Club Brugge telt met Victor en Mendoza wel twee Zuid-Amerikanen in de kern, maar geen enkele Afrikaan. Veel zijn het er ook in het verleden nooit geweest. Een paar Kongolezen in de de tijd van De Klokke nog, zoals haast iedere club toen. Later Mamadou, Colly, Amokachi, Addo, Lembi, Fadiga, Sillah, Sani. “Doelbewust is dat niet”, zegt secretaris Jacques De Nolf. “Het hangt een beetje af van wat de managers waar je mee werkt je aanbieden. Amokachi kwam via Fernand Goyvaerts, Lembi van Lokeren, Addo via een privé-persoon, zoals de meeste zwarten die hier speelden. Het minste dat je kunt zeggen, is dat wij niet systematisch naar het zwarte continent zijn gegaan. We zijn veel- eer de Joegoslavische toer opgegaan. Op dat vlak zijn wij de meest Belgische ploeg. Nog altijd trouwens zijn wij de club met de meeste Belgische spelers. Het is onze cultuur, inderdaad. Wij kochten altijd al spelers in dezelfde stijl, een beetje de stijl van het huis : d’erop en d’erover, veel inzet. En wat we in België konden krijgen, gingen we niet elders zoeken.”

Discipline hangt van het individu af, stelt De Nolf vast. “Al zijn het twee Zuid-Amerikanen : Victor is anders dan Mendoza, heb ik de indruk. Onder Joegoslaven heb je even goed punctuele jongens, zoals Lesnjak, als sloddervossen. Het enige wat je van Afrikanen kon zeggen, is dat zij die van een land kwamen waar er een Engelse kolonisatie was geweest, doorgaans een betere discipline hadden dan zij die afkomstig waren van een land dat onder Frans regime was geweest.”

Wordt het anders met Marc Degryse, die het graag over techniek en creativiteit heeft ? Staan er Afrikanen op het lijstje van de sportleider ? Is dát niet zijn invalshoek en het accent dat hij zal leggen ? “Niet speciaal”, antwoordt Degryse. “Ik denk ook niet dat je als algemene regel kunt stellen dat alle Afrikanen technische en creatieve voetballers zijn. Ik zie er ook veel die beperkt zijn. Veralgemenen vind ik moeilijk. Een creatieve speler is dus niet direct iets wat ik in Afrika ga zoeken. Overigens, in januari zei ik dat we een beetje creativiteit misten, maar misschien komen er momenten dat we iets anders nodig hebben. Het is altijd een voordeel als je als speler creatief bent, maar er komt in voetbal veel meer bij kijken. Een opvallende vaststelling vind ik wel dat ze van nature wat sterker gebouwd zijn. Ook bij de Belgen met Afrikaanse roots zie je dat. Er zitten interessante spelers bij Beveren, maar ik plak daar nog geen namen op. We zien wel of we op een dag een bepaald type nodig hebben, en of dat daar of elders aanwezig is. Momenteel is het niet aan de orde. Onze situatie is gekend : wij zijn klaar, er zal niet veel gebeuren.”

Degryse vindt het een goede zaak dat Afrikaanse spelers vroeger naar hier komen, “om zich aan te passen aan Europa en de trainingsmethoden. Laat je ze pas komen als ze al in de twintig zijn, dan is het heel moeilijk om ze nog helemaal naar de Europese normen te laten voetballen. Wat Beveren doet, vind ik zeker geen mensenhandel. Dat is een heel negatief woord dat alleen maar van toepassing is als je mensen misbruikt, onderdrukt en weet-ik-veel-wat. In Beveren krijgen ze juist kansen, denk ik, om te tonen wat ze in zich hebben en een carrière uit te bouwen. Of de eigen jeugd erdoor benadeeld wordt, kan ik moeilijk beoordelen. De vraag die moet worden gesteld, is : zijn ze er klaar voor en zullen ze het niveau halen van die Afrikaanse jongeren ? Bovendien : Beveren zit in de bekerfinale en voor hetzelfde geld spelen ze binnen vijf jaar voor de titel. Dan kan je toch moeilijk zeggen dat er niet goed gewerkt wordt ?”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content