppen, Mourad en zijn maats noemen hem ‘Bob’. Die dag krijgt Bob het zwaar te verduren. Mourad gaat er twee uur lang op los. Hoekslagen, elleboogstoten, sprongschoppen… ‘Hij ranselde als een wildeman de woede uit zijn lijf’, zegt coach Gambluch. ‘Nadien was hij rustig, het had hem goed gedaan.’

SPORT ALS LEERSCHOOL

Mourad en Najim Laachraoui groeien samen op in de Brusselse deelgemeente Schaarbeek. Hun vader, die uit Marokko afkomstig is, houdt van de films met Bruce Lee en Jackie Chan. Omdat hij niet wil dat zijn zonen op straat rondhangen, stuurt hij hen naar de taekwondoclub. ‘De sport was een leerschool voor mij’, zegt Mourad. ‘Altijd stipt zijn, de regels respecteren, dat is een deel van mijn leven geworden.’

Het gaat er bij taekwondo niet alleen om dat je je tegenstander verslaat. De sport eist van haar beoefenaars dat ze bepaalde waarden onderschrijven, zoals integriteit en rechtvaardigheid. Taekwondo is een levensschool. Voor Mourad werkte dat, voor Najim niet.

Op zijn veertiende begon Mourad aan wedstrijden deel te nemen. Najim was op dat ogenblik achttien en zei de sport vaarwel. Hij liet een baard groeien en gaf vrouwen geen hand meer. Hij ging vaak naar de moskee Ettaouba in Evere, waar hij radicaliseerde. Zo staat het in een vonnis van de 90e kamer van de strafrechtbank in Brussel, dat in mei werd geveld tegen dertig jihadisten. Najims zaak draagt het nummer 03521.

‘Hij las boeken over de actuele politiek’, zegt Mourad, ‘maar ook boeken van Victor Hugo. We zagen elkaar niet veel, omdat ik dikwijls aan het trainen was. Maar als we allebei thuis waren, lachten we wat af. Hij was helemaal niet ongelukkig. Hij leefde goed en had geen problemen.’

SYRISCH TELEFOONNUMMER

Najim schreef zich in 2011 in aan de universiteit. Hij koos elektromechanica, dezelfde richting als Mourad nu. Najim kluste als schoonmaker voor het Europees parlement, nadien kreeg hij een job als tijdelijke arbeidskracht op de startbaan van de luchthaven – daar waar hij jaren later de aanslag zou plegen. Hij had contact met een Marokkaan die in Molenbeek jongeren ronselde voor de jihad. Op 17 februari 2013 nam Najim het vliegtuig naar Antalya in Turkije. Een dag later belde hij zijn ouders, met een Syrisch nummer. Twee weken later stapte zijn vader naar de politie. Hij ging melden dat zijn zoon naar Syrië was vertrokken.

Daar sloot Najim zich aan bij een islamistische groepering. Hij woonde ten noorden van Aleppo en vocht voor IS aan het front. Later werd hij bevorderd en kreeg hij het toezicht over gijzelaars. Hij bewaakte journalisten die door de terroristen gevangengenomen waren. Najim was minder brutaal dan de andere bewakers, getuigden enkele gijzelaars later, maar ook hij ‘zou geen seconde geaarzeld hebben iemand te executeren als men hem dat had bevolen’.

Eén keer schreef Najim in Syrië iets op Twitter: ‘Moslims leven in een situatie van totale oorlog.’ De Belgische justitie vaardigde een aanhoudingsbevel tegen hem uit. In maart 2014 werd hij internationaal gezocht.

Mourad zegt: ‘We waren doodongerust over hem.’ Hij heeft geprobeerd om zijn broer te contacteren. Op Facebook kon hij hem niet meer vinden. Af en toe liet Najim nog iets weten aan zijn vader, maar hij belde altijd met een ander telefoonnummer.

GOUDEN MEDAILLE

In 2015 keerde Najim naar België terug. Met een opdracht. Hij moest namens IS zo veel mogelijk mensen ombrengen. Hij huurde een huis in het dorp Auvelais, dat een basis werd voor een terreurcel die Europa zou doen beven. Najim maakte deel uit van de groep die in de herfst van 2015 de aanslagen in Parijs pleegde. Hij had zich in Syrië laten opleiden tot een expert in springstoffen. Zijn DNA werd gevonden op de bommen die op 13 november bij de aanslagen in Parijs tot ontploffing werden gebracht. Eén in de buurt van het Stade de France, de andere in de concertzaal Bataclan.

Wonen deed Najim gewoon weer in Brussel. In een huis in Schaarbeek maakte hij de bommen voor de aanslagen van 22 maart. Die woning ligt op amper 400 meter van Mourads hogeschool.

