Vanaf deze week zit Marijo Cvrtak in Bochum in de beklaagdenbank. Cvrtak is de man die destijds de Belgische tweedeklasser UR Namen meesleurde in Europa’s grootste gok- en omkoopschandaal. Spektakel verzekerd.

Het grootste gok- en omkoopschandaal ooit in het Europese voetbal. Zo omschreven het parket van Bochum en de UEFA het zelf toen ze op vrijdag 20 november 2009 de internationale pers samenriepen. Bij een tweehonderdtal wedstrijden in negen landen – Duitsland, Oostenrijk, Bosnië, Hongarije, Slovenië, Kroatië, Turkije, Zwitserland en België – bestonden vermoedens van omkoping. Talloze huiszoekingen waren verricht en zeventien mensen aangehouden, waarvan vijftien in Duitsland. Alles wees erop dat zij deel uitmaakten van een crimineel netwerk aangevoerd door een oude bekende, Ante Sapina. De vanuit het Berlijnse Café King opererende Kroaat was eerder de spilfiguur in het Duitse gokschandaal uit 2005, met ook scheidsrechter Robert Hoyzer in een hoofdrol. Zowel Hoyzer als Sapina verdween toen achter de tralies.

De Duitse politie kwam het nieuwe voetbalschandaal toevallig op het spoor via een telefoontap begin 2009 in het drugs- en prostitutiemilieu. In de afgeluisterde gesprekken was sprake van vervalste wedstrijden en weddenschappen. Elf maanden lang werd in het grootste geheim aan het onderzoek gewerkt. Getuigenissen werden verzameld, verdachten verhoord, woningen doorzocht, rekeningen tegen het licht gehouden, tekstberichten ontleed. Van zo’n driehonderd personen werd de handel en wandel nagegaan.

Doelwit van het oorspronkelijke onderzoek was Deniz C., een dertigjarige Duitser van Turkse origine die gokkantoren, speelhallen en bordelen runde in het Ruhrgebied. Bij het gerecht was hij geen onbekende. Jaren geleden stond hij terecht voor poging tot doodslag, maar kwam er met een veroordeling voor slagen en verwondingen van af.

In de Duitse media werd C. van meet af aan omschreven als uiterst gewelddadig. Eén verhaal keerde steeds weer. In mei 2008 zou hij met twee mannen hebben afgesproken voor een partijtje backgammon in een hotel in Nürnberg. De ene een vriend, de andere een boekhouder. Wat die laatste niet wist, was dat er met de dobbelstenen was geprutst. Op het eind van de avond keek de nietsvermoedende man tegen een schuld van 150.000 euro aan. Toen hij die enkele weken later nog niet helemaal had afgelost, werd hij door C. ontvoerd, in een kelder opgesloten en vier dagen lang mishandeld. C. – die de feiten ontkent – riskeert een celstraf van vijf jaar. Zijn vriend in de hotelkamer was Marijo Cvrtak.

Ieder voor zich

Sinds deze week zitten Ante Sapina, Deniz C. en Marijo Cvrtak, samen met drie anderen, in de beklaagdenbank in Bochum. De zes verblijven sinds november 2009 in de cel. Justitie verdenkt hen ervan de kopstukken te zijn van een netwerk dat wedstrijden vervalste in diverse Europese competities. De aanklacht bevat 47 duels. Om het gewenste resultaat te bekomen, zou in totaal voor 550.000 euro smeergeld zijn betaald aan spelers en scheidsrechters. Vervolgens zou er voor meer dan 3,5 miljoen euro op die wedstrijden zijn gegokt. Geschatte winst voor de bende: een slordige 2,8 miljoen euro.

Sapina en Cvrtak maakten maandag niet voor het eerst hun opwachting in de rechtszaal. Eerder werden zij als getuigen opgeroepen in het eerste proces in dit schandaal. Dat ging van start op 6 oktober 2010, bijna een jaar na de beruchte persconferentie, en is nog steeds niet afgelopen. Vier mannen staan terecht: Nürettin Günay, Tuna Akbulut, Kristian Sprecakovic en Stevan R. Hen wordt betrokkenheid bij manipulatie van 32 wedstrijden ten laste gelegd. Günay, Akbulut en Sprecakovic kwamen tijdens het proces op borgtocht vrij.

Vijf procesdagen had het Bochumse gerecht uitgetrokken voor deze eerste zaak. Het werden er uiteindelijk twintig. Onder meer door vertragingsmanoeuvres van de advocaten, maar ook omdat de zaak almaar uitdijde door nieuwe verklaringen. Vooral van Nürettin Günay, een 35-jarige Turk uit Nürnberg die al snel besloot voluit mee te werken met het gerecht en het statuut van kroongetuige kreeg. Hij zou tijdens de ondervragingen vóór het proces al hebben getuigd over 158 gefixte wedstrijden en daarmee onder meer aan de basis hebben gelegen van zeventig arrestaties in Turkije.

