Cyriac Gohi Bi Zoro heeft na drie magere seizoenen bij Anderlecht honger naar doelpunten. De nieuwe spits van KV Oostende kijkt voor het eerst terug op zijn passage in Brussel. ‘Van Standard naar Anderlecht gaan was niet slim.’

Weinig mensen weten dat ik Cyriac Gohi Bi Zoro heet. In die volgorde’, beklemtoont de 24-jarige aanvaller wanneer we afscheid nemen. ‘Cyriac is mijn voornaam. Mijn familienaam is een samentrekking: Gohi Bi heb ik van mijn moeder geërfd, Zoro komt van mijn vader.’

Vergeet dus Gohi Bi Zoro Cyriac, zoals hij al 6,5 jaar door het leven gaat in België. Maar op het shirt van de pocketspits uit Daloa – de derde grootste stad van Ivoorkust – zal dit seizoen gewoon Cyriac prijken. Dat bekt makkelijker voor de gemiddelde KV Oostendefan dan Gohi Bi Zoro.

Sinds zijn overgang naar het weireldploegsje van Marc Coucke is er voor Gohi Bi Zoro een nieuwe wereld opengegaan. Het strand is nu zijn biotoop, zijn dagelijkse portie zuurstof haalt hij uit de frisse Noordzeelucht. En hij heeft in een recordtijd de polonaise leren dansen. Niet slecht voor een Ivoriaan die gewoonlijk de heupen ritmisch rondzwiert wanneer muziekgenres als Ndombolo en coupé-décalé door de luidsprekers schallen. ‘Een polonaise dansen op het strand? Moet kunnen’, vertelt Gohi Bi Zoro. ‘De sfeer zit in elk geval goed. Kan ook niet anders. Heb je de kleedkamer al bekeken? Dat is Afrika in het klein. Jali is Zuid-Afrikaan, Musona komt uit Zimbabwe, Akpala uit Nigeria en ga zo maar door. We plagen elkaar weleens over onze respectievelijke missen. Laten we zeggen dat de smaken ver uiteen liggen.’ (grijnst)

Wat is jou verder opgevallen tijdens jouw eerste dagen bij KV Oostende ?

Gohi Bi Zoro: ‘Dat de integratie vlot verlopen is. Zonder forceren. De spelers hebben mij – figuurlijk dan – meteen mee in bad genomen. Dat de voertaal in de groep Frans is, speelt natuurlijk mee. Maar Yannick Loemba verwoordde het passend op Twitter: we zijn meer dan een ploeg, we zijn een familie. Dat gevoel had ik vanaf dag één.’

Je ziet er ook opgewekter uit.

‘De mensen rondom mij lopen er gelukkig bij, kennen geen stress, en dat werkt aanstekelijk. We zijn een kleine club. De enige manier om resultaten te boeken is een geheel te vormen. Elke speler beseft dat en gedraagt zich daar ook naar.’

Wordt de grootste aanpassing voor jou niet de verhuizing van Brussel naar Oostende?

‘Buiten het voetbal ken ik niemand in Oostende en daar zal ik profijt uit halen. Hier zal ik mij kunnen wegsteken, ver weg van mijn vrienden. Brussel is geen slechte plek om te wonen, maar ik kreeg er dikwijls op de meest onmogelijke uren onverwacht bezoek. Nu moeten ze al in hun auto springen en een uur rijden om aan mijn deur te staan. Ik wil met een wit blad beginnen en mijn verhuizing naar de kust past in dat plaatje.’

Had Marc Coucke veel argumenten nodig om je te overtuigen?

‘Het discours van de voorzitter heeft mijn beslissing om naar Oostende te komen alleen maar versterkt. Ik zocht een club waar ik elk weekend, zelfs na een matige wedstrijd, in de basis kan staan, waar het bestuur blind in mij gelooft. In drie seizoenen Anderlecht heb ik – mede door blessures – weinig gespeeld. Had ik voor een club met dezelfde status als Anderlecht gekozen, dan had ik wellicht hetzelfde meegemaakt. Het was dus een keuze op sportieve gronden.’

Je kan toch niet ontkennen dat ook financiële motieven gespeeld hebben? In België zijn er niet veel clubs die een salaris kunnen betalen dat in dezelfde grootteorde ligt als bij Anderlecht.

‘Iedereen mag het weten: ik verdien minder dan bij Anderlecht. Uit Qatar en het Russische Samara kreeg ik financieel interessantere voorstellen, maar 24 jaar is geen leeftijd om je aan de andere kant van de wereld te begraven. Naar Oostende gaan, was een moedige keuze. Ik wil dat de Belgische voetbalsupporter binnen twaalf maanden zegt: ik moet mijn mening over Cyriac herzien. In tegenstelling tot drie jaar geleden ben ik nu wel overtuigd dat dit de juiste stap is in mijn carrière.’