Mourad zegt dat hij zijn broer voor het laatst heeft gezien in 2013. Dat hij opnieuw in Brussel woonde? ‘Dat wist ik niet. Tot de aanslag wisten we trouwens helemaal van niks.’

Zijn eigen broer woont in dezelfde wijk zonder dat hij daar weet van heeft, zonder dat ze elkaar tegen het lijf lopen? Mourad vecht tegen de tranen. Hij zegt: ‘Zelfs wanneer men elkaar zou tegenkomen, weet men toch niet wat de ander van plan is.’

Terwijl Najim de aanslagen plant, reist Mourad de wereld rond, van het ene toernooi naar het andere, naar Rusland, de Verenigde Arabische Emiraten en Zuid-Korea. In Reno wint hij de US Open, op Facebook post hij een foto van zijn gouden medaille en hij schrijft daarbij: ‘Het was super, maar volgende week in Montréal zal ik nog beter zijn. Insjallah!’

MOORDENDE BROEDERPAREN

Dan wordt het 22 maart. Kort voor acht uur komt Najim Laachraoui met zijn kompanen Ibrahim El Bakraoui en Mohamed Abrini op de luchthaven aan. De koffers met de bommen duwen ze op een trolley voor zich uit. El Bakraoui laat zijn bom als eerste ontploffen. Najim probeerde tussen de vluchtende mensen te lopen, maar daarbij viel zijn koffer van de trolley en explodeerde eerder dan hij gepland had. Dat blijkt uit getuigenverslagen en beelden van de bewakingscamera’s. Abrini, de derde medeplichtige, vluchtte en liet zijn koffer achter.

Enkele minuten daarna blaast hun kompaan Khalid El Bakraoui zich op in een metrostel bij de halte Maalbeek.

Het zijn dikwijls broers die islamistische aanslagen plegen. Wail en Walid el-Shehri kaapten op 11 september 2001 een vliegtuig bij de aanslagen op het World Trade Center. Tamerlan en Dzjochar Tsarnajev lieten springtuigen achter bij de marathon van Boston, Saïd en Chérif Kouachi bestormden in januari 2015 de redactie van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo in Parijs. Allemaal broederparen, verenigd door hun bloedband en hun haat jegens het Westen. De meeste nieuwe strijders rekruteert IS in de familie en vriendenkring van jihadisten.

Dat is voor Mourad een probleem. Hij moet niet alleen aanvaarden dat zijn broer een monster geworden is, hij moet ook aan de wereld bewijzen dat hij er zelf géén is. Sinds vier maanden legt hij aan de mensen uit dat hij niet gevaarlijk is, dat hij geen haat in zich draagt. En hij weet dat hij dat de rest van zijn leven zal moeten doen.

ANGST VOOR WRAAK

In de weken na de aanslag liepen sommige studenten van Mourads faculteit in een boog om hem heen. Niemand schold hem uit, maar hij voelde de priemende blikken en het gefluister. De politie stuurde een e-mail naar zijn docenten. Let erop dat Mourad niet wordt lastiggevallen.

Op training, zegt Mourad, zijn de bommen nooit een thema geweest. Ze sloten hem allemaal in de armen ‘zoals een familie’. De sport is voor Mourad een veilige plek. Leonardo Gambluch, zijn trainer, voerde lange gesprekken met hem. ‘Ik vertelde aan Mourad dat het zijn schuld niet was. Dat hij niet degene was met de bom. Integendeel, zei ik hem, jij bent een van de beste atleten van dit land, jij bent een voorbeeld voor de gemeenschap.’ Mourad knoopte dat goed in zijn oren. ‘Het is een intelligente jongen, hij luistert goed.’

Gambluch is een coach bij wie het om meer gaat dan winnen. Wanneer hij met Mourad naar wedstrijden overal ter wereld reist, let hij erop dat ze niet alleen maar de sporthallen zien. In Alexandrië bezochten ze de beroemde bibliotheek, in Luxor de tempel, in Mexico de piramide van Teotihuacán. En dan praatten ze daarover.

Na de aanslagen las Gambluch in artikels en commentaarstukken dat velen Mourads familie mee verantwoordelijk hielden voor Najims misdaad. Gambluch vreesde dat iemand die een verwant verloren had, wraak zou nemen op Mourad. Hij regelde het dat Mourad per auto naar de training gebracht werd door de vader van een teamgenoot. Met het openbaar vervoer liet hij zijn poulain niet meer rijden. ‘We moesten hem beschermen’, zegt Gambluch, ‘en hij zichzelf.’

Mourad opende een nieuwe Facebookpagina, zonder privébeelden, alleen nog met foto’s van trainingen en wedstrijden. Onlangs schreef hij: ‘Taekwondo heeft mij geleerd om andere mensen te respecteren.’ Daarbij postte hij een foto waarbij hij na een gevecht zijn tegenstander omhelst.

