Stijn De Smet is de man van het seizoenbegin

bij Cercle Brugge. Hoe goed is hij?

J erko Tipuric (zijn eerste trainer bij de A-kern van Cercle Brugge): “Toen hij bij de A-kern kwam, ging hij nog naar de middelbare school en kon hij maar één keer per dag trainen. Van zijn generatie had ik trouwens andere namen doorgekregen, jongens die zogezegd beter waren. Stijn De Smet, die was maar zozo, kreeg ik te horen. “Wat mij bij hem meteen opviel, was zijn slingerbeweging. Je denkt dat je de bal hebt, maar hij is ermee weg. Het is optisch bedrog ( lacht). Dat kan je niet leren, het is puur natuur. Kenmerkend voor hem is ook: het oogt allemaal zo simpel. Zijn versnelling is een heel zeldzaam wapen in het voetbal van vandaag: iedereen is goed georganiseerd, er is geen ruimte en weinigen kunnen wat hij kan. Zijn waarde zal alleen nog maar stijgen. Dat hij traag, nonchalant en niet ambitieus lijkt, speelt in zijn voordeel. Het draagt bij tot de onvoorspelbaarheid waarmee hij iedereen verrast. Stijn is apart, speels en slagkrachtig. Eigenwijs. Eigen-wijs. Het is een kwaliteit. Hij volgt zijn eigen ritme, je kunt hem moeilijk opjagen. Voor veel spelers beslissen anderen, hij doet het zelf op zijn manier.

“Het is niet elke dag match, Stijn is niet een speler die er een heel seizoen dag na dag honderd procent voor kan gaan. Fysiek kan je dat niet van hem verkrijgen. Je kan éísen dat hij zich dágelijks bewijst, maar na anderhalve maand zal hij met blokkades zitten. Meer zal dan minder zijn.

“Hij is geen speler voor de flank. Het is verspilling van kracht als je hem vraagt zijn beweging te maken op 30, 40 of 50 meter van het doel en dan een center te geven. Verstandiger gebruik je hem dicht bij de goal, zodat hij daar na zijn actie een doelpoging kan wagen. Hij is als een cobra, hij moet kunnen prikken.

“Ik vind hem ook geen nummer tien die je vaak de bal moet laten aannemen met de rug naar de goal. Dan krijgt hij te veel stampen en daar dienen die fijne beentjes niet voor. Hij wordt het best van de zijkant ingespeeld. Zijn beste plaats is die van tweede spits, de rol van Luc Nilis in het duo Ronaldo-Nilis destijds bij PSV. De meeste ploegen spelen in zone en hij beschikt ook over de feeling om tussen de linies te lopen. Als je hem wat de vrijheid geeft om zelf de positie te kiezen waarin hij zal komen om zich aanspeelbaar te maken, zal hij zijn hoogste rendement halen.”

Harm van Veldhoven

(zijn vorige trainer bij Cercle Brugge)

“Stijn viel op door zijn bewegingen en zijn techniek. Ik heb altijd een boontje voor hem gehad, omdat hij zoals weinig andere Belgische spelers een wedstrijd in een beslissende plooi kan leggen. Hij combineert heel veel positieve punten: basistechniek, snelheid met de bal, trappen met links en met rechts, infiltratie met bal en tegelijk inzicht in wat er rond hem gebeurt, zelfs een vrij goed kopspel als hij vrij staat. Welke Belg heeft dat allemaal?

“Zijn werkpunt was: minder nonchalance, meer concentratie, de intentie om altijd voor zijn sport te leven. Hij was niet altijd helemaal aanwezig op training en in de wedstrijd, hij gleed er wel eens uit weg. Ik hoor dat het nog gebeurt. Het hoort bij het volwassen worden. Iedereen heeft tijd nodig, de ene is rijp op 21, de andere op 24. Hij is zeker een jongen die je ruimte moet geven om zichzelf te zijn, maar het is ook nodig hem op zijn mindere punten te wijzen. Als hij daar aandacht aan blijft besteden, wordt hij een topspeler en België te klein voor Stijn.”

Glen De Boeck

(zijn huidige trainer bij Cercle Brugge)

“Stijn is een speler met ongelooflijk veel kwaliteiten die maar vijftig procent uit zijn potentieel haalt. Hij is een van de meest getalenteerde voetballers die ik ooit zag, maar voetbaltalent is meer dan alleen techniek. Op het tactische en mentale vlak kan hij nog veel beter worden. Tijdens de teambuildingsessies die we deden, is dat ook naar voren gekomen: wat mentale weerbaarheid betreft, kan hij nog veel vooruitgang boeken. Als hij een kans mist, is hij daar tien minuten later nog mee bezig, terwijl dat bij het spel hoort.

“Iemand met zijn kwaliteiten moet van zichzelf eisen dat hij íédere wedstrijd het verschil maakt. Ik vergelijk hem met Bruno Versavel: de combinatie van techniek, snelheid en doelgerichtheid is weinigen gegeven.”

Guy Bonny

(zijn zaakwaarnemer)

“Het lijkt anders, maar Stijn is wel degelijk ambitieus: hij wil zich vervolmaken als voetballer, zich financieel verbeteren en ooit voor een grote club spelen. Hij heeft een droge humor, houdt van een kwinkslag op z’n Brugs en dat wordt niet altijd door iedereen juist geïnterpreteerd. Je moet hem kennen. Ik denk niet dat het nodig is zijn karakter te veranderen, ik hou er wel van. Stijn is een heel aangename jongen die iedereen alles gunt, een normale gast met normale ambities.

“Ik kan wel zeggen dat er interesse is uit het buitenland. Ik denk dat de tijd voor een transfer stilaan gekomen is.” S

door christian vandenabeele – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content