Gevoelige snaar

Je transfer van Standard naar Anderlecht in de zomer van 2012 was niet je beste zet?

‘Ik had net een zware knieblessure opgelopen en de vragen stapelden zich op in mijn hoofd. Zal ik de revalidatie goed verteren? Zal ik ooit terugkeren op een aanvaardbaar niveau? Ik raakte in paniek toen Standard zijn sterkhouders van de hand deed. Witsel, Mangala, Defour, Carcela, Benteke… Het was een leegloop. Ik bleef als enige oudgediende over en Roland Duchâtelet gaf de indruk geen geld te willen uitgeven voor versterkingen. Anderlecht kwam en ik heb niet getwijfeld. Na mijn vertrek was er plots wel ruimte om spelers te kopen en de ploeg herop te bouwen.’

Maar je was niet verplicht om bij Anderlecht te tekenen? Heeft niemand jou gebrieft over de animositeit tussen de twee supportersclans?

‘Achteraf gezien was het niet de slimste keuze. Ik was wel degelijk op de hoogte van de scherpe rivaliteit tussen de twee clubs, maar ik heb de gevoeligheden bij de supporters van Standard schromelijk onderschat. Voor een buitenlander is het niet vanzelfsprekend om de draagwijdte van zo’n transfer in te schatten.’

In drie seizoenen heb je nooit je transfersom van twee miljoen euro en je riante loon kunnen verantwoorden. Je maakte slechts acht competitiedoelpunten.

‘Mijn statistieken ogen pover, dat wil ik gerust toegeven. Het eerste seizoen stond ik geblesseerd aan de kant, maar de voorbije twee jaar was ik wél fit om te spelen. Tegen beter weten in bereidde ik elke wedstrijd voor alsof ik zou starten.

‘Ik vind het vooral jammer dat de supporters nooit de echte Cyriac aan het werk hebben gezien. Ik heb na het ontslag van John van den Brom een opflakkering gehad in de play-offs en ik heb toen de titel mee helpen veroveren. Maar voor het overige heb ik weinig bijgedragen aan de geschiedenis van de club.’

Hoe vaak ben je bij Besnik Hasi gaan aankloppen om je situatie te bespreken?

‘In de play-offs heb ik Hasi op de man af gevraagd waarom ik niet speelde. Als ik iets kan toevoegen aan het elftal, stel mij dan op. Zijn antwoord hield geen steek: volgens hem zat ik met mijn hoofd al bij Oostende. Op mijn attitude had hij nochtans niets aan te merken. Het was dus een non-argument. Ik neem het Hasi niet kwalijk. Misschien werd hem van bovenaf opgedragen om mij op de bank te zetten.’

Je zou enkel in een systeem met twee spitsen renderen.

‘Ik speelde mijn beste wedstrijd in de Champions League tegen Arsenal. En toen stond ik alleen in punt! Dat ik mijn beste periode kende aan de zijde van Mitrovic? Klopt. In de play-offs van 2014 speelden Mitro en ik werkelijk alles kapot. De dag na het titelfeest verzekerde Hasi mij dat we het seizoen erop het systeem met twee spitsen verder zouden perfectioneren. Ik dacht toen echt dat ik vertrokken was. Hasi hield woord maar na enkele wedstrijden gooide hij alles om. Ik had het niet zien aankomen.’

Identiek aan Ezekiel

Was de komst van Idrissa Sylla tijdens de winterstop een nieuwe mokerslag?

‘Toen dacht ik: het is over en uit voor mij. Je moet geen universitair diploma hebben om te begrijpen dat je zachtjes naar de uitgang wordt gedreven. Sommige ploegmaats begrepen het al helemaal niet. Ze zagen dat ik soms de beste was op training maar toch geen kans kreeg. Ik vermoed dat er een paar jongens wisten waarom ik zelden in de basis stond, maar het mij niet durfden zeggen.’

Had je op een bepaald moment niet op tafel moeten kloppen?

‘Het ligt niet in mijn aard om een clash uit te lokken. Ik ben er niet op uit om vijanden te maken. Een andere speler had er wellicht zijn voeten aan geveegd, de sfeer proberen te verzieken of zijn neus opgehaald voor korte invalbeurten, maar ik hield mij gedeisd. Binnen de club zal iedereen – van de secretaresse tot de onderhoudsmannen – kunnen getuigen dat ik tot de laatste dag professioneel ben gebleven. Thuis liep ik wel de muren op.’

Ga je akkoord met de kritiek dat het Anderlecht op en naast het veld aan cohesie ontbrak?