Het is zijn manier om zich van zijn broer te distantiëren, zonder hem te verwensen.

Het valt Mourad zwaar om door Brussel te lopen. Op straathoeken, perrons en in winkelcentra patrouilleren soldaten met machinegeweren en hij weet dat zijn broer daarvoor verantwoordelijk is. Wanneer Mourad op de luchthaven komt, om naar een toernooi af te reizen, besluipt hem ‘een vreemd gevoel’, zegt hij. Sommige delen zijn afgesloten, overal staan hekken en zwarte panelen onttrekken bepaalde plaatsen aan het zicht. Wanden uit multiplex scheiden de plek van de aanslag af van de rest van het gebouw. Mourad probeert altijd zo snel mogelijk naar zijn vertrekgate te gaan.

EUROPEES KAMPIOEN

Het is half mei wanneer hij naar het EK in Montreux reist. Ongeveer 400 sporters uit 47 landen nemen er deel. Mourad ziet er bleek uit, hij heeft de voorbije dagen amper wat gegeten, zodat hij in zijn gewichtsklasse kan aantreden. Hij is 1,80 meter groot en moet zich uithongeren tot hij minder dan 54 kilo weegt.

Het is Mourads eerste kamp na de aanslagen, op zijn wedstrijdtenue kleeft een Belgisch vlaggetje. Hij vecht tegen een Moldaviër. Een taekwondokamp telt drie ronden, tijdens de onderbreking krijgt Mourad van zijn coach een zak ijs in de nek geduwd. Hij wint met 4-3, bijt achteraf in een energiereep. Mourad is in vorm, hij wint ook de volgende kampen en ’s avonds staat hij in de finale. Acht weken na de bommen.

Heeft hij ondertussen een verklaring voor de daden van zijn broer?

‘Ik heb er veel over nagedacht, maar dat heeft tot niet veel geleid’, zegt Mourad Laachraoui. ‘Ik weet niet wat er gebeurd is, en ik zal het ook nooit weten.’

Op de tribune van de sporthal in Montreux roepen de fans ‘Belgium hey! Belgium hey!’ Mourad zet de rode helm op zijn hoofd, zijn tegenstander in de finale is een Spanjaard. In de eerste twee rondes tasten beiden elkaar af, ze sluipen rond elkaar als twee tijgers. Nauwelijks aanvallen, geen punten. In de derde ronde probeert de Spanjaard een trap uit de draai, maar Mourad ontwijkt. ‘Val aan!’, roept Gambluch naast de mat. Een trap, Mourad raakt de Spanjaard met zijn voet aan het hoofd. 3-0. Nog dertig seconden, Mourad lukt een tweede treffer op het hoofd, de Spanjaard wankelt. De tijd tikt weg, vier seconden nog, Mourad loopt rond, weg van de Spanjaard, tot de tijd is volgemaakt.

6-3, het is Mourad gelukt, hij is Europees kampioen!

Hij schreeuwt het uit, vliegt Gambluch om de hals. Tranen rollen over de wangen van de trainer. Er valt een grote last van hen af.

Bij de ceremonie sluit Mourad Laachraoui de ogen tijdens het Belgisch volkslied. Hij toont zijn gouden medaille aan de camera’s, deelt handtekeningen uit en geeft interviews. De zege draagt hij op aan zijn familie.

VERDRIET

Mourad zal erbij zijn in Rio, ook al zal hij niet aan de Spelen deelnemen. Bij het taekwondo staan er slechts vier gewichtscategorieën op het olympische programma. Die van Mourad is daar niet bij. Hij maakt wel als sparringpartner deel uit van het Belgische team.

Mourad vertelt dat hij zich in de voorbije maanden vaak heeft afgevraagd of hij om Najim mag huilen, om een mens die anderen zo veel leed heeft aangedaan maar ondanks alles zijn broer blijft. Mourad aarzelt even en zegt dan: ‘Ja, ik heb gerouwd en het verdriet is nog niet voorbij.’

Is hij woedend op Najim?

‘Neen. Het is verschrikkelijk wat hij gedaan heeft, maar ik ben vooral woedend op degenen die hem zover gebracht hebben.’

Mist hij Najim?

‘Ik mis hem als mijn broer, niet als degene die zoiets gedaan heeft.’

Mourad heeft besloten om zijn broer lief te hebben en tegelijk de moordenaar te verachten. Hij weet niet of dat zal lukken.

DOOR LUKAS EBERLE – FOTO’S BELGAIMAGE

Twee broers. De ene komt voor België uit in taekwondo. De andere liet op 22 maart in opdracht van IS een bom ontploffen in Zaventem.

Mourad heeft besloten zijn broer lief te hebben en tegelijk de moordenaar te verachten. Hij weet niet of dat zal lukken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content