Günay was niet mals voor zijn medebeklaagden, die hij ervan beschuldigde hem te hebben bedrogen. Tot de dag van zijn aanhouding baatte hij zes wedkantoren uit die hem naar eigen zeggen een maandelijks inkomen variërend van 5000 tot 10.000 euro opleverden. Toch bouwde hij geen vermogen op. “Ik heb alles verspeeld”, zei hij. Van de vier wordt aangenomen dat ze contacten legden met de spelers en als geldkoerier optraden. Het gerecht beschouwt hen niet als kopstukken. Sapina heeft altijd staande gehouden dat die er ook niet zijn. Er was geen netwerk waarvan hij het brein was, beweerde hij tijdens het proces: het was ieder voor zich.

Ook Tuna Akbulut, een Turk uit Mönchengladbach, werkte mee met het gerecht in de hoop op strafvermindering. Stevan R. plooide iets moeilijker. Hij gaf pas na ruim twee maanden tegenover de rechters toe mee wedstrijden te hebben gemanipuleerd. Kristian Sprecakovic houdt de lippen tot op vandaag stijf op elkaar. Deze 32-jarige ex-profvoetballer is niet aan zijn proefstuk toe. Zijn naam viel ook in 2007 in Frankfurt in het proces tegen de Maleisische match fixerWilliam Bee Wah Lim. Sprecakovic werd toen veroordeeld tot een boete van 8400 euro omdat hij een ploegmaat had benaderd om een wedstrijd te vervalsen.

In de broek van schrik

Wat heeft het eerste Bochumse proces ons tot dusver geleerd? Dat de gokmaffia zijn aandacht vooral richt naar de lagere afdelingen. “De Bundesliga is zuiver,” zei Paul Rooij daarover in het Duitse weekblad Stern, “maar daaronder, waar de lonen lager zijn en er niet altijd correct wordt betaald, gaat het makkelijker.”

Rooij is een Nederlander wiens naam in hetzelfde blad was genoemd door René Schnitzler, een voormalige aanvaller van Borussia Mönchengladbach. Volgens Schnitzler had hij 100.000 euro ontvangen van de Nederlander, die erom bekend zou staan hoge weddenschappen te plaatsen in Azië. Rooij, die eerder volgens Duitse media voor drugsfeiten vastzat, ontkende zijn betrokkenheid bij het gokschandaal. Net als Schnitzler overigens. Hij nam het geld aan, maar leverde er naar eigen zeggen geen tegenprestatie voor. Toch schorste de Duitse voetbalbond hem levenslang.

Veelbetekenend was Schnitzlers bekentenis dat hij sinds zijn achttiende verslaafd is aan gokken. “Voetballers hebben veel vrije tijd. Velen onder hen brengen die al gokkend door in casino’s”, zei Marijo Cvrtak eind vorig jaar tijdens zijn getuigenis voor de rechtbank. Zo iemand was ook Marcel Schuon. De inmiddels door zijn club ontslagen verdediger was de eerste voetballer die in januari in Bochum in de getuigenbank verscheen. Hij sprak er over zijn gokschulden en hoe de gokmaffia ze hem kwijtschold als hij niet voluit ging. De Duitse bond schorste hem voor twee jaar en negen maanden.

Schuon getuigde ook over hoe de druk werd opgevoerd als een wedstrijd niet volgens plan was verlopen. Intimidatie en geweld waren niet van de lucht. Het was niet uitzonderlijk dat een omgekochte speler te horen kreeg dat hij ook tijdens de trainingen in de gaten werd gehouden en dat men hem zou weten te vinden als hij de afspraken niet nakwam. Tuna Akbulut bekende zelfs hoe ooit was overwogen om een doelman in de discotheek uit te schakelen zodat zijn corrupte vervanger zou worden opgesteld.

Schrijnend was het getuigenis daags na dat van Schuon. Een jeugdspeler van de U19 van Arminia Bielefeld durfde slechts onder politiebegeleiding naar de rechtszaal in Bochum te komen. Uit angst voor de gokmaffia. De jongen biechtte op te hebben meegewerkt met de fixers om “een vriend met gokschulden te helpen”. Als een wedstrijd niet op het beoogde resultaat was geeindigd, mocht hij zich zonder fout aan dreigtelefoons verwachten. De boodschap: dat ze hem een kopje kleiner zouden maken. “Ik deed het in mijn broek van schrik”, vertelde hij de rechters. De Duitse bond legde de jongen een schorsing van veertien maanden op.

Envelop op de parking

De Bochumse politie gaat ervan uit dat de figuren uit het netwerk rond Sapina en Cvrtak deels samen, deels onafhankelijk van elkaar spelers en scheidsrechters omkochten en er al gokkend profijt uit haalden. De ene keer werd voor veel geld gegokt, de andere keer voor minder. Nu eens gokten ze met velen, dan weer met slechts enkelen. Soms waren meerdere spelers omgekocht, soms maar één. Sommige ploegen werden meermaals ‘gebruikt’, andere maar een enkele keer. Spelers werden benaderd in het casino, vaak ook was de relatie puur etnisch.