‘Wanneer het niet goed ging, bleef iedereen in zijn hoekje zitten. Dat wel. Maar om nu te spreken van een gebrek aan solidariteit… Zelfs in de beste kleedkamer heb je wrijvingen tussen spelers. Elke club heeft zijn kleedkamergewoontes: wat bij de ene club functioneert, werkt niet voor de andere. Bij Anderlecht hadden we geen nood om heel close met elkaar om te gaan.’

Anderlecht liet jou naar KV Oostende gaan, maar huurt met Imoh Ezekiel wel eenzelfde type voetballer als jij. Dat moet toch steken?

‘We hebben haast een identiek profiel. De club zal zijn redenen hebben, maar ik begrijp het niet. Misschien vinden ze Ezekiel meer een killer dan ik. Of hij past beter in het systeem dat de trainer wil spelen. Voor zijn vertrek naar Al-Arabi had ik een goed contact met hem. Ik hoop dus van harte dat hij slaagt bij Anderlecht.’

Bij KV Oostende moet je wel makkelijk het basiselftal halen. Je moet op termijn toch een droomkoppel vormen met Joseph Akpala?

‘Die paar keer dat Joseph en ik samen op het veld stonden, klikte het. Bij veel ploegen zie je dat er elektriciteit in de lucht hangt tussen de aanvallers, maar wij gunnen elkaar een doelpunt. De concurrentie in de aanval is trouwens bikkelhard, groter dan bij Anderlecht. Maar na alles wat ik de laatste jaren heb meegemaakt, ben ik van niets meer bang.’

KV Oostende mikt op een plaats in de linkerkolom. Past dat bij jouw ambities?

‘Als we tot in de puntjes uitvoeren wat Yves Vanderhaeghe van ons vraagt, zullen we veel ploegen pijn doen. De ervaring die we hebben – denk maar aan Akpala en Rozenhal – zou wel eens de doorslag kunnen geven tussen een stek in het linkerrijtje of een anoniem seizoen in de tweede helft van het klassement.’

Jij scoorde nooit meer dan acht competitiedoelpunten in de competitie. Is je seizoen geslaagd als je dat aantal overtreft?

‘Mijn seizoen zal een succes zijn als ik alles speel, geregeld scoor én indien Oostende hoog eindigt in het klassement. Ik zeg niet dat ik twintig of dertig doelpunten zal maken dit seizoen. Maar als ik mij goed voel, zullen de ballen er wel in vliegen. Ooit wil ik er opnieuw 21 maken zoals in mijn topseizoen in Ivoorkust. Mijn droom om ooit in Engeland te spelen, geef ik ook niet op. Ik dacht dat mijn passage bij Anderlecht mij aan een transfer naar de Premier League zou helpen, maar het is anders uitgedraaid. Dan moet het maar via Oostende.’

Vriend van Coucke

Op 18 mei stuurde je de volgende tweet de wereld in: het leven geeft je altijd een tweede kans en die heet morgen. Je geniet duidelijk van het leven.

‘Ik ben blij om in leven te zijn en dat ik mijn passie dagelijks kan uitoefenen. Ik kan er met mijn hoofd niet bij waarom mensen in Europa zo veel klagen, terwijl er op andere continenten mensen geen geld hebben om te eten. Mijn levensmotto is: accepteer de zaken die je overkomen. Of die nu goed of slecht zijn. Je zal mij dus zelden boos zien. En al zeker niet op een voetbalveld.’

Betekent het dat je je voetballersbestaan makkelijk kan relativeren?

‘Ik probeer zo weinig mogelijk in de schijnwerpers te staan. Het liefst van al zou ik onder een steen kruipen en geen interviews geven. Laat de anderen maar met de aandacht lopen en de krantenkolommen vullen. Maar ik kan de media niet verbieden om over mij te praten of te schrijven. Als het maar over voetbal gaat. Smeuïge verhalen over mijn privéleven vallen er bij mij niet te rapen.’

Daarin ben je de absolute tegenpool van KV Oostendevoorzitter Coucke.

‘Onze voorzitter is een héél speciale man. Die spontaniteit, daar hou ik wel van. In zekere zin lijken we op elkaar. Net als ik trekt hij zich niets aan van wat de mensen over hem denken en gaat hij al fluitend door het leven. Coucke is ook zeer benaderbaar: ik zou me niet generen om bij hem aan te kloppen en hem raad te vragen over mijn liefdesleven. Roger Vanden Stock is meer het grootvaderstype. Ik was niet bang van hem, maar bij meneer Vanden Stock ga je niet zomaar aanbellen.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO BELGAIMAGE / CHRISTOPHE KETELS

“Iedereen mag het weten: ik verdien hier minder dan bij Anderlecht.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content