Het waren ook niet altijd onbetekenende duels uit de lagere regionen of jeugdcompetities die het doelwit vormden. Cvrtak had tijdens zijn getuigenverhoor al een ballonnetje opgelaten over het WK-kwalificatieduel Liechtenstein-Finland van 9 september 2009. Enkele weken later deed Sapina het hele verhaal. Hoe hij op de parking van een hotel in Sarajevo 50.000 euro had overhandigd aan de scheidsrechter, de Bosniër Novo Panic. Die moest ervoor zorgen dat er twee goals vielen in de tweede helft. Wat gebeurde. Het tweede doelpunt viel uit een twijfelachtige strafschop, omgezet voor de Finnen door Jari Litmanen. De wedstrijd eindigde op 1-1.

Met Panic was het goed zakendoen voor Sapina en co. De Bosniër was ook aangewezen om twee maanden later de U21-interland tussen Zwitserland en Georgië te fluiten. Cvrtak stond al met een envelop in Lugano, maar dat feestje ging niet door. Twee dagen later rolde de Bochumse politie het netwerk op. Panic werd levenslang geschorst door de UEFA, net als Oleg Orjechov over wie Sapina vertelde dat hij hem in een restaurant in Kiev 50.000 euro toeschoof voor wat medewerking in het Europa Leagueduel FC Bazel-CSKA Sofia van 5 november 2009. De wedstrijd eindigde op 3-1 en het gokkartel incasseerde een nettowinst van 209.000 euro.

Vlotte kerel, vlotte babbel

Sapina en zijn trawanten moeten zich op het deze week gestarte proces verantwoorden voor 47 wedstrijden. Zeventien daarvan zouden ook al in de eerste rechtszaak hebben gezeten. Die ging over 32 duels. Opgeteld komt dat nog niet in de buurt van de tweehonderd vervalste duels waarvan aanvankelijk sprake, een aantal dat gaandeweg zelfs opliep tot driehonderd.

Niet alle aanwijzingen waar de Duitse politie over beschikte, leidden ook tot onomstootbaar bewijs. Soms dreigde het onderzoek bovendien verstrikt te raken in verborgen agenda’s. Zoals die van Marijo Cvrtak, die zich tegenover zijn ondervragers ontpopte als een onnavolgbare spraakwaterval. Een vlotte kerel met een al even vlotte babbel. Precies zoals ze hem ook kenden bij UR Namen, waar Bojo Ban, de inmiddels overleden peetvader van het Naamse voetbal, hem eind 2008 introduceerde.

Zo diste Cvrtak het verhaal op dat Philipp Lahm, Duits international en aanvoerder van Bayern München, goed bevriend was met Robin Boksic, een Kroaat uit het Münchense gokmilieu. Boksic liep nadien over naar de UEFA (dat zich inmiddels van hem ontdeed). De onderzoekers vermoeden dat Cvrtak een rekening met hem probeerde te vereffenen. Ze hechtten geen geloof aan het Lahmverhaal, dat overigens in Der Spiegel krachtig werd tegengesproken door zowel Lahm als Boksic.

Met Cvrtak in de beklaagdenbank belooft het proces spektakel vanaf deze week. Heel wat aandacht zal ook naar het Belgische luik van het schandaal gaan. Van dertien verdachte wedstrijden van UR Namen zouden er volgens Der Spiegel vijf bewezen vervalst zijn. Cvrtak was de man die de ploeg vol stak met spelers die de boel belazerden. Hij was ook de man die de zogenaamde investeerder aanbracht die de club voor 700.000 euro zou kopen van toenmalig voorzitter Jean-Claude Baudart. Die koper blijkt nu Tuna Akbulut te zijn geweest, door diverse getuigen een paar keer gezien bij de Italiaan en in het supporterscafé aan het station van Jambes. Een voorschot van 100.000 euro zou afkomstig zijn geweest van Deniz C., de hardhandige vriend uit het begin van dit artikel.

Dat met Cvrtak geen doetje rondliep in Namen, valt ook af te leiden uit een van zijn rekeningen die de Kroatische justitie vorige zomer liet blokkeren in Zagreb. Daarop stond naar verluidt een bedrag van 3,6 miljoen euro. Geld dat Cvrtak alleen al tussen juni 2008 en zijn aanhouding in november 2009 zou hebben verdiend met het gokken op mede door hem vervalste voetbalwedstrijden. Er klonk zelfs iets van bewondering door de woorden van de openbare aanklager toen hij zei dat Sapina en Cvrtak behoren “tot de Champions League van de wedstrijdvervalsers”.

DOOR JAN HAUSPIE

Het waren niet altijd onbetekenende duels uit de lagere regionen of jeugdcompetities die het doelwit vormden.

Tijdens het proces zal ook heel wat aandacht naar het Belgische luik van het schandaal gaan.

“Voetballers hebben veel vrije tijd. Velen onder hen brengen die al gokkend door in casino’s.” Marijo Cvrtak

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content